Module 1.3 Hoofd-halsgebied en oog

Uitgangsvraag

Welk desinfectiemiddel in welke concentratie is het meest effectief in het voorkomen van zorggerelateerde infecties en kan veilig gebruikt worden voorafgaand aan een ingreep in het hoofd-halsgebied en het oog?

Aanbevelingen

Aanbeveling 1

Gebruik voor huiddesinfectie in het hoofd-halsgebied (met uitzondering van het oog):

  • Bij schone ingrepen een chloorhexidine-oplossing in alcohol.
  • Bij niet-schone ingrepen bij voorkeur 2,0-2,5% chloorhexidine in alcohol of bij onvoldoende beschikbaarheid 0,5-2,5% chloorhexidine in alcohol. Vermijd bij gebruik van een desinfectans in het gelaat contact met de gehoorgang. Bij kans op spil in het oog, wordt geadviseerd een middel te gebruiken dat veilig is voor het oogoppervlak.

Desinfecteer de huid rondom het oog met povidonjodium 1-10% in water of met chloorhexidine (tot 0.5%) in water.

Aanbevelingen 2 en 3

  • Desinfecteer het oogoppervlak ruim en tenminste 2 keer met minimaal 30 seconden tussenpoos met povidonjodium 1-5% in water. Desinfecteer hiernaast de huid rondom het oog met povidonjodium 1-10% in water.
  • Indien een patiënt allergisch is voor povidonjodium kan chloorhexidine in water (0,05%) worden gebruikt.

Overwegingen

Voor- en nadelen van de interventie en de kwaliteit van het bewijs

Voor het beantwoorden van de uitgangsvraag is een systematisch literatuuronderzoek uitgevoerd naar drie deelvragen. Voor deelvraag 3 (desinfectie huid rondom het oog) zijn het literatuuronderzoek en de overwegingen overgenomen uit de Cataract-richtlijn. Voor de andere twee deelvragen is een nieuw literatuuronderzoek uitgevoerd.

Desinfectiemiddel bij chirurgische ingrepen in het hoofd-halsgebied

Voor de deelvraag over welk desinfectiemiddel effectief en veilig is bij patiënten die een chirurgische ingreep in het hoofd-halsgebied ondergaan, konden geen studies worden geïncludeerd.

Veruit de meeste complicaties van desinfectans in het gelaat kunnen worden toegeschreven aan het gebruik van alcohol in de oplossing. Daarom werd in de WIP-richtlijn aanbevolen om waterig povidonjodium of chloorhexidine-oplossing te gebruiken. De reden om voorzichtig te zijn met desinfectans in het gelaat is dat er schade zou kunnen optreden van het middenoor of het oog bij gebruik van de aanbevolen chloorhexidine-oplossing in alcohol. Voor ototoxiciteit is dit ook beschreven bij povidonjodium-oplossingen, hoewel dit vooral komt uit dierstudies. Ter voorkoming van schade aan het middenoor dient men voorzichtig het desinfectans te gebruiken. Het desinfectans dient niet in de gehoorgang te lopen of de gehoorgang af te sluiten, zeker bij bekende trommelvliesperforatie.

Voor aanbevelingen in het hoofd-halsgebied wordt gebruikt gemaakt van beschikbare literatuur (niet evidence-based) en expert opinion. Voor het gebruik van desinfectiemiddelen rondom het oog wordt in verband met de kans van spil van desinfectans op het oog verwezen naar middelen die veilig voor het oog te gebruiken zijn om complicaties te vermijden. Rondom het oog is wel een breed begrip, dus hierbij speelt voor de behandelaar zelf de afweging wanneer er kans is op spil in het oog, hier een veilig middel voor te gebruiken.

Bij het gebruik van aanbevolen chloorhexidine-oplossingen in alcohol is het belangrijk om contact met de slijmvliezen en gehoorgang te mijden, omdat dit blijvende schade aan de ogen en oren kan geven. Voor contact met het neusslijmvlies en de mond heeft het vooral een irriterend effect voor de patiënt. Echter in de praktijk is er doorgaans geen probleem bij het desinfecteren van deze gebieden in het gelaat. Indien men irritatie wil vermijden, kan men kiezen voor desinfectans wat ook veilig voor de ogen toegepast kan worden. Er is echter geen goede literatuur beschikbaar over het desinfecterende effect van deze middelen en het effect ervan op het voorkomen van een postoperatieve wondinfectie.

In het geval van overgevoeligheid/allergie voor chloorhexidine kan voor een desinfectans gekozen worden op basis van jodium (bijvoorbeeld povidonjodium of jodiumtinctuur).

Desinfectie huid rondom het oog

Voor de deelvraag over de effectiviteit van povidonjodium bij de preventie van postoperatieve endophthalmitis is een literatuuronderzoek uitgevoerd, maar er konden geen studies worden geïncludeerd. Preoperatieve desinfectie met povidonjodium lijkt van groot belang voor de preventie van postoperatieve endoftalmitis (Ciulla et al, 2002). Gangbaar in Nederland is het poetsen van de huid met povidonjodium 5-10% in water of met chloorhexidine in water. Vanuit een praktisch oogpunt wordt ook 1% povidonjodium in water gebruikt voor de huid, als dit ook voor in het oog wordt toegepast. Er zijn geen vergelijkende studies beschikbaar die het percentage chloorhexidine hebben vergeleken. In de literatuur blijkt een percentage van 0,5% chloorhexidine in water veilig te gebruiken zijn voor peri-oculaire desinfectie van de huid.

Na het desinfecteren moeten, afhankelijk van het type ingreep, de oogleden en wimpers zorgvuldig worden afgedekt met steriele materialen.

Concentratie povidonjodium voor desinfecteren van het oogoppervlak

Voor de deelvraag over welke concentratie povidonjodium effectief en veilig is voor het desinfecteren van het oogoppervlak werd één observationele studie geïncludeerd (Peden, 2019). In deze studie ontwikkelden 14 van de 35.060 patiënten een endoftalmitis na intravitreale injectie: bij 12 patiënten was gedesinfecteerd met 5% povidonjodium (incidentie 0,04%), bij 1 patiënt met verdunde concentratie (0,625-2,5%) povidonjodium (incidentie 0,02%) en bij 1 patiënt was niet gedesinfecteerd met povidonjodium (incidentie 0,31%). De kans op endoftalmitis was lager bij intravitreale injecties met verdunde povidonjodium in vergelijking met 5% povidonjodium (OR = 0.45, 95% betrouwbaarheidsinterval (95% BI): 0.058-3.429). Door ernstige beperkingen in de studieopzet, ongelijke verdeling over de groepen en door imprecisie is de kwaliteit van het bewijs te laag om conclusies hieraan te verbinden.

Concluderend ontbreekt het in de literatuur aan studies over de optimale povidonjodiumconcentratie voor peri-oculaire en oculaire desinfectie. Het is bekend dat povidonjodium 0,25%-10% effectief is, waarbij de 10% concentratie mogelijk leidt tot meer discomfort (Ikuno 2011), keratitis punctata (Li 2013) en verhoogde systemische jodiumabsorptie (Below 2006) in vergelijking met 5% of lager. Internationale richtlijnen adviseren povidonjodium 5%. Theoretisch zou er een betere effectiviteit te verwachten zijn bij povidonjodium <1% omdat er dan meer vrij jodium beschikbaar is (Berkelman 1982, Rackur 1985). Dit zou mogelijk ook minder bijwerkingen geven zoals irritatie of pijn. Opvallend is het lage aantal bacteriën in de voorste oogkamer tijdens cataractoperaties (0/202) en lage incidentie van endoftalmitis na anti-VEGF injectie (0/15114) wanneer er herhaaldelijk wordt geïrrigeerd met povidonjodium 0,25% (Shimada 2011, Shimada 2013). Er ontbreken echter vergelijkende studies tussen povidonjodium <1% en >1%. Een korte beschrijving van de internationale richtlijnen en overige literatuur is opgenomen bij Onderbouwing.

De afweging die gemaakt dient te worden is de mogelijk toxische werking van hoge concentraties jodium en het ongemak voor de patiënt bij hoge concentraties jodium op het oogoppervlak. Voor een cataractpatiënt die vooraf goed verdoofd is zal het minder bezwaarlijk zijn om 5% te gebruiken, maar voor patiënten die een IVI ondergaan en vaak een kortere inwerkperiode van verdovende druppels krijgen, is 5% onprettiger. Indien er lagere concentraties worden gebruikt, is het beter om vaker hiermee te spoelen en ook ruim te spoelen (Koerner 2018; Soleimani 2023). Herhaaldelijk en met een ruime hoeveelheid spoelen met lage concentraties zou mogelijk ook beter zijn in verband met toxiteit en verdere vermindering van de bacteriële load. Het risico van het hanteren van hoge concentraties is dat er vanwege irritatieklachten sneller wordt gesproken van allergie (die er eigenlijk niet is) en er onterecht naar de minder ideale chloorhexidine wordt overgegaan.

Gezien de verschillende werkwijzen en het ontoereikende bewijs, heeft de werkgroep gekozen voor een aanbeveling van povidonjodium 1-5% voor desinfectie van het oogoppervlak. Het advies is om herhaaldelijk met povidonjodium te irrigeren.

Waarden en voorkeuren van patiënten (en eventueel hun verzorgers)

Voor patiënten is het van belang dat iedere medische handeling veilig plaatsvindt. In dit geval het desinfecteren van (de huid dichtbij) het slijmvlies voorafgaand aan een ingreep in het hoofd-halsgebied of oog. De behandelaar dient rekening te houden met eventuele allergieën van de patiënt voor een bepaald middel.

Kosten (middelenbeslag)

De kosten die gemoeid zijn met het gebruik van (verdunde) povidonjodium en chloorhexidine voorafgaand aan een ingreep in het hoofd/halsgebied of oog zijn laag.

Aanvaardbaarheid, haalbaarheid en implementatie

Middelen moeten beschikbaar zijn in de praktijk. Waterige oplossingen zijn vaak niet commercieel verkrijgbaar en daarom zal dit vervaardigd moeten worden door de apotheek. De werkgroep voorziet geen verdere belemmeringen voor aanvaardbaarheid, haalbaarheid of implementatie.

Duurzaamheid

Bij het gebruik van huiddesinfectiemiddelen is het belangrijk dat organisaties middelen inkopen op basis van de behoefte van de instellingen en dat er geen te grote voorraad aangelegd wordt. Hiermee wordt voorkomen dat middelen weggegooid moeten worden omdat de houdbaarheidsdatum is verstreken. Daarnaast kunnen instellingen in hun aanschaf rekening houden met productie, transport en gebruik van verpakkingsmateriaal.

Rationale van de aanbeveling

Aanbeveling 1 Desinfectiemiddel voor desinfectie van de slijmvliezen in het hoofd-halsgebied

Voor de deelvraag over welk slijmvliesdesinfectiemiddel effectief en veilig is bij patiënten die een chirurgische ingreep in het hoofd-halsgebied ondergaan konden geen studies worden geïncludeerd. Wel zijn er verschillende studies bekend die het gebruik van verschillende desinfectiemiddelen in het hoofd-halsgebied onderzoeken. Hieruit komt naar voren dat contact met de gehoorgang vermeden moet worden. Bij het gebruik van aanbevolen chloorhexidine-oplossingen in alcohol is het belangrijk om contact met de slijmvliezen en gehoorgang te mijden. Voor de ogen en oren heeft dit strikte indicaties vanwege de kans op blijvende schade. Voor contact met het neusslijmvlies en de mond heeft het vooral een irriterend effect voor de patiënt. Echter in de praktijk is er doorgaans geen probleem bij het desinfecteren van deze gebieden in het gelaat.

Voor huiddesinfectie rondom het oog dient ook contact vermeden te worden of er moet gebruik gemaakt worden van een middel wat ook veilig oculair kan worden toegepast (zie aanbeveling 2).

Aanbevelingen 2 en 3 Optimale concentratie van povidonjodium voor desinfectie van het oogoppervlak en desinfectiemiddel voor desinfectie van de huid rondom het oog bij oogheelkundige ingrepen

Voor desinfectie rondom het oog kan een waterig povidonjodium 5%-10% oplossing gebruikt worden, waarbij 5% het meest gangbaar is. Het oppervlak van het oog kan worden gedesinfecteerd met povidonjodium 1-5%. Bij een concentratie van 1-5% wordt geadviseerd om herhaaldelijk met povidonjodium te irrigeren. Er is geen evident bewijs welke concentratie het meest effectief is. Als alternatief kan chloorhexidine worden gebruikt. In de literatuur is geen eenduidig bewijs welke concentratie chloorhexidine in water wenselijk is te gebruiken en zal verder onderzoek nodig zijn om een conclusie te kunnen trekken. Het gebruik van een chloorhexidine 0.05 % waterige oplossing lijkt effectief en veilig toegepast te kunnen worden. Voor verdere details over de uitvoering van intravitreale injecties wordt verwezen naar de richtlijn Leeftijdsgebonden maculadegeneratie.


Onderbouwing

Autorisatiedatum: 29 augustus 2024

Eerstvolgende beoordeling actualiteit: 2026

Geautoriseerd door:

  • Nederlandse Vereniging voor Medische Microbiologie
  • Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie
  • Nederlandse Vereniging voor Heelkunde
  • Nederlandse Vereniging voor Oogheelkunde
  • Nederlandse Orthopaedische Vereniging
  • Nederlandse Vereniging voor Reumatologie
  • Nederlandse Vereniging voor Thoraxchirurgie
  • Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde
  • Nederlandse Vereniging van Arbeidshygiëne
  • Vereniging voor Hygiëne & Infectiepreventie in de Gezondheidszorg
  • Patiëntenfederatie Nederland

Regiehouder:

  • Samenwerkingsverband Richtlijnen Infectiepreventie

De ontwikkeling/herziening van deze richtlijnmodule is ondersteund door het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten en is gefinancierd door het ministerie van VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport). De financier heeft geen enkele invloed gehad op de inhoud van de richtlijnmodule.

Bij het gebruik van desinfectiemiddelen op slijmvliezen kunnen bijwerkingen ontstaan, zoals pijn, irritatie, jeuk, gehoorproblemen en oogletsel. Er bestaan geen eenduidige adviezen over welke slijmvliesdesinfectiemiddelen in welke concentraties effectief en veilig gebruikt kunnen worden voorafgaand aan ingrepen in het hoofd-halsgebied en het oog.

Voor chirurgische ingrepen in het algemeen wordt aanbevolen om een chloorhexidine oplossing in alcohol voorafgaand aan de ingreep te gebruiken. Echter deze desinfectans is niet geschikt voor (in de nabijheid) van slijmvliezen. In de praktijk worden lagere concentraties chloorhexidine in waterige oplossing of povidonjodium in waterige oplossing gebruikt.

Voor desinfectie van het oogoppervlak wordt aanbevolen om voor de operatie of injectie het betreffende oog te druppelen met 0,3-5% povidonjodium. Het is onduidelijk of de toediening van 5%, 1% of een lager percentage povidonjodium in de conjunctivaalzak optimaal is binnen het geheel van antimicrobiële maatregelen.

De uitgangsvraag omvat de volgende deelvragen:

  1. Welk desinfectiemiddel is effectief en veilig in het hoofd-halsgebied?
  2. Wat is de optimale concentratie van povidonjodium voor desinfectie van het oogoppervlak?
  3. Welk desinfectiemiddel is effectief en veilig voor desinfectie van de huid rondom het oog bij oogheelkundige ingrepen?

Deze module beschrijft geen desinfectiemiddel in het urogenitale gebied.

Sub-questions 1 and 2

Initially, a systematic review of the literature was performed to answer the following question:
Which skin- and mucosal disinfectant in which concentration is effective in  preventing healthcare associated infections and can be used safely prior to surgery in the head/neck area and in the proximity to or near the eye?

P (Patients) = Skin disinfection, disinfection mucous membrane: before head- and neck surgery, eye surgery, cataract surgery, ocular surgery, otosurgery and before intraocular, intravitreal injection
I (Intervention) = Chlorhexidine, povidone-iodine, olanexidine, cetrimide, hibicet
C  (Comparison) = Chlorhexidine, povidone-iodine, olanexidine, cetrimide, hibicet
O (Outcomes) = Infection, side effects (e.g., toxicity, (allergic) skin reaction, dermatitis, damage, injury)

Upon further consideration, the working group concluded that it would be valuable to split the PICO, establishing a PICO for head neck surgery as well as eye surgery whereby the emphasis shifted solely to mucosal disinfection. Furthermore, the PICO for eye surgery was refined to the comparison of specific concentrations of mucosal disinfectants. This led to the following two sub-questions with a systematic review of the literature for each sub-question:

Sub-question 1

A systematic review of the literature was performed to answer the following question:
Which mucosal disinfectant in which concentration is effective in preventing healthcare associated infections and can be used safely prior to surgery in the the head/neck area?

P (Patients) = Disinfection mucous membrane: before head- and neck surgery, ear-, nose- throat surgery
I (Intervention)                = Chlorhexidine, povidone iodine, olanexidine, cetrimide, hibicet
C (Comparison) = Chlorhexidine, povidone iodine, olanexidine, cetrimide, hibicet
O (Outcomes)   = Infection, side effects (e.g., toxicity, (allergic) skin reaction, dermatitis, damage, injury)

Sub-question 2

A systematic review of the literature was performed to answer the following question:
What concentration of povidone iodine is effective in preventing healthcare-associated infections and can be safely administered into the conjunctival sac prior to eye surgery?

P (Patients) = Disinfection mucous membrane/conjunctiva: eye surgery, cataract surgery, ocular surgery, and before intraocular, intravitreal injection
I (Intervention)                = Povidone iodine concentrations between 0.3 and 5%
C (Comparison) = Povidone iodine concentrations between 0.3 and 5%
O (Outcomes)   = Infection, side effects (e.g., toxicity, (allergic), skin reaction, dermatitis, damage, injury)

Sub-question 3

What is the effectiveness of povidone iodine as a skin disinfectant in cataract surgery on the prevention of postoperative endophthalmitis?
This sub-question (including search and select, considerations and recommendation) was extracted from the Cataract guideline. A PICO was not available.

Relevant outcome measures

The guideline development group considered infection and side effects as a critical outcome measure for decision making.

A priori, the working group did not define the outcome measures listed above but used the definitions used in the studies.

The working group defined a 25% relative difference (RR<0.8 or >1.25) for dichotomous outcomes, and a 10% relative difference for continuous outcomes as minimal clinically (patient) important difference.

Search and select (methods)

Sub-questions 1 and 2

Initially, the databases Medline (via OVID) and Embase (via embase.com) were searched with relevant search terms from inception until 21 December 2022. The detailed search strategy is available on request (via info@sri-richtlijnen.nl). The systematic literature search resulted in 404 hits. Studies were selected based on the following criteria:

  • Systematic review (detailed search strategy, risk of bias assessment, and results of individual comparative studies available), or randomised control trial;
  • Research question includes all elements of the initial PICO;
  • Full text available;
  • Full text written in English or Dutch.

Based on title and abstract screening, 115 studies were selected. After reading the full text, all studies were excluded (see Table of excluded studies in the appendix).

A new literature search was performed for which two PICOs were formulated. Additionally, individual comparative studies were included.

The databases [Medline (via OVID) and Embase (via Embase.com)] were searched with relevant search terms from inception until 1 June 2023. The detailed search strategy is available on request (via info@sri-richtlijnen.nl) . Studies were selected based on the following criteria:

  • Systematic review (detailed search strategy, risk of bias assessment, and results of individual comparative studies available), or randomised control trial or observational comparative study;
  • Research question includes all elements of the PICOs;
  • Full text available;
  • Full text written in English or Dutch.
Sub-question 1

The systematic literature search resulted in 325 hits after results were deduplicated from the previous search. Based on title and abstract screening, ten studies were selected. After reading the full text, all studies were excluded (see Table of excluded studies in the appendix).

Sub-question 2

The systematic literature search resulted in 187 hits after results were deduplicated from the previous search. Based on title and abstract screening, nine studies were selected. After reading the full text, eight studies were excluded (see Table of excluded studies in the appendix), and one study was included.

Sub-question 3

The databases Medline, Embase, and Cochrane were searched with relevant search terms from 2004 to July 2011 on the use of perioperative prophylaxis (antibiotics, povidone iodine) in cataract surgeries for the prevention of postoperative infectious endophthalmitis. The literature search yielded 128 studies. Studies that met the following selection criteria are included in the summary of the literature: original research; randomized trial (RCT) or other comparative study of sufficient size; or risk factors for endophthalmitis in patients undergoing cataract surgery by phacoemulsification and the placement of an intraocular lens; and the occurrence of postoperative endophthalmitis as an outcome measure.

Results

No study was included regarding sub-question one. One study was included in the analysis of the literature regarding sub-question two. One systematic review was included. Important study characteristics and results are summarised in the evidence table. The assessment of the risk of bias is summarised in the risk of bias tables. The summary of literature, results, and evidence tables are included in the appendix.

Samenvatting literatuur

Description of studies

Muhd Helmi (2023) conducted a Cochrane systematic review (SR) to assess the safety and efficacy of different antiseptic skin preparation agents prior to central catheter placement in neonates. CENTRAL, MEDLINE, Embase, and trial registries were searched until 22 April 2022 without limitation of publication year. The review encompassed all (cluster)-RCTs that evaluated the efficacy of antiseptic skin preparation agents, regardless of language. These trials compared the use of any antiseptic agent, either as a single agent or in combination, against different concentrations of the same antiseptic agent, alternative antiseptic agents, placebo, or no agent used prior to central catheter placement in neonates admitted to the neonatal intensive care unit (NICU). Cross-over trials and quasi-RCTs were excluded. The authors included three multicentre RCTs in the SR that involved 466 premature babies in total who were born between 26 and 35 weeks of pregnancy and had a birthweight between 1000 g and 2000 g. These neonates were admitted at a level-III NICU, and each neonate had only one central catheter at any time, either an umbilical venous catheter (UVC) or a peripherally inserted central catheter (PICC). Two trials (Garland, 2009, 48 neonates; Kieran, 2018, 304 neonates) compared 2% chlorhexidine in 70% isopropyl alcohol (2% CHG in 70% IPA) against 10% povidone-iodine (10 % PI) and one trial (Clarke, 2019, 114 neonates) compared CHG-IPA against 2% chlorhexidine in aqueous solution (2% CHG-A). The outcomes reported in the review that met our outcomes of interest were catheter-related blood stream infection (CRBSI; infection originated from the central line), central line-associated bloodstream infection (CLABSI; infection possibly originated from the central line), and chemical burns.

Garland (2009) and Clarke (2019) used similar definition for CRBSI and CLABSI, whereas the definitions of CRBSI and CLABSI used by Kieran (2018) overlapped with each another. All studies were performed in high-income countries. The inclusion criteria employed by each trial differed from each another, however subgroup analyses were not feasible due to insufficient data. Each trial applied different antiseptic measures for catheter care, however sensitivity analyses was not applied due to the low number of included trials. Studies were assessed for methodological quality, including sequence generation, allocation concealment, blinding of participants and personnel, blinding of outcome assessment, incomplete outcome data, selective reporting, and any another bias, using the Cochrane ‘Risk of bias’ tool.

Results

1. Healthcare-associated infections
Catheter-related blood stream infection (CRBSI)

Comparison 2% CHG in 70% IPA versus 10% PI
Garland (2009) reported no events in either the intervention group or the control group. Kieran (2018) found that CRBSI occurred more often in the CHG-IPA group (6.8%) compared to the PI-group (5.1%) even though the definitions applied for CRBSI and CLABSI overlapped. The risk ratio (RR) was 1.32 (95%CI 0.53 to 3.25). This is a clinically relevant difference.

Comparison 2% CHG in 70% IPA versus 2% CHG-A
Clarke (2019) found that CRBSI occurred less often in the CHG-IPA group (17.7%) compared to the CHG-A group (22.2%). The RR was 0.80 (95% CI 0.34 to 1.87). This is not a clinically relevant difference.

Central line-associated bloodstream infection (CLABSI)

Comparison 2% CHG in 70% IPA versus 10% PI
In contrast to Kieran (2018, see CRBSI above), Garland (2009) used a separate definition of CLABSI. CLABSI occurred in both CHG-IPA and CHG-A group equally often (4.2%). The RR was 1.00 (95%CI 0.07 to 15.08) and thereby there is no difference in occurrence of CLABSI in using either CHG-IPA or PI.

Comparison 2% CHG in 70% IPA versus 2% CHG-A
Clarke (2019) found that CLABSI occurred more often in the CHG-IPA group (12.7%) compared to the CHG-A group (11.1%). The RR was 1.14 (95% CI 0.34 to 3.84). This is not a clinically relevant difference.

2. Adverse effects/reactions
Chemical burns

Comparison 2% CHG in 70% IPA versus 10% PI
Garland (2009) and Kieran (2018) found that chemical burns occurred more often in the CHG-IPA group (1.7%) compared to the PI-group (1.7%). The pooled RR was 1.09 (95%CI 0.23 to 5.10; using random effects). This is not a clinically relevant difference. No heterogeneity was found (I2 = 0%).

Comparison 2% CHG in 70% IPA versus 2% CHG-A
Clarke (2019) found that chemical burns occurred less often in the CHG-IPA group (25.3%) compared to the CHG-A group (25.9%). The RR was 0.98 (95% CI 0.47 to 2.03). This is not a clinically relevant difference.

Level of evidence of the literature

In the included systematic review statistical significance was used as a threshold for clinically important difference. The working group defined a 25% relative difference (RR < 0.8 or > 1.25) for dichotomous outcome infection as minimal clinically (patient) important difference and therefore the GRADE Grading Recommendations Assessment, Development and Evaluation (Grading Recommendations Assessment, Development and Evaluation ) conclusion in our summary is different then the GRADE conclusion in the systematic review.

1. Healthcare-associated infections
Catheter-related blood stream infection (CRBSI)

a. 2% chlorhexidine in 70% isopropyl alcohol versus 10% povidone iodine

The level of evidence regarding the outcome measure CRBSI (with an overlap in definition with CLABSI) started at high and was downgraded by three levels to very low because of study limitations (-1; risk of bias: no blinding of participants and outcome assessors), and imprecision (-2; confidence interval overlaps both threshold for minimal clinically important difference).

b. 2% chlorhexidine in 70% isopropyl alcohol versus 2% chlorhexidine in aqueous solution

The level of evidence regarding the outcome measure CRBSI started at high and was downgraded by three levels to very low because of study limitations (-1; risk of bias: missing data larger than difference between events in intervention and control group), and imprecision (-2; confidence interval overlaps both threshold for minimal clinically important difference).

Central line-associated bloodstream infection (CLABSI)

a. 2% chlorhexidine in 70% isopropyl alcohol versus 10% povidone iodine

The level of evidence regarding the outcome measure CLABSI started at high and was downgraded by three levels to very low because of study limitations (-1; risk of bias: no blinding of participants and outcome assessors, selective reporting unclear), and imprecision (-2; confidence interval overlaps both threshold for minimal clinically important difference).

b. 2% chlorhexidine in 70% isopropyl alcohol versus 2% chlorhexidine in aqueous solution

The level of evidence regarding the outcome measure CLABSI started at high and was downgraded by three levels to very low because of because of study limitations (-1; risk of bias: missing data larger than difference between events in intervention and control group), and imprecision (-2; confidence interval overlaps both threshold for minimal clinically important difference).

2. Adverse effects/reactions
Chemical burns

a. 2% chlorhexidine in 70% isopropyl alcohol versus 10% povidone iodine

The level of evidence regarding the outcome measure chemical burns started at high and was downgraded by three levels to very low because of study limitations (-2; risk of bias: no blinding of participants and outcome assessors, selective reporting unclear), and imprecision (-2; confidence interval overlaps both threshold for minimal clinically important difference).

b. 2% chlorhexidine in 70% isopropyl alcohol versus 2% chlorhexidine in aqueous solution

The level of evidence regarding the outcome measure chemical burns started at high and was downgraded by two levels to low because of imprecision (-2; confidence interval overlaps both threshold for minimal clinically important difference).

Sub-question 1

Which mucosal disinfectant in which concentration is effective in preventing healthcare associated infections and can be used safely prior to surgery in the head/neck area?

Infection

No GRADE Grading Recommendations Assessment, Development and Evaluation (Grading Recommendations Assessment, Development and Evaluation )

No evidence was found regarding the effect chlorhexidine, povidone iodine, olanexidine, cetrimide or hibicet on the outcome infection in patients undergoing disinfection of the mucous membrane before head- and neck surgery, ear-, nose- throat surgery.

Side effects

No GRADE

No evidence was found regarding the effect chlorhexidine, povidone iodine, olanexidine, cetrimide or hibicet on the outcome side effects in patients undergoing disinfection of the mucous membrane before head- and neck surgery, ear-, nose- throat surgery.

Sub-question 2

 What concentration of povidone-iodine is effective in preventing healthcare-associated infections and can be safely administered into the conjunctival sac prior to eye surgery?

Infection

Very low GRADE

The evidence is very uncertain about the effect of different concentrations of povidone iodine (between 0.3 and 5%) on the outcome infection in patients undergoing disinfection of conjunctiva before eye surgery, cataract surgery, ocular surgery, and before intraocular, intravitreal injection.

 

Source: Peden, 2019

Side effects

No GRADE

No evidence was found regarding the effect of different concentrations of povidone iodine (between 0.3 and 5%) on side effects in patients undergoing disinfection of conjunctiva before eye surgery, cataract surgery, ocular surgery, and before intraocular, intravitreal injection.

Sub-question 3

 What is the effectiveness of povidone iodine as a skin disinfectant in cataract surgery on the prevention of postoperative endophthalmitis?

No GRADE

No evidence was found regarding the effectiveness of povidone iodine as a skin disinfectant in cataract surgery on the prevention of postoperative endophthalmitis.

Ali FS, Jenkins TL, Boparai RS, Obeid A, Ryan ME, Wibblesman TD, Chiang A, Garg SJ; Post-Injection Endophthalmitis Study Group. Aqueous Chlorhexidine Compared with Povidone-Iodine as Ocular Antisepsis before Intravitreal Injection: A Randomized Clinical Trial. Ophthalmol Retina. 2021 Aug;5(8):788-796. Doi: 10.1016/j.oret.2020.11.008. Epub 2020 Nov 20. PMID: 33221515.

Arunga S, Mbarak T, Ebong A, Mwesigye J, Kuguminkiriza D, Mohamed-Ahmed AHA, Hoffman JJ, Leck A, Hu V, Burton M. Chlorhexidine gluconate 0.2% as a treatment for recalcitrant fungal keratitis in Uganda: a pilot study. BMJ Open Ophthalmol. 2021 Jul 5;6(1):e000698. Doi: 10.1136/bmjophth-2020-000698. PMID: 34368461; PMCID: PMC8258663.

Berkelman, R. L., Holland, B. W., & Anderson, R. L. (1982). Increased bactericidal activity of dilute preparations of povidone-iodine solutions. J Clin Microbiol. 15, 635-639.

Below H, Behrens-Baumann W, Bernhardt C, Völzke H, Kramer A, Rudolph P. Systemic iodine absorption after preoperative antisepsis using povidone-iodine in cataract surgery—an open controlled study. Dermatology. 2006;212 Suppl 1:41-6. Doi: 10.1159/000089198. PMID: 16490974.

Charles D, Heal CF, Delpachitra M, Wohlfahrt M, Kimber D, Sullivan J, Browning S, Saednia S, Hardy A, Banks J, Buttner P. Alcoholic versus aqueous chlorhexidine for skin antisepsis: the AVALANCHE trial. CMAJ. 2017 Aug 8;189(31):E1008-E1016. Doi: 10.1503/cmaj.161460. PMID: 28790056; PMCID: PMC5548541.

Ciulla, T. A., Starr, M. B., & Masket, S. (2002). Bacterial endophthalmitis prophylaxis for cataract surgery: an evidence-based update. Ophthalmology 109, 13-24.

Ferguson, A. W., Scott, J. A., McGavigan, J., Elton, R. A., McLean, J., Schmidt, U., Kelkar, R., & Dhillon, B. (2003). Comparison of 5% povidone-iodine solution against 1% povidone-iodine solution in preoperative cataract surgery antisepsis: a prospective randomised double-blind study. Br J Ophthalmol. 87, 163-167.

Gili NJ, Noren T, Törnquist E, Crafoord S, Bäckman A. Preoperative preparation of eye with chlorhexidine solution significantly reduces bacterial load prior to 23-gauge vitrectomy in Swedish health care. BMC Ophthalmol. 2018 Jul 11;18(1):167. Doi: 10.1186/s12886-018-0844-9. PMID: 29996791; PMCID: PMC6042411.

Hamill MB, Osato MS, Wilhelmus KR. Experimental evaluation of chlorhexidine gluconate for ocular antisepsis. Antimicrob Agents Chemother. 1984 Dec;26(6):793-6. Doi: 10.1128/AAC.26.6.793. PMID: 6524896; PMCID: PMC180025.

Ikuno Y, Sawa M, Tsujikawa M, Gomi F, Maeda N, Nishida K. Effectiveness of 1.25 % povidone-iodine combined with topical levofloxacin against conjunctival flora in intravitreal injection. Jpn J Ophthalmol. 2012 Sep;56(5):497-501. Doi: 10.1007/s10384-012-0160-5. Epub 2012 Jun 28. PMID: 22740305.

Koerner, J. C., George, M. J., Meyer, D. R., Rosco, M. G., & Habib, M. M. (2018). Povidone-iodine concentration and dosing in cataract surgery. Survey of ophthalmology63(6), 862–868.

Li B, Nentwich MM, Hoffmann LE, Haritoglou C, Kook D, Kampik A, Sheng M, Miño de Kaspar H. Comparison of the efficacy of povidone-iodine 1.0%, 5.0%, and 10.0% irrigation combined with topical levofloxacin 0.3% as preoperative prophylaxis in cataract surgery. J Cataract Refract Surg. 2013 Jul;39(7):994-1001. Doi: 10.1016/j.jcrs.2013.02.039. Epub 2013 May 13. PMID: 23680628.

Oakley CL, Vote BJ. Aqueous chlorhexidine is an effective alternative to povidone-iodine for intravitreal injection prophylaxis. Acta Ophthalmol. 2017 Dec;95(8):e794. Doi: 10.1111/aos.13340. Epub 2017 Mar 6. PMID: 28261932.

Peden MC, Hammer ME, Suñer IJ. Dilute povidone-iodine prophylaxis maintains safety while improving patient comfort after intravitreal injections. Retina. 2019 Nov;39(11):2219-2224. Doi: 10.1097/IAE.0000000000002290. PMID: 30142109.

Rackur, H. New aspects of mechanisms of action of povidone-iodine. J Hosp. infect 6 Suppl A: 13-23.

Shimada, H., Arai, S., Nakashizuka, H., Hattori, T., & Yuzawa, M. (2011). Reduction of anterior chamber contamination rate after cataract surgery by intraoperative surface irrigation with 0.25% povidone-iodine. Am J Ophthalmol. 151, 11-17.

Soleimani, M., Haydar, A. A., Cheraqpour, K., Zeidabadinejad, H., Esfandiari, A., Eshaghhosseiny, N., Shahmohammadi, A., Banz, S., & Djalilian, A. R. (2023). In praise of povidone-iodine application in ophthalmology. Survey of ophthalmology, S0039-6257(23)00143-1.

Steinsapir KD, Woodward JA. Chlorhexidine Keratitis: Safety of Chlorhexidine as a Facial Antiseptic. Dermatol Surg. 2017 Jan;43(1):1-6. Doi: 10.1097/DSS.0000000000000822. PMID: 27399954.

Bekijk de Evidence-tabel:

Evidence-tabel

Table of excluded studies: initial search

Reference

Reason for exclusion

Ciulla TA, Starr MB, Masket S. Bacterial endophthalmitis prophylaxis for cataract surgery: an evidence-based update. Ophthalmology. 2002 Jan;109(1):13-24. doi: 10.1016/s0161-6420(01)00899-5. PMID: 11772573.

Wrong study design, narrative review; included studies no comparisons between different concentration of povidone iodine

ElHawary H, Hintermayer MA, Alam P, Brunetti VC, Janis JE. Decreasing Surgical Site Infections in Plastic Surgery: A Systematic Review and Meta-analysis of Level 1 Evidence. Aesthet Surg J. 2021 Jun 14;41(7):NP948-NP958. doi: 10.1093/asj/sjab119. PMID: 33693462.

Wrong comparison, head and neck: pre- and postoperative ab-prophylaxis; craniofacial surgery: ab prophylaxis and mouthwash

McHugh SM, Collins CJ, Corrigan MA, Hill AD, Humphreys H. The role of topical antibiotics used as prophylaxis in surgical site infection prevention. J Antimicrob Chemanother. 2011 Apr;66(4):693-701. doi: 10.1093/jac/dkr009. Epub 2011 Feb 3. PMID: 21393223.

Wrong comparison, different antibiotic applications

Shive M, Hou Z, Zachary C, Cohen J, Rivers JK. The Use of Chlorhexidine as a Skin Preparation on the Head and Neck: A Systematic Review of Ocular and Ototoxicity. Dermatol Surg. 2021 Jan 1;47(1):34-37. doi: 10.1097/DSS.0000000000002447. PMID: 32541338.

Wrong study design (review of case reports)

Auclin F, Rat P, Tuil E, Boureau-Andrieux C, Morel C, Laplace O, Cambourieu C, Limon S, Nordmann JP, Laroche L, Baudouin C. Evaluation clinique de la tolérance oculaire d'Amukine 0,06% solution pour application locale versus povidone iodée (Bétadine 5% solution pour irrigation oculaire) en antisepsie pré-opératoire [Clinical evaluation of the ocular safety of Amukine 0.06% solution for local application versus povidone iodine (Bétadine) 5% solution for ocular irrigation) in preoperative antisepsis]. J Fr Ophtalmol. 2002 Feb;25(2):120-5. French. PMID: 11941231.

Wrong comparison, isotonic hypochloride sodium solution vs povidone iodine solution; wrong language, French

Carron A, Samudio M, Laspina F, Fariña N, Sanabria RR, Cibils D, Ramirez L, Carron J, Mino de Kaspar H. Eficacia de la aplicación tópica de 0,3% ciprofloxacina en la reducción de la biota conjuntival de pacientes operados de cataratas [Efficacy of topical 0.3% ciprofloxacin application in reducing the conjunctival biota of patients undergoing cataract extraction]. Arch Soc Esp Oftalmol. 2013 Sep;88(9):345-51. Spanish. doi: 10.1016/j.oftal.2013.01.001. Epub 2013 Apr 29. PMID: 23988041.

Wrong language, article in Spanish

Chaudhary U, Nagpal RC, Malik AK, Kumar A. Comparative evaluation of antimicrobial activity of polyvinylpyrrolidone (PVP)-iodine versus topical antibiotics in cataract surgery. J Indian Med Assoc. 1998 Jul;96(7):202-4. PMID: 9830286.

Wrong comparison, Polyvinylpyrrolidone-iodine vs topical antibiotics

Dorestan N, Ostadian N, Mahmoudinezhad SS, Farajzadeh Sheikh A, Moradi K. Comparative efficacy of 0.2% chlorhexidine and 10% Betadine for perioral skin disinfection prior to oral surgical procedures: a clinical trial. Ir J Med Sci. 2022 Oct;191(5):2207-2211. doi: 10.1007/s11845-021-02850-6. Epub 2021 Nov 12. PMID: 34767148.

Wrong population, periodontology patients

Garcia GA, Nguyen CV, Yonkers MA, Tao JP. Baby Shampoo Versus Povidone iodine or Isopropyl Alcohol in Reducing Eyelid Skin Bacterial Load. Ophthalmic Plast Reconstr Surg. 2018 Jan/Feb;34(1):43-48. doi: 10.1097/IOP.0000000000000850. PMID: 28072611.

Wrong comparison, dilute baby shampoo, 10% PVI, 70% isopropyl alcohol

Efficacy of topical povidone iodine applied the day before cataract surgery to reduce conjunctival flora

Wrong language, article in French

Hansmann F, Kramer A, Ohgke H, Strobel H, Müller M, Geerling G. Polyhexamethylbiguanid (PHMB) zur präoperativen Antisepsis bei Kataraktoperation [Polyhexamethylbiguanid (PHMB) as preoperative antiseptic for cataract surgery]. Ophthalmologe. 2004 Apr;101(4):377-83. German. doi: 10.1007/s00347-003-0933-9. PMID: 15067419.

Wrong language, article in German; wrong comparison, polyhexamethylenbiguanid or iodine-free antiseptic vs polyvinylpyrrolidon iodine

He L, Ta CN, Hu N, Sinnar S, Miño de Kaspar H. Prospective randomized comparison of 1-day and 3-day application of topical 0.5% moxifloxacin in eliminating preoperative conjunctival bacteria. J Ocul Pharmacol Ther. 2009 Aug;25(4):373-8. doi: 10.1089/jop.2008.0102. PMID: 19492956.

Wrong comparison, 1-day and 3-day application of topical 0.5% moxifloxacin

Inoue Y, Usui M, Ohashi Y, Shiota H, Yamazaki T; Preoperative Disinfection Study Group. Preoperative disinfection of the conjunctival sac with antibiotics and iodine compounds: a prospective randomized multicenter study. Jpn J Ophthalmol. 2008 May-Jun;52(3):151-161. doi: 10.1007/s10384-008-0517-y. Epub 2008 Jul 27. PMID: 18661264.

Wrong comparisons, povidone iodine vs polyvinyl alcohol-iodine (into three groups, 3-day, 1-day, and 1-h preoperative application of 0.5% levofloxacin; Wrong outcome, bacterial culture

Johnson NR, Kazoullis A, Bobinskas AM, Jones L, Hutmacher DW, Lynham A. Bacterial comparison of preoperative rinsing and swabbing for oral surgery using 0.2% chlorhexidine. J Investig Clin Dent. 2015 Aug;6(3):193-6. doi: 10.1111/jicd.12099. Epub 2014 May 22. PMID: 24850775.

Wrong population, oral surgery patients

Klie F, Bøge-Rasmussen I, Jensen OL. The effect of polyvinylpyrrolidone-iodine as an disinfectant in eye surgery. Acta Ophthalmol (Copenh). 1986 Feb;64(1):67-71. doi: 10.1111/j.1755-3768.1986.tb06874.x. PMID: 3962622.

Wrong comparison and outcome, preoperative antisepsis with or without povidone iodine on bacterial growth

Kosutic D, Uglesic V, Perkovic D, Persic Z, Solman L, Lupi-Ferandin S, Knezevic P, Sokler K, Knezevic G. Preoperative antiseptics in clean/contaminated maxillofacial and oral surgery: prospective randomized study. Int J Oral Maxillofac Surg. 2009 Feb;38(2):160-5. doi: 10.1016/j.ijom.2008.11.023. Epub 2009 Jan 22. PMID: 19167188.

Wrong population, maxillofacial and oral surgery patients

Li B, Nentwich MM, Hoffmann LE, Haritoglou C, Kook D, Kampik A, Sheng M, Miño de Kaspar H. Comparison of the efficacy of povidone-iodine 1.0%, 5.0%, and 10.0% irrigation combined with topical levofloxacin 0.3% as preoperative prophylaxis in cataract surgery. J Cataract Refract Surg. 2013 Jul;39(7):994-1001. doi: 10.1016/j.jcrs.2013.02.039. Epub 2013 May 13. PMID: 23680628.

Wrong outcome, conjunctival bacterial load

Lorenzini G, Picciotti M, Giovannardi M Viviano M. Comparison between two different chlorhexidine-based mouthwashes in oral surgery. Dental Cadmos. 2014; 82(9):642-648.

Wrong population, oral surgery patients

Mørk P. Polyvinylpyrrolidone-iodine as a disinfectant in eye surgery for five years. Acta Ophthalmol (Copenh). 1987 Oct;65(5):572-4. doi: 10.1111/j.1755-3768.1987.tb07042.x. PMID: 3425265.

Wrong comparison, polyvinylpyrrolidone-iodine eyedrops vs iodine on the skin

Nentwich MM, Rajab M, Ta CN, He L, Grueterich M, Haritoglou C, Gandorfer A, Kampik A, Mino De Kaspar H. Application of 10% povidone-iodine reduces conjunctival bacterial contamination rate in patients undergoing cataract surgery. Eur J Ophthalmol. 2012 Jul-Aug;22(4):541-6. doi: 10.5301/ejo.5000093. PMID: 22180155.

Wrong comparison, 3 drops of 10% povidone iodine (PVI) vs no PVI drops

Peyman A, Hosseini M, Narimani T. Comparison of the Effects of Povidone-Iodine 5%, Polyhexamethylene Biguanide, and Chlorhexidine as a Preoperative Antiseptic in Endophthalmitis Prophylaxis in Patients Undergoing Phacoemulsification Cataract Surgery. Adv Biomed Res. 2020 Apr 22;9:15. doi: 10.4103/abr.abr_155_19. PMID: 32775308; PMCID: PMC7282692.

Wrong comparison, povidone iodine 5% vs polyhexamethylene biguanide, and chlorhexidine

Priya G, Sahu Y, Aggarwal R. Impact of topical moxifloxacin prophylaxis and povidone-iodine on conjunctival bacterial flora in patients receiving intravitreal injections in a tertiary healthcare center in India. J Family Med Prim Care. 2022 Jul;11(7):3856-3861. doi: 10.4103/jfmpc.jfmpc_928_21. Epub 2022 Jul 22. PMID: 36387728; PMCID: PMC9648245.

Wrong comparison, PVI versus moxifloxacin/PVI

Reibaldi M, Avitabile T, Bandello F, Longo A, Bonfiglio V, Russo A, Castellino N, Rejdak R, Nowomiejska K, Toro M, Furino C, Cillino S, Fiore T, Cagini C, Grassi P, Musumeci R, Cocuzza CE, Martinelli M, Fallico M. The Effectiveness of 0.6% Povidone-iodine Eye Drops in Reducing the Conjunctival Bacterial Load and Needle Contamination in Patients Undergoing Anti-VEGF Intravitreal Injection: A Prospective, Randomized Study. J Clin Med. 2019 Jul 13;8(7):1031. doi: 10.3390/jcm8071031. PMID: 31337003; PMCID: PMC6678890.

Wrong comparison, 0.6% PVI/prophylactic treatment vs placebo/prophylactic treatment; wrong outcome: bacterial load en needle contamination

Safar A, Dellimore MC. The effect of povidone-iodine flush versus drops on conjunctival colonization before intravitreal injections. Int Ophthalmol. 2007 Oct;27(5):307-12. doi: 10.1007/s10792-007-9073-6. Epub 2007 Apr 18. PMID: 17440685.

Wrong comparison, 5% PVI drops vs 5% PVI 10ml flush

Shi MH, Ye YJ, Wang Y, Bao XY, Zhou YL, Xu R, Peng TT. Validity analysis of low concentrations of povidone-iodine reducing the bacteria of conjunctival sac. International Journal of Ophthalmology. 2011;11(12): 2102-2105

Wrong language, article in Chinese

Shuman AG, Shuman EK, Hauff SJ, Fernandes LL, Light E, Chenoweth CE, Bradford CR. Preoperative topical antimicrobial decolonization in head and neck surgery. Laryngoscope. 2012 Nov;122(11):2454-60. doi: 10.1002/lary.23487. Epub 2012 Aug 2. PMID: 22865589.

Wrong comparison, decolonisation strategy staph aureus/standard peri-op systemic ab-prophylaxis vs standard peri-op systemic ab-prophylaxis

Trombelli L, Simonelli A, Pramstraller M, Guarnelli ME, Fabbri C, Maietti E, Farina R. Clinical efficacy of a chlorhexidine-based mouthrinse containing hyaluronic acid and an antidiscoloration system in patients undergoing flap surgery: A triple-blind, parallel-arm, randomized controlled trial. Int J Dent Hyg. 2018 Nov;16(4):541-552. doi: 10.1111/idh.12361. Epub 2018 Aug 12. PMID: 30101416.

Wrong population, peri-oral patients

Walters RF, Boase DL, Cockcroft PM, Firth C, Green WT, Heaven CJ, Keillor R. Povidone-iodine and the prevention of bacterial contamination of the eye during extracapsular cataract surgery. European Journal of Implant and refractive surgery. 1993;5(4):242-246.

Wrong comparison, treatment vs no treatment with povidone iodine 5%

Wu PC, Li M, Chang SJ, Teng MC, Yow SG, Shin SJ, Kuo HK. Risk of endophthalmitis after cataract surgery using different protocols for povidone- iodine preoperative disinfection. J Ocul Pharmacol Ther. 2006 Feb;22(1):54-61. doi: 10.1089/jop.2006.22.54. PMID: 16503776.

Wrong comparisons, (1) skin 10% PI; (2) skin 10% PI, conjunctiva, no PI; (3) skin 5% PI, conjunctiva 5% PI

Zhang SJ, Liu P, Li M, Ye J, Yuan RD. [Preliminary study of the antibacterial effect on the conjunctival sac and the influence on the corneal epithelium of domestic 5% povidone-iodine before cataract extraction]. Zhonghua Yan Ke Za Zhi. 2019 Jul 11;55(7):509-514. Chinese. doi: 10.3760/cma.j.issn.0412-4081.2019.07.006. PMID: 31288354.

Wrong language, article in Chinese

Behrens-Baumann W. Antiinfektiva bei Augenverletzungen [Anti-infectives in eye injuries]. Klin Monbl Augenheilkd. 2004 Aug;221(8):674-6. German. doi: 10.1055/s-2004-813188. PMID: 15343451.

Wrong language, article in German; wrong study design, narrative review

Brundrett A, Conrady CD, Shakoor A, Lin A. Current Strategies for Prevention and Treatment of Postoperative Endophthalmitis. Ocular Microbiology and Immunology. 2018 Apr;6:105-114

Wrong study design, narrative review

Intrasocket interventions to prevent alveolar osteitis after mandibular third molar surgery: A systematic review and network meta-analysis

Wrong population, oral surgery

Canullo L, Laino L, Longo F, Filetici P, D'Onofrio I, Troiano G. Does Chlorhexidine Prevent Complications in Extractive, Periodontal, and Implant Surgery? A Systematic Review and Meta-analysis with Trial Sequential Analysis. Int J Oral Maxillofac Implants. 2020 Nov/Dec;35(6):1149-1158. doi: 10.11607/jomi.8216. PMID: 33270055.

Wrong population, oral surgery, dental implantology, or periodontology patients

Grzybowski A, Koerner JC, George MJ. Postoperative endophthalmitis after cataract surgery: A worldwide review of etiology, incidence and the most studied prophylaxis measures. Expert Review of Ophthalmology. 2019. doi:10.1080/17469899.2019.1674140  

Wrong study design, narrative review

Head K, Chong LY, Bhutta MF, Morris PS, Vijayasekaran S, Burton MJ, Schilder AG, Brennan-Jones CG. Antibiotics versus topical antiseptics for chronic suppurative otitis media. Cochrane Database Syst Rev. 2020 Jan 6;1(1):CD013056. doi: 10.1002/14651858.CD013056.pub2. PMID: 31902139; PMCID: PMC6956626.

Wrong population, patient suffering from chronic suppurative otitis media, wrong intervention, no surgery

Ing MR, Shortell J, Golez J. Extraocular and Intraocular Infections Following Strabismus Surgery: A Review. J Pediatr Ophthalmol Strabismus. 2019 Jul 1;56(4):214-221. doi: 10.3928/01913913-20190425-01. PMID: 31322710.

Wrong study design, narrative review on various types of infections following strabismus surgery

Kim SJ. Intravitreal injections and endophthalmitis. Int Ophthalmol Clin. 2015 Spring;55(2):1-10. doi: 10.1097/IIO.0000000000000062. PMID: 25730615.

Wrong study design, narrative review on intravitreal injections and endophthalmitis

Leung EH, Gibbons A. Environmental, Local, and Systemic Endophthalmitis Prophylaxis for Cataract Surgery. Int Ophthalmol Clin. 2020 Fall;60(4):113-126. doi: 10.1097/IIO.0000000000000327. PMID: 33093321.

Wrong study design, narrative review on environmental, local, and systemic endophthalmitis prophylaxis for cataract surgery

Singh R, Davoudi S, Ness S. Preventive factors, diagnosis, and management of injection-related endophthalmitis: a literature review. Graefes Arch Clin Exp Ophthalmol. 2022 Aug;260(8):2399-2416. doi: 10.1007/s00417-022-05607-8. Epub 2022 Mar 12. PMID: 35278125; PMCID: PMC8917335.

Wrong study design, narrative review of risk factors regarding intravitral injections

Singh S, Blakley B. Systematic review of ototoxic pre-surgical antiseptic preparations - what is the evidence? J Otolaryngol Head Neck Surg. 2018 Mar 1;47(1):18. doi: 10.1186/s40463-018-0265-z. PMID: 29490694; PMCID: PMC5831715.

Wrong studies reviewed, only animal studies

Testori T, Wang HL, Basso M, Bordini G, Dian A, Vitelli C, Miletic I, Del Fabbro M. COVID-19 and Oral Surgery: A narrative review of preoperative mouth rinses. Acta Stomatol Croat. 2020 Dec;54(4):431-441. doi: 10.15644/asc54/4/10. PMID: 33642607; PMCID: PMC7871429.

Wrong study population, oral surgery patients

Alexandrou TJ, Hariprasad SM, Benevento J, Rubin MP, Saidel M, Ksiazek S, Thompson K, Boonlayangoor S, Mieler WF. Reduction of preoperative conjunctival bacterial flora with the use of mupirocin nasal ointment. Trans Am Ophthalmol Soc. 2006;104:196-201. PMID: 17471340; PMCID: PMC1809929.

Wrong comparison, mupirocin nasal ointment vs no mupirocin nasal ointment

Ali FS, Jenkins TL, Boparai RS, Obeid A, Ryan ME, Wibblesman TD, Chiang A, Garg SJ; Post-Injection Endophthalmitis Study Group. Aqueous Chlorhexidine Compared with Povidone-Iodine as Ocular Antisepsis before Intravitreal Injection: A Randomized Clinical Trial. Ophthalmol Retina. 2021 Aug;5(8):788-796. doi: 10.1016/j.oret.2020.11.008. Epub 2020 Nov 20. PMID: 33221515.

Wrong comparison, aqueous Chlorhexidine vs povidone iodine

Ansari MR, Daneshgar F, Ariaietabar H, Mobalegi M, Madani H, Naiimie B. Comparing the effects of normal saline and 0.05 betadine on bacterial culture results obtained from conjunctiva before and after irrigation during cataract surgery. Pakistan Journal of Medical Sciences. 2011;27(5):1160-1163.

Wrong comparison, normal saline vs 0.05 betadine

Apt L, Isenberg S, Yoshimori R, Paez JH. Chemical preparation of the eye in ophthalmic surgery. III. Effect of povidone-iodine on the conjunctiva. Arch Ophthalmol. 1984 May;102(5):728-9. doi: 10.1001/archopht.1984.01040030584025. PMID: 6721765.

Wrong comparison, one eye povidone iodine, second eye no povidone iodine; wrong outcome, bacterial load

Apt L, Isenberg SJ, Yoshimori R, Spierer A. Outpatient topical use of povidone-iodine in preparing the eye for surgery. Ophthalmology. 1989 Mar;96(3):289-92. doi: 10.1016/s0161-6420(89)32897-1. PMID: 2652027.

Wrong comparison, outpatient use of povidone iodine for 3 days before surgery vs 3-day course of a combination antibiotic ophthalmic solution

Barati B, Asadi M, Ghazizadeh M, Norouzi G. The safety of povidone-iodine solution in tympanoplasty: a randomised, triple-blind, placebo-controlled study. Acta Otorhinolaryngol Ital. 2021 Aug;41(4):377-382. doi: 10.14639/0392-100X-N1369. PMID: 34533542; PMCID: PMC8448185.

Wrong comparison, 5% povidone iodine application in external auditory canal vs 5% povidone iodine not allowed to enter external auditory canal

Barroso LF, Cazella SP, Nepomuceno AB, Toscano L, Castilho LÂS, Furlan EMR, Messias A, Scott IU, Jorge R. Comparative efficacy of two different topical povidone-iodine 5% regimens in reducing conjunctival bacterial flora: A randomized parallel double-masked clinical trial. PLoS One. 2017 Dec 19;12(12):e0189206. doi: 10.1371/journal.pone.0189206. PMID: 29261737; PMCID: PMC5736199.

Wrong comparison, one drop povidone iodine(PI) 5% vs three drops PI 5%

Bausz M, Fodor E, Resch MD, Kristóf K. Bacterial contamination in the anterior chamber after povidone-iodine application and the effect of the lens implantation device. J Cataract Refract Surg. 2006 Oct;32(10):1691-5. doi: 10.1016/j.jcrs.2006.05.019. PMID: 17010869.

Wrong intervention and outcome, effectiveness of povidone iodine 10% solution (eyebrow and eyelids) and povidone iodine 5% (ocular surface) on bacterial contamination in anterior chamber

Below H, Assadian O, Baguhl R, Hildebrandt U, Jäger B, Meissner K, Leaper DJ, Kramer A. Measurements of chlorhexidine, p-chloroaniline, and p-chloronitrobenzene in saliva after mouth wash before and after operation with 0.2% chlorhexidine digluconate in maxillofacial surgery: a randomised controlled trial. Br J Oral Maxillofac Surg. 2017 Feb;55(2):150-155. doi: 10.1016/j.bjoms.2016.10.007. Epub 2016 Oct 24. PMID: 27789177.

Wrong population, maxillofacial surgery patients

Bramantyo T, Roeslani RD, Andriansjah A, Sitorus RS. The Efficacy of 1% Chloramphenicol Eye Ointment Versus 2.5% Povidone-Iodine Ophthalmic Solution in Reducing Bacterial Colony in Newborn Conjunctivae. Asia Pac J Ophthalmol (Phila). 2015 May-Jun;4(3):180-3. doi: 10.1097/APO.0000000000000070. PMID: 26065506.

Wrong population, neonates; wrong comparison, 1% chloramphenical vs 2.5% povidone iodine

Coskun M, Altintas AG, Anayol MA, Raza S, Celikbilek N, Simsek S. Evaluation of efficacy of topical povidone-iodine and different types of fluoroquinolones in the sterilization of bacterial flora on the conjunctiva. J Ocul Pharmacol Ther. 2011 Dec;27(6):589-92. doi: 10.1089/jop.2010.0192. Epub 2011 Aug 11. PMID: 21834670.

Wrong comparison, comparisons between different types of fluoroquinolones

Costagliola C, Dell'Omo R, Parmeggiani F, Romano MR, Semeraro F, Sebastiani A. Endophthalmitis. Anti-Infective Agents in Medicinal Chemistry. 2009;8(2):151-168

Wrong study design, narrative review

Davies BM, Patel HC. Does chlorhexidine and povidone-iodine preoperative antisepsis reduce surgical site infection in cranial neurosurgery? Ann R Coll Surg Engl. 2016 Jul;98(6):405-8. doi: 10.1308/rcsann.2016.0143. Epub 2016 Apr 8. PMID: 27055411; PMCID: PMC5209970.

Wrong comparison, only between skin disinfectantn, not disinfectant for mucous membrane

De Kaspar HM, Chang RT, Shriver EM, Singh K, Egbert PR, Blumenkranz MS, Ta CN. Three-day application of topical ofloxacin reduces the contamination rate of microsurgical knives in cataract surgery: a prospective randomized study. Ophthalmology. 2004 Jul;111(7):1352-5. doi: 10.1016/j.ophtha.2003.10.032. PMID: 15234136.

Wrong comparison, 3-day vs 1-hour preoperative topical ofloxacin

Miño de Kaspar H, Chang RT, Singh K, Egbert PR, Blumenkranz MS, Ta CN. Prospective randomized comparison of 2 different methods of 5% povidone-iodine applications for anterior segment intraocular surgery. Arch Ophthalmol. 2005 Feb;123(2):161-5. doi: 10.1001/archopht.123.2.161. PMID: 15710810.

Wrong comparison, drops of povidone iodine vs irrigation

Eslami J, Rezaei R, Jamali H, Sedaghat A, Nowroozzadeh MH. Effect of topical povidone-iodine 10% plus levofloxacin 0.5% 1 hour before cataract surgery in eliminating perioperative conjunctival flora: randomized clinical trial. J Cataract Refract Surg. 2021 Mar 1;47(3):340-344. doi: 10.1097/j.jcrs.0000000000000436. PMID: 32947383.

Wrong comparison, wether or not administration of topical povidone iodine 10% + levofloxacin

Fang F, Zhi-Hua Z, Xiao-Bin Z, Wei F, Ke-Jun L, Qing-Min M, Zhi-Yang J. Efficacy of povidone-iodine with different concentration in preparation for cataract surgery. International Eye Science. 2019;19(4):626-630.

Wrong language, article in Chinese

Ferguson AW, Scott JA, McGavigan J, Elton RA, McLean J, Schmidt U, Kelkar R, Dhillon B. Comparison of 5% povidone-iodine solution against 1% povidone-iodine solution in preoperative cataract surgery antisepsis: a prospective randomised double blind study. Br J Ophthalmol. 2003 Feb;87(2):163-7. doi: 10.1136/bjo.87.2.163. PMID: 12543744; PMCID: PMC1771501.

Wrong outcome, conjunctival bacterial load

Friedman DA, Mason JO 3rd, Emond T, McGwin G Jr. Povidone-iodine contact time and lid speculum use during intravitreal injection. Retina. 2013 May;33(5):975-81. doi: 10.1097/IAE.0b013e3182877585. PMID: 23416514.

Wrong intervention, povidone iodine contact time and lid speculum use

George NK, Stewart MW. The Routine Use of Intracameral Antibiotics to Prevent Endophthalmitis After Cataract Surgery: How Good is the Evidence? Ophthalmol Ther. 2018 Dec;7(2):233-245. doi: 10.1007/s40123-018-0138-6. Epub 2018 Jul 5. PMID: 29974362; PMCID: PMC6258587.

Wrong study design, narrative review

Ghafouri HB, Zare M, Bazrafshan A, Abazarian N, Ramim T. Randomized, controlled trial of povidone-iodine to reduce simple traumatic wound infections in the emergency department. Injury. 2016 Sep;47(9):1913-8. doi: 10.1016/j.injury.2016.05.031. Epub 2016 May 24. PMID: 27269416.

Wrong population, no head/neck/eye surgery patients; wrong intervention, povidone iodine as skin disinfectant in preventing simple traumatic wound infection

Grimes SR, Mein CE, Trevino S. Preoperative antibiotic and povidone-iodine preparation of the eye. Ann Ophthalmol. 1991 Jul;23(7):263-6. PMID: 1929094.

Wrong comparison, different time interval administration of gentamicin

Halachmi-Eyal O, Lang Y, Keness Y, Miron D. Preoperative topical moxifloxacin 0.5% and povidone-iodine 5.0% versus povidone-iodine 5.0% alone to reduce bacterial colonization in the conjunctival sac. J Cataract Refract Surg. 2009 Dec;35(12):2109-14. doi: 10.1016/j.jcrs.2009.06.038. Erratum in: J Cataract Refract Surg. 2010 Mar;36(3):535. Halachimi-Eyal, Orly [corrected to Halachmi-Eyal, Orly]. PMID: 19969216.

Wrong comparison, topical moxifloxacin 0.5% drops vs normal saline drops

Hanscom TA. Postoperative endophthalmitis. Clinical Infectious Diseases. 2004;38(4):542-546.

Wrong study design, narrative review

Hansmann F, Kramer A, Ohgke H, Strobel H, Müller M, Geerling G. Lavasept als Alternative für PVP-Iod zur präoperativen Antiseptik in der Ophthalmochirurgie Eine randomisierte, kontrollierte, prospektive Doppelblindstudie [Lavasept as an alternative to PVP-iodine as a preoperative antiseptic in ophthalmic surgery. Randomized, controlled, prospective double-blind trial]. Ophthalmologe. 2005 Nov;102(11):1043-6, 1048-50. German. doi: 10.1007/s00347-004-1120-3. PMID: 16283191.

Wrong language, article in German

Ikuno Y, Sawa M, Tsujikawa M, Gomi F, Maeda N, Nishida K. Effectiveness of 1.25 % povidone-iodine combined with topical levofloxacin against conjunctival flora in intravitreal injection. Jpn J Ophthalmol. 2012 Sep;56(5):497-501. doi: 10.1007/s10384-012-0160-5. Epub 2012 Jun 28. PMID: 22740305.

Wrong outcome, conjunctival bacterial load

Kaposvári I, Körmöczi K, László ZB, Oberna F, Horváth F, Joób-Fancsaly Á. A preoperatív antibiotikus és antiszeptikus kezelés hatása a műtéti úton eltávolított alsó bölcsességfogak sebgyógyulására – prospektív randomizált vizsgálat [Prospective randomized study regarding the effect of the preoperative antibiotic and chlorhexidine rinse on wound healing after mandibular third molar surgery]. Orv Hetil. 2017 Jan;158(1):13-19. Hungarian. doi: 10.1556/650.2017.30645. PMID: 28067086.

Wrong population, oral surgery patients; wrong language, article in Hungarian

Li B, Miño de Kaspar H, Haritoglou C, Kook D, Kampik A, Sheng M, Nentwich MM. Comparison of 1-day versus 1-hour application of topical neomycin/polymyxin-B before cataract surgery. J Cataract Refract Surg. 2015 Apr;41(4):724-31. doi: 10.1016/j.jcrs.2014.06.042. PMID: 25840297.

Wrong comparison, different time interval administration of of topical neomycin/polymyxin-B

Li X, Liang X, Tang L, Zhang J, Shen L, Su G, Li X. Optimal Duration for the Use of 0.5% LevofloxacinEye Drops Before Vitreoretinal Surgery. Asia Pac J Ophthalmol (Phila). 2017 Jan-Feb;6(1):40-44. doi: 10.22608/APO.2015197. PMID: 28161927.

Wrong comparison, different duration for use of 0.5% levofloxacine eye drops

Matsuura K, Miyazaki D, Sasaki SI, Inoue Y, Sasaki Y, Shimizu Y. Effectiveness of intraoperative iodine in cataract surgery: cleanliness of the surgical field without preoperative topical antibiotics. Jpn J Ophthalmol. 2020 Jan;64(1):37-44. doi: 10.1007/s10384-019-00703-5. Epub 2019 Nov 27. PMID: 31776820.

Wrong compasion, povidone iodine vs topical antibiotics

Matsuura K, Miyazaki D, Sasaki SI, Yakura K, Inoue Y, Sakamoto M. Effectiveness of timely intraoperative iodine irrigation during cataract surgery. Jpn J Ophthalmol. 2016 Nov;60(6):433-438. doi: 10.1007/s10384-016-0471-z. Epub 2016 Aug 22. PMID: 27550429.

Wrong comparison, with or without timely intraoperative iodine irrigation

Miño de Kaspar H, Kreutzer TC, Aguirre-Romo I, Ta CN, Dudichum J, Bayrhof M, Klauss V, Kampik A. A prospective randomized study to determine the efficacy of preoperative topical levofloxacin in reducing conjunctival bacterial flora. Am J Ophthalmol. 2008 Jan;145(1):136-142. doi: 10.1016/j.ajo.2007.08.031. Epub 2007 Nov 8. PMID: 17996212.

Wrong comparison, povidone iodine irrigation with or without topical levofloxacine

Molinari LC. Endophthalmitis. Revista Brasileira de Oftalmologia. 1995;54(5):355-361.

Wrong study design , narrative review; included studies no comparisons between different concentration of povidone iodine

Moss JM, Sanislo SR, Ta CN. A prospective randomized evaluation of topical gatifloxacin on conjunctival flora in patients undergoing intravitreal injections. Ophthalmology. 2009 Aug;116(8):1498-501. doi: 10.1016/j.ophtha.2009.02.024. Epub 2009 Jun 5. PMID: 19501409.

Wrong study design, narrative review

Ndiaye PA, D'Erneville CA, Wade A, Boye CSB, Seye-Ndiaye C, Ndiaye MR, Ndoye PA. Assessment of Polyvidone Iodine activity on conjunctival flora in tropical area. Ophtalmologie. 1998;12(6):456-460.

Wrong intervention and outcome, effectiveness of povidone iodine on conjunctival flora

Neffendorf JE, Kumaran N, Sandinha T, Wong RS, Laidlaw DAH, Williamson TH. Safety of intracameral cefuroxime in pars plana vitrectomy. Eye (Lond). 2021 Sep;35(9):2601-2606. doi: 10.1038/s41433-020-01303-1. Epub 2020 Nov 20. PMID: 33219339; PMCID: PMC8377051.

Wrong intervention and outcome

Panahibazaz M, Moosavian M, Khataminia G, Feghhi M, Yazdi F, Abbasi Montazeri E. Sub-Conjunctival Injection of Antibiotics vs. Povidone-Iodine Drop on Bacterial Colonies in Phacoemulsification Cataract Surgery. Jundishapur J Microbiol. 2014 Sep;7(9):e13108. doi: 10.5812/jjm.13108. Epub 2014 Sep 1. PMID: 25485065; PMCID: PMC4255380.

Wrong comparison, injection of cefazolin vs povidone-iodine drop

Rongrungruang Y, Tantaterdthum J, Tuntiwattanapibul Y, Sripalakij S, Danchaivijitr S. Bacterial flora--A potential source of endophthalmitis after cataract surgery. J Med Assoc Thai. 2005 Dec;88 Suppl 10:S49-53. PMID: 16850640.

Wrong intervention and outcome, effectiveness of chlorhexidine gluconate and 10% povidone iodine on bacterial flora

Rossetto JD, Suwannaraj S, Cavuoto KM, Spierer O, Miller D, McKeown CA, Capo H. Evaluation of Postoperative Povidone-Iodine in Adjustable Suture Strabismus Surgery to Reduce Suture Colonization: A Randomized Clinical Trial. JAMA Ophthalmol. 2016 Oct 1;134(10):1151-1155. doi: 10.1001/jamaophthalmol.2016.2926. PMID: 27561000.

Wrong intervention and outcome, effectiveness of postoperative povidone iodine on suture colonization

Rovner MS, Wolf BJ, Rubin M, Ritter A, Heine CL, Wester TE, Furse CM. Instillation of 5% Povidone-Iodine Ophthalmic Drops Decreases the Respiratory Rate in Children Undergoing Strabismus Surgery: A Randomized Controlled Trial. J Pediatr Ophthalmol Strabismus. 2019 Nov 1;56(6):378-382. doi: 10.3928/01913913-20190923-01. PMID: 31743406; PMCID: PMC7340011.

Wrong comparison, balanced salt solution eye drops vs povidone iodine eye drops; wrong outcome, respiratory rate

Shi MH, Hu N, Guan HJ, Ye YJ, Chen MS, Yu CT. [Comparative study of gentamycin and povidone-iodine on eliminating the conjunctival bacteria]. Zhonghua Yan Ke Za Zhi. 2008 Dec;44(12):1098-102. Chinese. PMID: 19187664.

Wrong language, article in Chinese

Mendivil Soto A, Mendivil MP. The effect of topical povidone-iodine, intraocular vancomycin, or both on aqueous humor cultures at the time of cataract surgery. Am J Ophthalmol. 2001 Mar;131(3):293-300. doi: 10.1016/s0002-9394(00)00651-6. PMID: 11239859.

Wrong comparison, topical povidone iodine, vancomycine or both

Summers AN, Larson DL, Edmiston CE, Gosain AK, Denny AD, Radke L. Efficacy of preoperative decontamination of the oral cavity. Plast Reconstr Surg. 2000 Sep;106(4):895-900; quiz 901. PMID: 11007407.

Wrong population, oral surgery patients

Ta CN, Egbert PR, Singh K, Shriver EM, Blumenkranz MS, Miño De Kaspar H. Prospective randomized comparison of 3-day versus 1-hour preoperative ofloxacin prophylaxis for cataract surgery. Ophthalmology. 2002 Nov;109(11):2036-40; discussion 2040-1. doi: 10.1016/s0161-6420(02)01236-8. PMID: 12414411.

Wrong comparison, 3-day vs 1-hour ofloxacin

Ta CN, Egbert PR, Singh K, Shriver EM, Blumenkranz MS, Miño De Kaspar H. Prospective randomized comparison of 3-day versus 1-hour preoperative ofloxacin prophylaxis for cataract surgery. Ophthalmology. 2002 Nov;109(11):2036-40; discussion 2040-1. doi: 10.1016/s0161-6420(02)01236-8. PMID: 12414411.

Double

Teberik K, Eski MT, Çalışkan E, Kılınçel Ö, Kaya M, Ankaralı H. Effects of topical azithromycin, moxifloxacin, and povidone-iodine on conjunctival bacterial flora in patients undergoing intravitreal injection. Arq Bras Oftalmol. 2019 Jan-Feb;82(1):25-31. doi: 10.5935/0004-2749.20190008. PMID: 30652764.

Wrong comparison, treatment vs no treatment with aithromycin or moxifloxacin

Gower EW, Lindsley K, Tulenko SE, Nanji AA, Leyngold I, McDonnell PJ. Perioperative antibiotics for prevention of acute endophthalmitis after cataract surgery. Cochrane Database Syst Rev. 2017 Feb 13;2(2):CD006364. doi: 10.1002/14651858.CD006364.pub3. PMID: 28192644; PMCID: PMC5375161.

Wrong comparison, comparisons between different perioperative antibiotic prophylaxis

Lai P, Coulson C, Pothier DD, Rutka J. Chlorhexidine ototoxicity in ear surgery, part 1: review of the literature. J Otolaryngol Head Neck Surg. 2011 Dec;40(6):437-40. PMID: 22420428.

Wrong study design, survey to identify surgical preparations and adherence to protocol, no comparisons

Sigford DK, Reddy S, Mollineaux C, Schaal S. Global reported endophthalmitis risk following intravitreal injections of anti-VEGF: a literature review and analysis. Clin Ophthalmol. 2015 May 2;9:773-81. doi: 10.2147/OPTH.S77067. PMID: 25999685; PMCID: PMC4427080.

Wrong comparison, bevacizumab vs ranibizumab

Tye A, Witkin AJ. The Safety, Efficacy, and Potential Complications of Intracameral Antibiotics. Current Ophthalmology Reports. 2018;6(2):152-156.

Wrong study design and topic, narrative review on intracameral antibiotics

Yartsev VD, Atkova EL. Rol' mestnykh antiseptikov v profilaktike koronavirusnoi infektsii pri endonazal'nykh vmeshatel'stvakh na sleznykh putyakh [The role of local antiseptics in the prevention of coronavirus infection during endonasal interventions on the lacrimal ducts]. Vestn Otorinolaringol. 2022;87(1):75-80. Russian. doi: 10.17116/otorino20228701175. PMID: 35274896.

Wrong language, article in Russian

Yiu G, Young L, Gilmore M, Chodosh J. Prophylaxis against postoperative endophthalmitis in cataract surgery. Int Ophthalmol Clin. 2011 Fall;51(4):67-83. doi: 10.1097/IIO.0b013e31822d6b3d. PMID: 21897141.

Wrong study design and topic, narrative review on prophylaxis

Yu CQ, Ta CN. Prevention and treatment of injection-related endophthalmitis. Graefes Arch Clin Exp Ophthalmol. 2014 Jul;252(7):1027-31. doi: 10.1007/s00417-014-2644-0. Epub 2014 May 8. PMID: 24807232.

Wrong study design, narrative review

Ahmed MS, Moly KN, Aziz MA. Use of povidone-iodine drop instead of sub-conjunctival injection of dexamethasone and gentamicin combination at the end of phacoemulsification cataract surgery. Mymensingh Med J. 2010 Apr;19(2):232-5. PMID: 20395917.

Wrong comparison, povidone iodine drop vs dexamethasone/gentamicin injection

Amora-Silva BF, Ribeiro SC, Vieira CL, Mendes FR, Vieira-Neto AE, Abdon APV, Costa FN, Campos AR. Clinical efficacy of new α-bisabolol mouthwashes in postoperative complications of maxillofacial surgeries: a randomized, controlled, triple-blind clinical trial. Clin Oral Investig. 2019 Feb;23(2):577-584. doi: 10.1007/s00784-018-2464-4. Epub 2018 May 3. PMID: 29725846.

Wrong population, maxillofacial surgery patients

Auclin F, Rat P, Tuil E, Boureau-Andrieux C, Morel C, Laplace O, Cambourieu C, Limon S, Nordmann JP, Laroche L, Baudouin C. Evaluation clinique de la tolérance oculaire d'Amukine 0,06% solution pour application locale versus povidone iodée (Bétadine 5% solution pour irrigation oculaire) en antisepsie pré-opératoire [Clinical evaluation of the ocular safety of Amukine 0.06% solution for local application versus povidone-iodine (Bétadine) 5% solution for ocular irrigation) in preoperative antisepsis]. J Fr Ophtalmol. 2002 Feb;25(2):120-5. French. PMID: 11941231.

Wrong language, article in French

Babar A, Ibrahim MW, Baig NJ, Shah I, Amin E. Efficacy of intra-alveolar chlorhexidine gel in reducing frequency of alveolar osteitis in mandibular third molar surgery. J Coll Physicians Surg Pak. 2012 Feb;22(2):91-4. PMID: 22313644.

Wrong population, oral surgery patients

Bhavsar AR, Googe JM Jr, Stockdale CR, Bressler NM, Brucker AJ, Elman MJ, Glassman AR; Diabetic Retinopathy Clinical Research Network. Risk of endophthalmitis after intravitreal drug injection when topical antibiotics are not required: the diabetic retinopathy clinical research network laser-ranibizumab-triamcinolone clinical trials. Arch Ophthalmol. 2009 Dec;127(12):1581-3. doi: 10.1001/archophthalmol.2009.304. PMID: 20008710; PMCID: PMC2874253.

Wrong intervention, topical antibiotics

Gkatzonis AM, Vassilopoulos SI, Karoussis IK, Kaminari A, Madianos PN, Vrotsos IA. A randomized controlled clinical trial on the effectiveness of three different mouthrinses (chlorhexidine with or without alcohol and C31G), adjunct to periodontal surgery, in early wound healing. Clin Oral Investig. 2018 Sep;22(7):2581-2591. doi: 10.1007/s00784-018-2357-6. Epub 2018 Feb 2. PMID: 29396643.

Wrong population, periodontal surgery patients

Gnanasekaran S, Rogers S, Wickremasinghe S, Sandhu SS. The effect of diluting povidone-iodine on bacterial growth associated with speech. BMC Ophthalmol. 2019 Feb 26;19(1):62. doi: 10.1186/s12886-019-1066-5. PMID: 30808316; PMCID: PMC6390624.

Wrong outcome, different concentrations of povidone iodine on bacterial droplet dispersal associated with speech

Gou L, Zhao R, Ren X, Li Y, Ji P. Oral transmucosal absorption of iodine after intraoral preparation with povidone-iodine prior to oral surgeries: a randomized controlled study in 12 male patients. Clin Oral Investig. 2022 Jan;26(1):705-711. doi: 10.1007/s00784-021-04048-7. Epub 2021 Jul 1. PMID: 34196852.

Wrong population, oral and maxillofacial surgery patients

Gu XL, Lei M. Clinical effects of conjunctival sac flushing using different concentration of povidoneiodine on corneal epithelium before cataract surgeries. International Eye Science. 2015;15(10):1808-1810.

Full-tekst not available

Hong CK, Hsu KL, Kuan FC, Lee YT, Tsai PF, Chen PL, Su WR. Extended skin cleaning on the shoulder with chlorhexidine reduces the cutaneous bacterial load but fails to decrease suture contamination in patients undergoing arthroscopy rotator cuff repair. J Shoulder Elbow Surg. 2023 Apr;32(4):744-750. doi: 10.1016/j.jse.2022.10.033. Epub 2022 Dec 2. PMID: 36464206.

Wrong population, patients undergoing arthroscopic rotator cuff repair; wrong outcome, suture contamination

Huang H, Guan HJ, Dong YF, Tang YQ. Study on germiculture and drug intervention in cataract patients before and during surgery. International Eye Science. 2021;21(8):1461-1464.

Wrong comparison and outcome, moxifloxacin eyedrop +povidone iodine eyedrop

Huang YS, Dai YH, Sun SY, Lan J, Xie LX. [Study of different methods in reducing conjunctival bacteria before cataract surgery]. Zhonghua Yi Xue Za Zhi. 2009 Sep 22;89(35):2458-61. Chinese. PMID: 20137430.

Wrong comparison and outcome, 1-day vs 3-day topical antibiotic application on conjunctival bacterial load

Inagaki K, Yamaguchi T, Ohde S, Deshpande GA, Kakinoki K, Ohkoshi K. Bacterial culture after three sterilization methods for cataract surgery. Jpn J Ophthalmol. 2013 Jan;57(1):74-9. doi: 10.1007/s10384-012-0201-0. Epub 2012 Oct 19. PMID: 23080269.

Wrong comparison, 5% povidone iodine vs 0.02% chlorhexidine

Kim SJ, Toma HS. Antimicrobial resistance and ophthalmic antibiotics: 1-year results of a longitudinal controlled study of patients undergoing intravitreal injections. Arch Ophthalmol. 2011 Sep;129(9):1180-8. doi: 10.1001/archophthalmol.2011.213. PMID: 21911665.

Wrong comparison and outcome, differerent antibiotic applications on antibiotic susceptibility patterns

Lin S, Li G, Huang H. Comparative study of the disinfection effects of three types of conjunctiva sac irrigations. Eye Sci. 2013 Mar;28(1):20-3. PMID: 24404664.

Wrong comparison and outcome, different antiseptic solutions on conjunctival sac baterial load

Okuda M, Kaneko Y, Ichinohe T, Ishihara K, Okuda K. Reduction of potential respiratory pathogens by oral hygienic treatment in patients undergoing endotracheal anesthesia. J Anesth. 2003;17(2):84-91. doi: 10.1007/s005400300022. PMID: 12903918.

Wrong population, maxillofacial and oral surgery patients

Ong-Tone L. Aqueous humor penetration of gatifloxacin and moxifloxacin eyedrops given by different methods before cataract surgery. J Cataract Refract Surg. 2007 Jan;33(1):59-62. doi: 10.1016/j.jcrs.2006.09.015. PMID: 17189794.

Wrong comparison and outcome, different methods of fluoroquinolone antibiotics on aqueous humor pentration

Roberts GJ, Watts R, Longhurst P, Gardner P. Bacteremia of dental origin and antimicrobial sensitivity following oral surgical procedures in children. Pediatr Dent. 1998 Jan-Feb;20(1):28-36. PMID: 9524970.

Wrong population, oral surgery patients

Wejde G, Samolov B, Seregard S, Koranyi G, Montan PG. Risk factors for endophthalmitis following cataract surgery: a retrospective case-control study. J Hosp Infect. 2005 Nov;61(3):251-6. doi: 10.1016/j.jhin.2005.04.016. PMID: 16213373.

Wrong intervention, risk factors another than different concentrations of povidone iodine were studied in a case-control study design

Welk A, Splieth CH, Schmidt-Martens G, Schwahn Ch, Kocher T, Kramer A, Rosin M. The effect of a polyhexamethylene biguanide mouthrinse compared with a triclosan rinse and a chlorhexidine rinse on bacterial counts and 4-day plaque re-growth. J Clin Periodontol. 2005 May;32(5):499-505. doi: 10.1111/j.1600-051X.2005.00702.x. PMID: 15842266.

 

Wrong population, periodontology patients

 

Table of excluded studies: sub-question 1

Reference

Reason for exclusion

Almqvist H, Luthman J. Gingival and mucosal reactions after intensive chlorhexidine gel treatment with or without oral hygiene measures. Scand J Dent Res. 1988 Dec;96(6):557-60. doi: 10.1111/j.1600-0722.1988.tb01596.x. PMID: 3206202.

Wrong I/C

Borutta A, Heinrich R, Senkel H. Die Wirkung von Chlorhexidin in form einer 0,2%igen Lösung und eines 1%igen Gels auf die Gingiva und den oralen Hygienezustand bei Schulkindern [Effect of chlorhexidine inthe form of an 0.2% solution and a 1% gel upon the gingiva and the state of oral hygiene of schoolchildren (author's transl)]. Zahn Mund Kieferheilkd Zentralbl. 1980;68(4):322-6. German. PMID: 6449801.

Article in German, Wrong I/C

Cheng KK. Children's acceptance and tolerance of chlorhexidine and benzydamine oral rinses in the treatment of chemanotherapy-induced oropharyngeal mucositis. Eur J Oncol Nurs. 2004 Dec;8(4):341-9. doi: 10.1016/j.ejon.2004.04.002. PMID: 15550364.

Wrong I/C

Zenga J, Atkinson S, Yen T, Massey B, Stadler M, Bruening J, Peppard W, Reuben M, Hayward M, Mesich B, Buchan B, Ledeboer N, Sanchez JL, Fraser R, Lin CW, Holtz ML, Awan M, Wong SJ, Puram SV, Salzman N. A phase 2 trial of a topical antiseptic bundle in head and neck cancer surgery: Effects on surgical site infection and the oral microbiome. EBioMedicine. 2022 Jul;81:104099. doi: 10.1016/j.ebiom.2022.104099. Epub 2022 Jun 4. PMID: 35671624; PMCID: PMC9168040.

Wrong I/c

Aktaş A, Giray B, Çapan Y, Menemenlioǧlu D, Hayran M, Ikinci G, Vural, I. Microbiological and clinical comparison of chlorhexidine buccoadhesive tablet and chlorhexidine mouthrinse. Journal of Drug Delivery Science and Technology. 2009; 19(5):353-357

Wrong I: disinfection after surgery

Reimer K, Wichelhaus TA, Schäfer V, Rudolph P, Kramer A, Wutzler P, Ganzer D, Fleischer W. Antimicrobial effectiveness of povidone-iodine and consequences for new application areas. Dermatology. 2002;204 Suppl 1:114-20. doi: 10.1159/000057738. PMID: 12011534.

Narrative review including vitro studies

Rahn R, Schneider S, Diehl O, Schäfer V, Shah PM. Preventing post-treatment bacteremia: comparing topical povidone-iodine and chlorhexidine. J Am Dent Assoc. 1995 Aug;126(8):1145-9. doi: 10.14219/jada.archive.1995.0334. PMID: 7560572.

Dental procedure withoutcome bacteremia

Exner M, Gregori G. Zur Prüfung von Schleimhautdesinfektionsverfahren im Mund-Rachenraum. 1. Mitteilung: Wirkung von Chlorhexidindigluconat und PVP-Jod auf alpha-hämolysierende Streptokokken [Testing of mucosa disinfection methods in the mouth and throat. 1. Effect of chlorhexidine gluconate and PVP-iodine on alpha-hemolytic streptococci]. Zentralbl Bakteriol Mikrobiol Hyg B. 1984 Dec;180(1):38-45. German. PMID: 6524145.

Article in German

Fukushima M, Kitamura T, Maeda N, Fujita H. [Bactericidal effects of 3 kinds of disinfectants on oral bacterial flora]. Tsurumi Shigaku. 1988 May;14(2):335-42. Japanese. PMID: 3255213.

Article in Japanese

Yokoyama Y, Makino S, Ibaraki N. [Comparison in effectiveness of sterilization between chlorhexidine gluconate and povidone-iodine]. Nippon Ganka Gakkai Zasshi. 2008 Feb;112(2):148-51. Japanese. PMID: 18318276.

Article in Japanese

Table of excluded studies: sub-question 2

Reference

Reason for exclusion

Nair S, Zhu A, Jaffry M, Choudhry H, Dastjerdi MH. Povidone-Iodine Adverse Effects and Alternatives for Ocular Procedures. J Ocul Pharmacol Ther. 2023 Apr;39(3):207-214. doi: 10.1089/jop.2022.0122. Epub 2023 Feb 10. PMID: 36763602.

No comparison between different concentrations of povidon-jood

 

Razavi B, Zollinger R, Kramer A, Fricke C, Völzke H, Jäger B, Spielhagen C, Behrens-Baumann W, Below H. Systemic iodine absorption associated with the use of preoperative ophthalmic antiseptics containing iodine. Cutan Ocul Toxicol. 2013 Oct;32(4):279-82. doi: 10.3109/15569527.2013.776574. Epub 2013 Mar 26. PMID: 23528074.

Wrong I/C (1.25% vs 10%)

Swift W, Bair JA, Chen W, Li M, Lie S, Li D, Yang M, Shatos MA, Hodges RR, Kolko M, Utheim TP, Scott W, Dartt DA. Povidone-iodine treatment is deleterious to human ocular surface conjunctival cells in culture. BMJ Open Ophthalmol. 2020 Sep 16;5(1):e000545. doi: 10.1136/bmjophth-2020-000545. PMID: 32995498; PMCID: PMC7497553.

In vitro study

Wu SJ, Zhou HJ, Yao HY, Wu YN, Wang Y. Observation on the adverse reactions of different concentrations of povidone-iodine applied before cataract surgery. International Eye Science. 2013; 13 (12):2528-2529

Full text not available

Lucas Santos, B. W. and Prata Cançado, J. E. and Jorge Scarpi, M. and Guidugli, T. Povidone-iodine as conjunctival antiseptic agent in pre-operative of the cataract surgery. Revista Brasileira de Oftalmologia. 2003; 62 (8) :564-570

Full text not available

Below H, Behrens-Baumann W, Bernhardt C, Völzke H, Kramer A, Rudolph P. Systemic iodine absorption after preoperative antisepsis using povidone-iodine in cataract surgery-- an open controlled study. Dermatology. 2006;212 Suppl 1:41-6. doi: 10.1159/000089198. PMID: 16490974.

Wrong I/C (1.25% vs 10%)

Yan F, Ling P, Yu-Xiao W, Bei-Qing G, Zhong-Xin W. Disinfection effects of secondary irrigation with different concentrations of povidone-iodine on conjunctival sac in cataract surgery. International Eye Science. 2019; 19 (8) :1403-1405

Full text not available

Stem MS, Rao P, Lee IJ, Woodward MA, Faia LJ, Wolfe JD, Capone A Jr, Covert D, Dass AB, Drenser KA, Garretson BR, Hassan TS, Margherio A, Oh KT, Raephaelian PV, Randhawa S, Sneed S, Trese MT, Yedavally S, Williams GA, Ruby AJ. Predictors of Endophthalmitis after Intravitreal Injection: A Multivariable Analysis Based on Injection Protocol and Povidone-iodine Strength. Ophthalmol Retina. 2019 Jan;3(1):3-7. doi: 10.1016/j.oret.2018.09.013. Epub 2018 Sep 25. Erratum in: Ophthalmol Retina. 2019 May;3(5):456. PMID: 30929813; PMCID: PMC6597000.

Wrong I/C (5% vs 10%)

Bekijk de Risk-of-bias-tabel:

Risk-of-bias-tabel


Bijlagen

Begrip

Definitie

Algemene voorzorgsmaatregelen

Maatregelen die bij elke patiënt ongeacht zijn/haar infectiestatus of kolonisatie van toepassing zijn. Deze maatregelen staan beschreven in de SRI Samenwerkingsverband Richtlijnen Infectiepreventie (Samenwerkingsverband Richtlijnen Infectiepreventie )-richtlijnen Handhygiëne & persoonlijke hygiëne medewerker, Persoonlijke beschermingsmiddelen, Reiniging & desinfectie van ruimten en Accidenteel bloedcontact.

Infectie

Interactie tussen het micro-organisme en de gastheer leidt tot schade of een veranderde fysiologie bij de gastheer. De schade of veranderde fysiologie kan resulteren in klinisch waarneembare symptomen en verschijnselen maar ook langdurig onopgemerkt blijven of subklinisch verlopen.

Rondom het oog

Hiermee wordt perioculair bedoeld.

Transmissie

Overdracht van micro-organismen.

Wondclassificaties

Ingrepen worden aan de hand van de wondclassificatie (CDC Centers for Disease Control and Prevention (Centers for Disease Control and Prevention)) ingedeeld in de volgende categorieën, die correleren met het risico op postoperatieve wondinfecties: 1) schoon 2) schoon-besmet 3) besmet en 4) vuil). Een schone wond valt daarom onder categorie 1. Een niet-schone wond valt onder categorie 2, 3 of 4.

  1. Schone wonden zijn het gevolg van ingrepen in niet-geïnfecteerd, niet traumatisch beschadigd en niet-ontstoken gebied, waarbij de tractus respiratorius, tractus digestivus, of geïnfecteerde tractus urogenitalis niet geopend zijn en de wond primair gesloten is waarbij hooguit een drain wordt achtergelaten.
  2. Schoon-besmette wonden zijn het gevolg van ingrepen waarbij de tractus respiratorius, tractus digestivus, of geïnfecteerde tractus urogenitalis geopend zijn onder gecontroleerde omstandigheden zonder dat er sprake is van ongewone contaminatie.
  3. Besmette wonden zijn open, verse, accidentele wonden. Bovendien ingrepen waarbij asepsis niet gehandhaafd is of er sprake is van zichtbare lekkage van darminhoud en incisies waarbij acute, niet-purulente ontsteking wordt aangetroffen, inclusief necrotisch weefsel zonder aanwijzingen van purulente drainage.
  4. Vuile wonden zijn oude traumatische wonden met behoud van afgestorven weefsel en die betrokken zijn bij bestaande infectie of geperforeerde ingewanden. De veroorzakende micro-organismen van de postoperatieve wondinfectie waren al voorafgaand aan de operatie aanwezig in het operatiegebied.

Werkwijze

AGREE

Deze richtlijnmodule is opgesteld volgens de eisen vermeld in het rapport Medisch Specialistische Richtlijnen 2.0 van de adviescommissie Richtlijnen van de Raad Kwaliteit. Dit rapport is gebaseerd op het AGREE II instrument (Appraisal of Guidelines for Research & Evaluation II; Brouwers, 2010).

Knelpuntenanalyse en uitgangsvragen

Tijdens de voorbereidende fase inventariseerde de werkgroep de knelpunten in de zorg voor patiënten waarbij de huid wordt gedesinfecteerd voorafgaand aan een ingreep, punctie/biopsie en injectie. De werkgroep beoordeelde de aanbeveling(en) uit de eerdere WIP-richtlijnen Desinfectie huid en slijmvliezen en Puncties op noodzaak tot revisie. Tevens zijn er knelpunten aangedragen door IGJ, KNMP Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie (Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie ), NAPA Nederlandse Associatie Physician Assistants (Nederlandse Associatie Physician Assistants ), NOG Nederlands Oogheelkundig Gezelschap (Nederlands Oogheelkundig Gezelschap ), NVAB Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde (Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde ), NVALT Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose (Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose ), NVvC, NVDV Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie&nbsp; (Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie&nbsp; ), NVIC, NVK, NVKC, NVKF Nederlandse Vereniging voor Klinische Fysica (Nederlandse Vereniging voor Klinische Fysica ), NVKG, NVMM Nederlandse Vereniging voor Medische Microbiologie (Nederlandse Vereniging voor Medische Microbiologie ), NVPC, NVU, NVvA Nederlandse Vereniging voor Arbeidshygiëne (Nederlandse Vereniging voor Arbeidshygiëne ), NVR, NVvR Nederlandse Vereniging voor Radiologie (Nederlandse Vereniging voor Radiologie ), NVZ, NVZA Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisapothekers (Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisapothekers ), SNV, VCCN, VDSMH Vereniging Deskundigen Steriele Medische Hulpmiddelen (Vereniging Deskundigen Steriele Medische Hulpmiddelen ), Verenso Vereniging van specialisten ouderengeneeskunde (Vereniging van specialisten ouderengeneeskunde ) en VHIG Vereniging voor Hygiëne en Infectiepreventie in de Gezondheidszorg (Vereniging voor Hygiëne en Infectiepreventie in de Gezondheidszorg ) via een schriftelijke knelpunteninventarisatie. Een verslag hiervan is opgenomen onder aanverwante producten.

Op basis van de uitkomsten van de knelpuntenanalyse zijn door de werkgroep concept-uitgangsvragen opgesteld en definitief vastgesteld.

Uitkomstmaten

Na het opstellen van de zoekvraag behorende bij de uitgangsvraag inventariseerde de werkgroep welke uitkomstmaten voor de patiënt relevant zijn, waarbij zowel naar gewenste als ongewenste effecten werd gekeken. Hierbij werd een maximum van acht uitkomstmaten gehanteerd. De werkgroep waardeerde deze uitkomstmaten volgens hun relatieve belang bij de besluitvorming rondom aanbevelingen, als cruciaal (kritiek voor de besluitvorming), belangrijk (maar niet cruciaal) en onbelangrijk. Ook definieerde de werkgroep tenminste voor de cruciale uitkomstmaten welke verschillen zij klinisch (patiënt) relevant vonden.

Methode literatuursamenvatting

Een uitgebreide beschrijving van de strategie voor zoeken en selecteren van literatuur is te vinden onder Zoeken en selecteren onder Onderbouwing. Indien mogelijk werd de data uit verschillende studies gepoold in een random-effects model. Review Manager 5.4 werd gebruikt voor de statistische analyses. De beoordeling van de kracht van het wetenschappelijke bewijs wordt hieronder toegelicht.

Beoordelen van de kracht van het wetenschappelijke bewijs

De kracht van het wetenschappelijke bewijs werd bepaald volgens de GRADE Grading Recommendations Assessment, Development and Evaluation (Grading Recommendations Assessment, Development and Evaluation )-methode. GRADE staat voor Grading Recommendations Assessment, Development and Evaluation (zie www.gradeworkinggroup.org). De basisprincipes van de GRADE-methodiek zijn: het benoemen en prioriteren van de klinisch (patiënt) relevante uitkomstmaten, een systematische review per uitkomstmaat, en een beoordeling van de bewijskracht per uitkomstmaat op basis van de acht GRADE-domeinen (domeinen voor downgraden: risk of bias, inconsistentie, indirectheid, imprecisie, en publicatiebias; domeinen voor upgraden: dosis-effect relatie, groot effect, en residuele plausibele confounding).

GRADE onderscheidt vier gradaties voor de kwaliteit van het wetenschappelijk bewijs: hoog, redelijk, laag en zeer laag. Deze gradaties verwijzen naar de mate van zekerheid die er bestaat over de literatuurconclusie, in het bijzonder de mate van zekerheid dat de literatuurconclusie de aanbeveling adequaat ondersteunt (Schünemann, 2013; Hultcrantz, 2017).

GRADE

Definitie

Hoog

  • Er is hoge zekerheid dat het ware effect van behandeling dicht bij het geschatte effect van behandeling ligt;
  • Het is zeer onwaarschijnlijk dat de literatuurconclusie klinisch relevant verandert wanneer er resultaten van nieuw grootschalig onderzoek aan de literatuuranalyse worden toegevoegd.

Redelijk

  • Er is redelijke zekerheid dat het ware effect van behandeling dicht bij het geschatte effect van behandeling ligt;
  • Het is mogelijk dat de conclusie klinisch relevant verandert wanneer er resultaten van nieuw grootschalig onderzoek aan de literatuuranalyse worden toegevoegd.

Laag

  • Er is lage zekerheid dat het ware effect van behandeling dicht bij het geschatte effect van behandeling ligt;
  • Er is een reële kans dat de conclusie klinisch relevant verandert wanneer er resultaten van nieuw grootschalig onderzoek aan de literatuuranalyse worden toegevoegd.

Zeer laag

  • Er is zeer lage zekerheid dat het ware effect van behandeling dicht bij het geschatte effect van behandeling ligt;
  • De literatuurconclusie is zeer onzeker.

Bij het beoordelen (graderen) van de kracht van het wetenschappelijk bewijs in richtlijnen volgens de GRADE-methodiek spelen grenzen voor klinische besluitvorming een belangrijke rol (Hultcrantz, 2017). Dit zijn de grenzen die bij overschrijding aanleiding zouden geven tot een aanpassing van de aanbeveling. Om de grenzen voor klinische besluitvorming te bepalen moeten alle relevante uitkomstmaten en overwegingen worden meegewogen. De grenzen voor klinische besluitvorming zijn daarmee niet een-op-een vergelijkbaar met het minimaal klinisch relevant verschil (minimal clinically important difference (MCID Minimal Clinically Important Difference (Minimal Clinically Important Difference ))). Met name in situaties waarin een interventie geen belangrijke nadelen heeft en de kosten relatief laag zijn, kan de grens voor klinische besluitvorming over de effectiviteit van de interventie bij een lagere waarde (dichter bij het nuleffect) liggen dan de MCID (Hultcrantz, 2017).

Overwegingen (van bewijs naar aanbeveling)

Om te komen tot een aanbeveling zijn naast (de kwaliteit van) het wetenschappelijke bewijs ook andere aspecten belangrijk en worden meegewogen, zoals aanvullende argumenten uit bijvoorbeeld de biomechanica of fysiologie, waarden en voorkeuren van patiënten, kosten (middelenbeslag), aanvaardbaarheid, haalbaarheid en implementatie. Deze aspecten zijn systematisch vermeld en beoordeeld (gewogen) onder het kopje Overwegingen en kunnen (mede) gebaseerd zijn op expert opinion. Hierbij is gebruik gemaakt van een gestructureerd format gebaseerd op het evidence-to-decision-framework van de internationale GRADE Working Group (Alonso-Coello, 2016a; Alonso-Coello 2016b). Dit evidence-to-decision-framework is een integraal onderdeel van de GRADE-methodiek.

Formuleren van aanbevelingen

De aanbevelingen geven antwoord op de uitgangsvraag en zijn gebaseerd op het beschikbare wetenschappelijke bewijs en de belangrijkste overwegingen, en een weging van de gunstige en ongunstige effecten van de relevante interventies. De kracht van het wetenschappelijk bewijs en het gewicht dat door de werkgroep wordt toegekend aan de overwegingen, bepalen samen de sterkte van de aanbeveling. Volgens de GRADE-methodiek sluit een lage bewijskracht van conclusies in de systematische literatuuranalyse een sterke aanbeveling niet a priori uit, en zijn bij een hoge bewijskracht ook zwakke aanbevelingen mogelijk (Agoritsas, 2017; Neumann, 2016). De sterkte van de aanbeveling wordt altijd bepaald door weging van alle relevante argumenten tezamen. De werkgroep heeft bij elke aanbeveling opgenomen hoe zij tot de richting en sterkte van de aanbeveling zijn gekomen.

In de GRADE-methodiek wordt onderscheid gemaakt tussen sterke en zwakke (of conditionele) aanbevelingen. De sterkte van een aanbeveling verwijst naar de mate van zekerheid dat de voordelen van de interventie opwegen tegen de nadelen (of vice versa), gezien over het hele spectrum van patiënten waarvoor de aanbeveling is bedoeld. De sterkte van een aanbeveling heeft duidelijke implicaties voor patiënten, behandelaars en beleidsmakers (zie onderstaande tabel). Een aanbeveling is geen dictaat, zelfs een sterke aanbeveling gebaseerd op bewijs van hoge kwaliteit (GRADE-gradering HOOG) zal niet altijd van toepassing zijn, onder alle mogelijke omstandigheden en voor elke individuele patiënt.

Implicaties van sterke en zwakke aanbevelingen voor verschillende richtlijngebruikers

 

Sterke aanbeveling

Zwakke (conditionele) aanbeveling

Voor patiënten

De meeste patiënten zouden de aanbevolen interventie of aanpak kiezen en slechts een klein aantal niet.

Een aanzienlijk deel van de patiënten zouden de aanbevolen interventie of aanpak kiezen, maar veel patiënten ook niet.

Voor behandelaars

De meeste patiënten zouden de aanbevolen interventie of aanpak moeten ontvangen.

Er zijn meerdere geschikte interventies of aanpakken. De patiënt moet worden ondersteund bij de keuze voor de interventie of aanpak die het beste aansluit bij zijn of haar waarden en voorkeuren.

Voor beleidsmakers

De aanbevolen interventie of aanpak kan worden gezien als standaardbeleid.

Beleidsbepaling vereist uitvoerige discussie met betrokkenheid van veel stakeholders. Er is een grotere kans op lokale beleidsverschillen.

Organisatie van zorg

In de knelpuntenanalyse en bij de ontwikkeling van de richtlijnmodule is expliciet aandacht geweest voor de organisatie van zorg: alle aspecten die randvoorwaardelijk zijn voor het verlenen van zorg (zoals coördinatie, communicatie, (financiële) middelen, menskracht en infrastructuur). Randvoorwaarden die relevant zijn voor het beantwoorden van deze specifieke uitgangsvraag zijn genoemd bij de overwegingen. Meer algemene, overkoepelende, of bijkomende aspecten van de organisatie van zorg worden behandeld in de module Organisatie van zorg.

Commentaar- en autorisatiefase

De conceptrichtlijnmodule werd aan de betrokken (wetenschappelijke) verenigingen en (patiënten) organisaties voorgelegd ter commentaar. De commentaren werden verzameld en besproken met de werkgroep. Naar aanleiding van de commentaren werd de conceptrichtlijnmodule aangepast en definitief vastgesteld door de werkgroep. De definitieve richtlijnmodule werd aan de deelnemende (wetenschappelijke) verenigingen en (patiënt) organisaties voorgelegd voor autorisatie en door hen geautoriseerd dan wel geaccordeerd.

Inbreng patiëntenperspectief

Er werd aandacht besteed aan het patiëntenperspectief door uitnodigen van Patiëntfederatie Nederland (PFNL Patiëntfederatie Nederland (Patiëntfederatie Nederland )) voor de schriftelijke knelpuntenanalyse. De verkregen input is meegenomen bij het opstellen van de uitgangsvragen, de keuze voor de uitkomstmaten en bij het opstellen van de overwegingen. De conceptrichtlijn is ook voor commentaar voorgelegd aan PFNL en de eventueel aangeleverde commentaren zijn bekeken en verwerkt.

Wkkgz Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg ) & Kwalitatieve raming van mogelijke substantiële financiële gevolgen

Bij de richtlijn is in overeenstemming met de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) een kwalitatieve raming uitgevoerd of de aanbevelingen mogelijk leiden tot substantiële financiële gevolgen. Bij het uitvoeren van deze beoordeling zijn richtlijnmodules op verschillende domeinen getoetst (zie het stroomschema op de Richtlijnendatabase).

Uit de kwalitatieve raming blijkt dat er waarschijnlijk geen substantiële financiële gevolgen zijn, zie onderstaande tabel.

Module

Uitkomst raming

Toelichting

Module 1. Huiddesinfectie

Module 1.1. Ingrepen algemeen

Geen financiële gevolgen

Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbeveling(en) breed toepasbaar zijn (> 40.000 patiënten), volgt uit de toetsing dat het geen nieuwe manier van zorgverlening of andere organisatie van zorgverlening betreft, het geen toename in het aantal in te zetten voltijdsequivalenten aan zorgverleners betreft en het geen wijziging in het opleidingsniveau van zorgpersoneel betreft]. Er worden daarom geen financiële gevolgen verwacht.

Module 1.2 Bloedafname en injecties

Geen financiële gevolgen

Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbeveling(en) breed toepasbaar zijn (> 40.000 patiënten), volgt uit de toetsing dat het geen nieuwe manier van zorgverlening of andere organisatie van zorgverlening betreft, het geen toename in het aantal in te zetten voltijdsequivalenten aan zorgverleners betreft en het geen wijziging in het opleidingsniveau van zorgpersoneel betreft]. Er worden daarom geen financiële gevolgen verwacht.

Module 1.3 Hoofd-halsgebied en oog

Geen financiële gevolgen

Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbeveling(en) breed toepasbaar zijn (> 40.000 patiënten), volgt uit de toetsing dat het overgrote deel (± 90%) van de zorgaanbieders en zorgverleners al aan de norm voldoet. Er worden daarom geen financiële gevolgen verwacht.

Module 1.4 Prematuren/neonaten

Geen financiële gevolgen

Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbeveling(en) breed toepasbaar zijn (> 40.000 patiënten), volgt uit de toetsing dat het overgrote deel (± 90%) van de zorgaanbieders en zorgverleners al aan de norm voldoet. Er worden daarom geen financiële gevolgen verwacht.

Module 2. Algemene voorzorgsmaatregelen

Module 2.1 Punctie/biopsie/injectie buiten het OK-complex

Geen financiële gevolgen

Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbeveling(en) breed toepasbaar zijn (> 40.000 patiënten), volgt uit de toetsing dat het geen nieuwe manier van zorgverlening of andere organisatie van zorgverlening betreft, het geen toename in het aantal in te zetten voltijdsequivalenten aan zorgverleners betreft en het geen wijziging in het opleidingsniveau van zorgpersoneel betreft]. Er worden daarom geen financiële gevolgen verwacht.

Module 2.2 Intra-articulaire injectie/punctie

Geen financiële gevolgen

Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbeveling(en) breed toepasbaar zijn (> 40.000 patiënten), volgt uit de toetsing dat het overgrote deel (± 90%) van de zorgaanbieders en zorgverleners al aan de norm voldoet. Er worden daarom geen financiële gevolgen verwacht.

Literatuur

Agoritsas T, Merglen A, Heen AF, Kristiansen A, Neumann I, Brito JP, Brignardello-Petersen R, Alexander PE, Rind DM, Vandvik PO, Guyatt GH. UpToDate adherence to GRADE criteria for  strong recommendations: an analytical survey. BMJ Open. 2017 Nov 16;7(11):e018593. doi: 10.1136/bmjopen-2017-018593. PubMed PMID: 29150475; PubMed Central PMCID: PMC5701989.

Alonso-Coello P, Schünemann HJ, Moberg J, Brignardello-Petersen R, Akl EA, Davoli M, Treweek S, Mustafa RA, Rada G, Rosenbaum S, Morelli A, Guyatt GH, Oxman AD; GRADE Working Group. GRADE Evidence to Decision (EtD) frameworks: a systematic and transparent approach to making well informed healthcare choices. 1: Introduction. BMJ. 2016 Jun 28;353:i2016. doi: 10.1136/bmj.i2016. PubMed PMID: 27353417.

Alonso-Coello P, Oxman AD, Moberg J, Brignardello-Petersen R, Akl EA, Davoli M, Treweek S, Mustafa RA, Vandvik PO, Meerpohl J, Guyatt GH, Schünemann HJ; GRADE Working Group. GRADE Evidence to Decision (EtD) frameworks: a systematic and transparent approach to making well informed healthcare choices. 2: Clinical practice guidelines. BMJ. 2016 Jun 30;353:i2089. doi: 10.1136/bmj.i2089. PubMed PMID: 27365494.

Brouwers MC, Kho ME, Browman GP, Burgers JS, Cluzeau F, Feder G, Fervers B, Graham ID, Grimshaw J, Hanna SE, Littlejohns P, Makarski J, Zitzelsberger L; AGREE Next Steps Consortium. AGREE II: advancing guideline development, reporting and evaluation in healthcare. CMAJ. 2010 Dec 14;182(18):E839-42. doi: 10.1503/cmaj.090449. Epub 2010 Jul 5. Review. PubMed PMID: 20603348; PubMed Central PMCID: PMC3001530.

Hultcrantz M, Rind D, Akl EA, Treweek S, Mustafa RA, Iorio A, Alper BS, Meerpohl JJ, Murad MH, Ansari MT, Katikireddi SV, Östlund P, Tranæus S, Christensen R, Gartlehner G, Brozek J, Izcovich A, Schünemann H, Guyatt G. The GRADE Working Group clarifies the construct of certainty of evidence. J Clin Epidemiol. 2017 Jul;87:4-13. doi: 10.1016/j.jclinepi.2017.05.006. Epub 2017 May 18. PubMed PMID: 28529184; PubMed Central PMCID: PMC6542664.

Medisch Specialistische Richtlijnen 2.0 (2012). Adviescommissie Richtlijnen van de Raad Kwaliteit.

Neumann I, Santesso N, Akl EA, Rind DM, Vandvik PO, Alonso-Coello P, Agoritsas T, Mustafa RA, Alexander PE, Schünemann H, Guyatt GH. A guide for health professionals to interpret and use recommendations in guidelines developed with the GRADE approach. J Clin Epidemiol. 2016 Apr;72:45-55. doi: 10.1016/j.jclinepi.2015.11.017. Epub 2016 Jan 6. Review. PubMed PMID: 26772609.

Schünemann H, Brożek J, Guyatt G, et al. GRADE handbook for grading quality of evidence and strength of recommendations. Updated October 2013. The GRADE Working Group, 2013.

Inleiding

Dit implementatieplan is opgesteld om de implementatie van de aanbevelingen in de richtlijn infectiepreventie Desinfectie huid en slijmvliezen plus puncties te borgen. Voor het opstellen van dit plan heeft de werkgroep per ontwikkelde module beoordeeld wat eventueel bevorderende en belemmerende factoren zijn voor het naleven van de aanbevelingen en wat eventueel nodig is om de aanbevolen infectiepreventiemaatregelen in Nederland te implementeren.

Werkwijze

De werkgroep heeft per aanbeveling binnen de modules geïnventariseerd:

  • wat een realistische termijn voor implementatie is;
  • de verwachtte effect van implementatie op de zorgkosten;
  • randvoorwaarden om de aanbeveling tijdig te implementeren;
  • mogelijk barrières voor implementatie;
  • te ondernemen acties voor (bevordering van) implementatie;
  • verantwoordelijke partij voor de te ondernemen acties.

Hieronder is een tabel (Tabel 1) opgenomen met alle modules uit deze richtlijn met daarbij de bijhorende implementatietermijn, verwacht effect op kosten, mogelijke barrières voor implementatie, te ondernemen acties voor implementatie en verantwoordelijken voor de acties.

Tabel 1. Implementatieplan

Module

Tijdspad voor implementatie

Verwacht effect op de kosten

Mogelijke barrières voor implementatie1

Te ondernemen acties voor implementatie2

Verantwoordelijke voor acties3

                               

Noodzaak huid- en slijmvliesdesinfectie ingrepen

< 1 jaar

Kosten zullen ongeveer gelijk blijven

Door voor ingrepen buiten de operatiekamer andere concentraties van het aanbevolen middel mee te nemen als er sprake is van onvoldoende beschikbaarheid van het middel, worden geen barrières voor implementatie verwacht.

Verspreiden richtlijn en voorlichting zorgmedewerkers

Professionals

Huiddesinfectiemiddel hoofd-/hals en oog

< 1 jaar

Kosten zullen ongeveer gelijk blijven

Geen, sluit aan bij huidige praktijk

Verspreiden richtlijn en voorlichting zorgmedewerkers

Professionals

Huiddesinfectie bloedafname ja/nee

< 1 jaar

De kosten voor instellingen die voorheen geen huiddesinfectie toepasten zullen toenemen, echter er is geen sprake van een substantiële toename van kosten in z’n totaliteit.

Mogelijk weerstand tegen een verandering in werkwijze

Verspreiden richtlijn en voorlichting medewerkers

Professionals

Huiddesinfectie injectie ja/nee

 

< 1 jaar

De kosten voor instellingen die voorheen wel huiddesinfectie toepasten zullen afnemen, echter er is geen sprake van een substantiële afname van kosten in z’n totaliteit.

Mogelijk weerstand tegen een verandering in werkwijze

Verspreiden richtlijn en voorlichting medewerkers

Professionals

Huiddesinfectiemiddel bloedafname en injectie

 

< 1 jaar

Kosten zullen mogelijk minder worden door minder vaak bij injecties huiddesinfectie toe te passen.

Geen, sluit aan bij huidige praktijk

Verspreiden richtlijn en voorlichting medewerkers

Professionals

Huiddesinfectie prematuren/neonaten

< 1 jaar

Kosten zullen nagenoeg gelijk blijven.

Geen, sluit aan bij huidige praktijk

Verspreiden richtlijn en voorlichting zorgmedewerkers

Professionals

Algemene voorzorgsmaatregelen punctie

< 1 jaar

Kosten zullen nagenoeg gelijk blijven.

Geen, sluit aan bij huidige praktijk

Verspreiden richtlijn en voorlichting zorgmedewerkers

Professionals

Intra-articulaire injectie

< 1 jaar

Kosten zullen nagenoeg gelijk blijven.

Geen, sluit aan bij huidige praktijk

Verspreiden richtlijn en voorlichting zorgmedewerkers

Professionals

1Barrières kunnen zich bevinden op het niveau van de professional, op het niveau van de organisatie (het ziekenhuis) of op het niveau van het systeem (buiten het ziekenhuis). Denk bijvoorbeeld aan onenigheid in het land over de aanbeveling, onvoldoende motivatie of kennis bij de specialist, onvoldoende faciliteiten of personeel, nodige concentratie van zorg, kosten, slechte samenwerking tussen disciplines, nodige taakherschikking, et cetera.
2 Denk aan acties die noodzakelijk zijn voor implementatie, maar ook acties die mogelijk zijn om de implementatie te bevorderen. Denk bijvoorbeeld aan controleren aanbeveling tijdens kwaliteitsvisitatie, publicatie van de richtlijn, ontwikkelen van implementatietools, informeren van ziekenhuisbestuurders, regelen van goede vergoeding voor een bepaald type behandeling, maken van samenwerkingsafspraken.
3 Wie de verantwoordelijkheden draagt voor implementatie van de aanbevelingen, zal ook afhankelijk zijn van het niveau waarop zich barrières bevinden. Barrières op het niveau van de professional zullen vaak opgelost moeten worden door de beroepsvereniging. Barrières op het niveau van de organisatie zullen vaak onder verantwoordelijkheid van de ziekenhuisbestuurders vallen. Bij het oplossen van barrières op het niveau van het systeem zijn ook andere partijen, zoals de NZA en zorgverzekeraars, van belang. Echter, aangezien de richtlijn vaak enkel wordt geautoriseerd door de participerende wetenschappelijke verenigingen is het aan de wetenschappelijke verenigingen om deze problemen bij de andere partijen aan te kaarten.

Termijn voor implementatie

Omdat de aanbevelingen in het algemeen nauw aansluiten bij de huidige klinische praktijk, voorziet de werkgroep nauwelijks belemmeringen voor implementatie. Als men ervan uitgaat dat alle betrokken zorgprofessionals vanaf autorisatie van deze richtlijn (voorzien begin 2024) binnen een jaar op de hoogte gesteld worden van deze richtlijn, is implementatie van de aanbevelingen vanaf een jaar later (begin 2025) realistisch en haalbaar.

Te ondernemen acties per partij

Hieronder wordt per partij toegelicht welke acties zij kunnen ondernemen om de implementatie van de richtlijn te bevorderen.

Alle direct betrokken wetenschappelijke verenigingen/beroepsorganisaties
  • Bekend maken van de richtlijn onder de leden.
  • Publiciteit voor de richtlijn door er over te vertellen op congressen.
  • Ontwikkelen van gerichte bijscholing/trainingen om kennisoverdracht tussen medewerkers te faciliteren/stimuleren.
  • Ontwikkelen en aanpassen van infectiepreventieprotocollen.
De lokale vakgroepen/individuele medisch professionals
  • Het bespreken van de aanbevelingen in de multidisciplinaire teamoverleggen, vakgroepoverleggen en relevante lokale werkgroepen.
  • Aanpassen lokale infectiepreventieprotocollen.
  • Afstemmen en afspraken maken met andere betrokken disciplines om de toepassing van de aanbevelingen in de praktijk te borgen.
Samenwerkingsverband Richtlijnen Infectiepreventie (SRI Samenwerkingsverband Richtlijnen Infectiepreventie (Samenwerkingsverband Richtlijnen Infectiepreventie )):
  • Toevoegen van de richtlijn aan de SRI-website.
  • Toevoegen van richtlijn aan richtlijnendatabase.
  • Het implementatieplan wordt in de bijlage opgenomen, zodat deze voor op een voor alle partijen goed te vinden is.
  • De kennislacunes worden opgenomen in de bijlagen.

Indicatoren

Voor deze richtlijn zijn geen indicatoren ontwikkeld.

Tijdens de ontwikkeling van de richtlijn Desinfectie huid en slijmvliezen plus puncties is systematisch gezocht naar onderzoeksbevindingen die nuttig konden zijn voor het beantwoorden van de uitgangsvragen. Een deel (of een onderdeel) van de hiervoor opgestelde zoekvragen is met het resultaat van deze zoekacties te beantwoorden, een deel echter niet. Door gebruik te maken van de evidence-based methodiek (EBRO Evidence Based Richtlijn Ontwikkeling (Evidence Based Richtlijn Ontwikkeling )) is duidelijk geworden dat er nog kennislacunes bestaan. De werkgroep is van mening dat (vervolg)onderzoek wenselijk is om in de toekomst een duidelijker antwoord te kunnen geven op vragen uit de praktijk. Om deze reden heeft de werkgroep per module aangegeven waar wetenschappelijke kennis beperkt is en dus op welke vlakken nader onderzoek gewenst is.

Module 1 Huiddesinfectie

Module 1.1 Huiddesinfectie ingrepen algemeen

Geen systematische search uitgevoerd.

Module 1.2 Bloedafname en injectie

Het is onduidelijk wat de plaats is van huiddesinfectie voorafgaand aan bloedafname ten behoeve van diagnostiek en keuringen op het voorkómen van een (lokale/systemische) infectie bij de patiënt?
Het is onduidelijk wat de plaats is van huiddesinfectie voorafgaand aan een intramusculaire, subcutane of intradermale injectie op het voorkómen van een infectie bij de patiënt?
Het is onduidelijk welk huiddesinfectiemiddel de voorkeur heeft om voorafgaand aan een bloedafname en/of een injectie (intramusculair, subcutaan, intradermaal) te gebruiken, om een infectie bij de patiënt te voorkómen en in geval van bloedafname het risico op contaminatie van het bloedmonster te reduceren? Echter de werkgroep is van mening dat de praktijk hierdoor niet gehinderd wordt en voert deze daarom niet als kennislacune op.

Module 1.3 Hoofd-halsgebied en oog

Er is onvoldoende bewijs over de optimale concentratie van povidonjodium voor desinfectie van het oogoppervlak.

Module 1.4 Prematuren/neonaten

Tot op heden is de vraag welk huiddesinfectiemiddel effectief en het meest veilig is in gebruik bij prematuren en neonaten niet uitgebreid onderzocht.

Module 2. Algemene voorzorgsmaatregelen Punctie/biopsie/injectie

Module 2.1 Punctie/biopsie/injectie

Bij nieuwe ontwikkelingen/interventies in de gezondheidszorg, waaronder puncties, zal op basis van best practices een keuze gemaakt worden over de te treffen infectiepreventiemaatregelen in overleg met de behandelaar. De werkgroep is van mening dat (vervolg)onderzoek wenselijk is om in de toekomst een duidelijker antwoord te kunnen geven op de noodzaak voor welke maatregelen uit het oogpunt van infectiepreventie nodig zijn en in het kader van de Greendeal niet onnodig getroffen worden.

Module 2.2 Intra-articulaire injectie

Wat is het effect van infectiepreventiemaatregelen op het ontstaan van zorggerelateerde infecties na een intra-articulaire injectie of punctie?

Overig/toekomstige knelpunten

Er is tot nu toe onvoldoende bekend over de aspecten voor duurzaamheid in relatie tot de voorkeur voor een bepaald desinfectiemiddel.

Bekijk  de pdf met het overzicht van de ontvangen reacties voor een schriftelijke knelpuntenanalyse voor deze richtlijn.

Rapportage knelpunteninventarisatie