Module 1.2 Techniek van handhygiëne
Uitgangsvraag
Welke techniek wordt aanbevolen voor het uitvoeren van handhygiëne?
Aanbevelingen
- Desinfecteer de handen volgens de instructie handdesinfectie van de WHO. Handdesinfectie is in iedere zorgsituatie de eerste keus t.o.v. handreiniging.
Randvoorwaarden/aandachtspunten hierbij zijn:- Gebruik handdesinfectiemiddel altijd op droge en zichtbaar schone handen.
- Het is van groot belang dat alle onderdelen van de handen inclusief delen van de polsen worden gedesinfecteerd. Volg het gebruiksvoorschrift op voor de juiste concentratie en hoeveelheid, zodat het oppervlak van handen en polsen volledig bedekt is, en let op de juiste inwerktijd.
- Voorkom misbruik en/of drinkgevaar in bepaalde zorgsettings, bijvoorbeeld waar de veiligheid van de patiënt in het geding is
- Handen die zichtbaar vuil zijn, dienen gereinigd te worden met water en vloeibare zeep volgens de instructie handenwassen van WHO.
Overwegingen
Voor- en nadelen van de interventie en kwaliteit van bewijs
In de gevonden systematische review van Price et al. (3) werd, in opdracht van de WHO, de effectiviteit van de WHO-zes-stappen-handhygiënetechniek onderzocht. Er werd gekeken naar het verminderen van microbiële belasting op handen en het bedekken van handoppervlakken en de zes-stappen-techniek werd vergeleken met de effectiviteit van andere technieken. De onderzoekers identificeerden negen studies waaronder vier RCT’s, één cross-over-RCT, drie voor-na-studies (zonder controle) en één cross-over-NRT met in totaal 1.495 deelnemers die geschikt waren voor inclusie.
De negen studies vonden dat het toepassen van de WHO-handhygiëne de microbiële belasting op handen verminderde. Eén studie vond dat de zes-stappen-methode van de WHO effectiever was dan een drie-stappen-methode (p=0,02). Een andere studie vond echter geen verschil tussen deze twee methoden (p=0,08). In een laboratoriumsetting was een aangepaste drie-stappen-methode effectiever dan de zes-stappen-methode (p=0,02), maar niet in de klinische praktijk (p=0,63). Eén studie onderzocht een aangepaste zes-stappen-methode, die effectiever bleek te zijn dan de WHO-methode (p=0,001). Volgens de onderzoekers hadden alle studies een hoge risk-of-bias.
Met een zeer lage kwaliteit van bewijs kan geconcludeerd worden dat het onzeker is of een andere methode van handhygiëne, zoals een drie-stappen-methode, effectiever is dan de zes-stappen-methode van de WHO (zie Samenvatting literatuur).
Bij het uitwerken van bovenstaande systematische review werd door de werkgroep nog één zeer recente systematische review gevonden die van toepassing is op de uitgangsvraag. In deze systematische review van Price et al. (4) is de invloed van verschillende factoren op de effectiviteit van handhygiëne onderzocht. Ze keken daarbij specifiek naar het volume van het handdesinfectiemiddel, de duur van aanbrengen, de hoeveelheid wrijving en de grootte van de handen. De uitkomstmaten waren afname van bacteriën op de handen, bedekken van handoppervlakken en droogtijd. Er werden uiteindelijk twintig studies geselecteerd. Hieronder bevonden zich elf RCT’s en negen niet-gerandomiseerde studies. Vijftien studies vonden plaats in een laboratorium en vijf studies in een gezondheidszorgsetting.
Uit deze studies kwam naar voren dat voor goede handhygiëne een volledige dekking van het handoppervlak moet worden bereikt, maar er is geen vaste hoeveelheid handdesinfectiemiddel vast te stellen. De kwaliteit van het bewijs is met een niveau verlaagd, aangezien de onderliggende studies enkele beperkingen hadden die duidelijk werden uit de beoordeling op risk-of-bias.
Zie ook de Samenvatting literatuur van deze module.
Aanbevelingen in internationale richtlijnen
De WHO-richtlijn Handhygiëne (1) beschrijft ten eerste welk effect water, zeep en handdesinfectiemiddelen op basis van diverse biociden hebben op micro-organism en op de handen. Alleen water verwijdert de micro-organismen onvoldoende. Vloeibare zeep verwijdert met de juiste techniek micro-organismen in voldoende mate van de handen, maar doodt deze niet. Handdesinfectiemiddelen doden de micro-organismen mits de juiste techniek wordt aangehouden.
Ten tweede beschrijft de WHO-richtlijn Handhygiëne (1) de optimale techniek van handhygiëne aan de hand van een zes-stappen-model. Deze methode beschrijft hoe de handen gedesinfecteerd dan wel gereinigd kunnen worden.
LET OP: dit is iets anders dan de vijf momenten van handhygiëne die ook in de WHO-richtlijn Handhygiëne aan bod komen.
Na het aanbrengen van vloeibare zeep of een handdesinfectiemiddel moeten de handen ingewreven in de volgende zes stappen (zie ook afbeelding):
- Wrijf de handpalmen tegen elkaar.
- Wrijf de rechterhandpalm over de buitenzijde van de linkerhand en wrijf met de linkerhandpalm over de buitenzijde van de rechterhand.
- Wrijf met gespreide vingers de handpalmen tegen elkaar.
- Wrijf met ruggen van vingers naar tegengestelde handpalmen met vingers in elkaar gestoken.
- Wrijf met een draaiende beweging de linkerduim in rechterpalm geklemd en vice versa.
- Wrijf met een draaiende beweging de vingers van de linkerhand in de rechterhandpalm en vice versa.
De review van Cochrane analyseert de aanbevelingen uit de WHO-richtlijn Handhygiëne en geeft bewijskracht van de aanbevelingen weer in relatie tot de naleving van handhygiëne volgens GRADE (Grading Recommendations Assessment, Development and Evaluation ) (2).
De techniek van handhygiëne is één onderdeel van de bundel van aanbevelingen uit de WHO-richtlijn Handhygiëne. Uit de review blijkt dat wanneer een aantal aanbevelingen uit de WHO-richtlijn worden toegepast, dit leidt tot een iets betere naleving van handhygiëne (lage zekerheid van bewijs) en een lichte vermindering van zorggerelateerde infecties (lage zekerheid van bewijs). Naleving van alle aanbevelingen uit de WHO-richtlijn Handhygiëne, in combinatie met aanvullende infectiepreventiemaatregelen, kan de naleving verbeteren (lage zekerheid van bewijs). De mate van zekerheid voor het bewijs van de WHO-aanbevelingen over het verminderen van zorggerelateerde infecties is erg laag bevonden in de review (2).
Waarden en voorkeuren van patiënten en/of zorgmedewerkers
Voor patiënten en zorgmedewerkers is het van belang dat het risico op transmissie van pathogene micro-organismen en het ontstaan van zorggerelateerde infecties zo laag mogelijk is. Een goede handhygiënetechniek draagt hieraan bij. Een goede handhygiëne beschermt zowel de zorgmedewerker als de patiënt tegen zorggerelateerde infecties. Misbruik en/of drinkgevaar van een handdesinfectiemiddel kan een aandachtspunt zijn in meerdere zorgsettings, bijvoorbeeld voor kinderafdelingen, GGZ (geestelijke gezondheidszorg )-instellingen, woonvormen voor mensen met een verstandelijke beperking en psychogeriatrische afdelingen. Hiervoor zijn middelen beschikbaar, zoals aangepaste dispensers, die het risico op drinkgevaar kunnen verkleinen of wegnemen.
Kosten en middelen
De werkgever is verantwoordelijk voor het beschikbaar stellen van de noodzakelijke middelen zoals beschreven in Module 2 en Module 3. De werkgroep verwacht dat de kosten en middelen geen bepalende factor zullen zijn voor de techniek van handhygiëne in zorgorganisaties.
Infectiepreventiemaatregelen
De techniek voor het inwrijven van handdesinfectiemiddel dan wel zeep is gelijk. De werkgroep acht dat handdesinfectie voor zorgmedewerkers de voorkeur heeft boven handreiniging, vanwege de hoge effectiviteit en de mogelijkheid tot plaatsing in het directe zorgwerkveld. Voor een effectieve handreiniging is het noodzakelijk om, naast het inwrijven met zeep, de handen nat te maken en de handen te drogen. Vanwege deze extra handelingen is handdesinfectie sneller en ook minder huidbelastend. Bovendien is bij handdesinfectie een zorgmedewerker niet afhankelijk van de beschikbaarheid van een water- en droogvoorziening en kan een (zak)flacon met handdesinfectiemiddel geplaatst of direct in het zorgwerkveld meegedragen worden.
Vuil en/of lichaamsvloeistoffen worden op zichtbaar verontreinigde handen door handdesinfectiemiddel onvoldoende verwijderd. Zeep en water kunnen dit wel. Zichtbaar vuile handen en/of plakkerige handen dienen daarom gereinigd te worden met water en vloeibare zeep.
De WHO neemt in haar voorschriften de polsen niet standaard mee voor de techniek van handhygiëne. Voor zover bekend zijn hierover geen data beschikbaar. Nederlandse zorgorganisaties gaan hier verschillend mee om. Er zijn organisaties die voorschrijven om de polsen mee te nemen. Welk gebied van de hand en onderarm wel en niet tot de pols behoort, is lastig te definiëren. Bij het uitvoeren van de WHO-techniek voor handhygiëne wordt een deel van de polsen vanzelf meegenomen. De werkgroep is van mening dat dit afdoende is.
De techniek van pre-operatieve handdesinfectie valt buiten deze richtlijn en is uitgewerkt in de SRI (Samenwerkingsverband Richtlijnen Infectiepreventie )-richtlijn Pre-operatieve handdesinfectie (deze richtlijn is momenteel nog in ontwikkeling).
Langdurige zorg en publieke gezondheidszorg
In de gehandicaptenzorg, ouderenzorg en zorg bij cliënten thuis staat begeleiding van de cliënten vaak op de voorgrond; soms is er zelfs geen sprake van zorghandelingen. Voorbeelden hiervan zijn een dagbestedingslocatie en vormen van advies en begeleiding. Ook bij een gemeentelijke gezondheidsdienst (GGD (Gemeentelijke/gewestelijke gezondheidsdienst)) wordt niet door alle medewerkers zorg verleend. Een deel van de medewerkers adviseert op het gebied van zorg en gezondheid. Ook in het publieke gezondheidszorgdomein, zoals jeugdzorg, is er niet altijd sprake van verzorging. Dergelijke instellingen kunnen dan de afweging maken of handdesinfectie of handreiniging het meest passend is voor settings waarbij er sprake is van alleen begeleiding van cliënten. Ook veiligheidsaspecten, zoals drinkgevaar, kunnen hierin meegewogen worden. Dit moet worden vastgelegd in het infectiepreventiebeleid van de instelling.
Onderbouwing
Autorisatiedatum: 19 september 2023
Eerstvolgende beoordeling actualiteit: 2027
Initiatief:
- RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu ) en SKILZ (Stichting Kwaliteitsimpuls Langdurige Zorg )
Geautoriseerd door:
- Nederlandse Vereniging voor Medische Microbiologie (NVMM (Nederlandse Vereniging voor Medische Microbiologie ))
- Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie (NVDV (Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie ))
- Nederlandse Vereniging voor Thoraxchirurgie (NVT)
- Nederlandse Vereniging voor Oogheelkunde (NOG (Nederlands Oogheelkundig Gezelschap ))
- Nederlandse Vereniging Artsen Verstandelijk Gehandicapten (NVAVG (Nederlandse Vereniging Artsen Verstandelijk Gehandicapten ))
- Vereniging van specialisten ouderengeneeskunde (Verenso (Vereniging van specialisten ouderengeneeskunde ))
- Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V&VN (Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland ))
- Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)
- Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde (NVAB (Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde ))
- Nederlandse Vereniging voor Arbeidshygiëne (NVvA (Nederlandse Vereniging voor Arbeidshygiëne ))
- Vereniging voor Hygiëne & Infectiepreventie in de Gezondheidszorg (VHIG (Vereniging voor Hygiëne en Infectiepreventie in de Gezondheidszorg ))
- Nederlandse Vereniging voor Intensive Care (NVIC)
- Vereniging Klinische Genetica Nederland (VKGN)
- Nederlandse Vereniging voor Pathologie (NVVP)
- Vereniging voor Sportgeneeskunde (VSG)
- Nederlandse Vereniging van Revalidatieartsen (VRA (Nederlandse Vereniging van Revalidatieartsen ))
- Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose (NVALT (Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose ))
- Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie (NVPC)
- Nederlandse Vereniging voor Orthopedie (NOV (Nederlandse Orthopaedische Vereniging ))
- Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisapothekers (NVZA (Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisapothekers ))
- Nederlandse Vereniging voor Klinische Geriatrie (NVKG)
- Nederlandse Vereniging voor Reumatologie (NVR)
- Nederlandse Vereniging van Maag, Darm-Leverartsen (NVMDL)
- Nederlandse Internisten Vereniging (NIV)
Regiehouder:
- Samenwerkingsverband Richtlijnen Infectiepreventie (SRI (Samenwerkingsverband Richtlijnen Infectiepreventie ))
De richtlijn is gefinancierd door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport)). De financier heeft geen invloed gehad op de inhoud van de richtlijn.
Handhygiëne wordt wereldwijd gezien als een van de belangrijkste preventieve maatregelen in het voorkomen en bestrijden van infectieziekten. Hierbij is het van belang om handhygiëne op de juiste wijze uit te voeren om zo een (kruis)besmetting te voorkomen. Deze module beschrijft hoe de techniek van handhygiëne in de drie zorgdomeinen toegepast dient te worden. Naleving hiervan draagt bij aan kwalitatieve en veilige zorg.
Voor het beantwoorden van deze uitgangsvraag is er allereerst voor gekozen om gebruik te maken van de beschikbare WHO-richtlijn (1) en de Cochrane review (2). Aanvullend heeft de werkgroep besloten om een systematische literatuurzoekopdracht te verrichten met de volgende onderzoeksvraag:
Is er een alternatief voor de aanbevolen handhygiënemethode in zes stappen zoals opgesteld door de WHO?
P: | Medewerkers of gezonde vrijwilligers met patiëntgebonden werkzaamheden of werkzaamheden (aan materialen) in de omgeving van de patiënt |
I: | WHO-handhygiënemethode met zes stappen |
C: | Andere methode van handhygiëne |
O: | Verminderde overdracht en infecties zorginstellingen, microbiële belasting op handen |
Op 18 februari 2022 is in de databases Pubmed en Embase gezocht naar wetenschappelijke literatuur. De zoekactie is uitgevoerd in combinatie met zoektermen voor handhygiëne in relatie tot huidverzorging uit Module 1.3 en huidbeschadigingen uit Module 1.4.
Studies werden geselecteerd op grond van de volgende selectiecriteria:
- Het gaat om een systematische review of vergelijkend onderzoek zoals een (gerandomiseerd) gecontroleerd onderzoek of observationeel onderzoek.
- De patiëntengroep bestaat uit mensen die werken in de gezondheidszorg.
- De interventie bestaat uit het uitvoeren van de WHO-handhygiënemethode.
- De controle-interventie bestaat uit een andere methode van handhygiëne.
- De uitkomst richt zich op verminderde overdracht en infecties in zorginstellingen en microbiële belasting op de hand.
In eerste instantie zijn de titel en abstract van de referenties beoordeeld. Hiervan werden vier referenties geïncludeerd voor de beoordeling op basis van het volledige artikel. Na de beoordeling van de volledige tekst is één systematische review definitief geïncludeerd voor de literatuuranalyse (zie Samenvatting literatuur).
Onderstaand is een beschrijving gegeven van de geïncludeerde studie die betrekking heeft op de vraag: ‘Is er een alternatief voor de aanbevolen zes-stappen-handhygiënemethode zoals opgesteld door de WHO?’
Beschrijving van de studie
De zoekactie identificeerde één systematische review die van toepassing is op de onderzoeksvraag.
Price et al. (3) onderzochten, in opdracht van de WHO, de effectiviteit van de WHO-zes-stappen-handhygiënetechniek bij het verminderen van microbiële belasting op handen en het bedekken van handoppervlakken en vergeleken de effectiviteit met andere technieken. Hiervoor includeerden zij studies onder gezondheidsmedewerkers, waarbij microbiële belasting een uitkomstmaat was. De onderzoekers vonden negen studies met in totaal 1495 deelnemers die geschikt waren voor inclusie. Zie de tabel met geïncludeerde studies voor een volledig overzicht.
Bij het doorlopen van de titels en samenvattingen van de referenties werd door de werkgroep één zeer recente systematische review gevonden die van toepassing is voor de uitgangsvraag.
In de systematische review van Price et al. (4), die werd uitgevoerd in opdracht van de WHO, werd de invloed van verschillende factoren op de effectiviteit van handhygiëne onderzocht. Ze keken daarbij specifiek naar het volume van de handalcohol, duur van aanbrengen, de hoeveelheid wrijving en de grootte van de handen. De uitkomstmaten waren afname van bacteriën op de handen, handoppervlakbedekking en droogtijd. Studies moesten plaatsvinden onder gezondheidszorgmedewerkers. Er werd gezocht naar empirische studies tot februari 2021. De zoektocht leverde 9013 unieke hits op, waarvan na het doorlopen van de titels en samenvattingen 173 studies werden geselecteerd. Na verdere beoordeling werden uiteindelijk twintig studies geselecteerd. Hieronder bevonden zich elf RCT’s en negen niet-gerandomiseerde studies. Vijftien studies vonden plaats in een lab, en vijf studies in een gezondheidszorgsetting. Zie de tabel met geïncludeerde studies voor een volledig overzicht.
Risk-of-bias
De studies zijn onderzocht op risk-of-bias. Hieronder zijn bondig de resultaten beschreven. De volledige beoordeling is beschreven in de risk-of-bias-tabel.
De systematische review van Price et al. (3) is van goede kwaliteit. Het studieprotocol was vooraf geregistreerd, de onderzoeksvraag en criteria waren duidelijk, en er heeft een goede zoekactie en selectie plaatsgevonden. De onderzoekers houden daarnaast bij het interpreteren van de resultaten rekening met risk-of-bias van de individuele studies. Het ontbreekt alleen aan een lijst van de geëxcludeerde studies en redenen voor exclusie bij full-text beoordeling.
Price et al. (4) hebben het risk-of-bias van de geïncludeerde studies beoordeeld door gebruik te maken van de Cochrane Effective Practice and Organization of Care (EPOC) risk-of-bias-criteria. Alle twintig studies hadden ten minste één item met een hoge risk-of-bias, waardoor zij alle studies als studies met een hoge risk-of-bias beoordeelden. Bij de RCT’s was er veelal sprake van onvoldoende informatie over randomisatie. In veel studies was geen baseline-data verzameld, waardoor onduidelijk was of de groepen wel vergelijkbaar waren. Geen van de studies had van tevoren een powerberekening uitgevoerd. Ten slotte gebruikten alle labstudies kunstmatige besmetting van de handen, wat geen goede reflectie is van de klinische situatie.
Beschrijving van de resultaten
De systematische review van Price et al. (3) identificeerde negen studies, waaronder vier RCT’s, één cross-over-RCT, drie voor-na studies (zonder controle) en één cross-over-NRT. De studies vonden dat het toepassen van de WHO-handhygiënemethode de microbiële belasting op handen verminderde. Eén studie vond dat de WHO-zes-stappen-methode effectiever was dan een drie-stappen-methode (p=0,02). Een andere studie vond echter geen verschil tussen deze twee methoden (p=0,08). In een laboratoriumsetting was een aangepaste drie-stappen-methode effectiever dan de zes-stappen-methode (p=0,02), maar niet in de klinische praktijk (p=0,63). Eén studie onderzocht een aangepaste zes-stappen-methode, die effectiever bleek te zijn dan de WHO-methode (p=0,001). Volgens de onderzoekers hadden alle studies een hoge risk-of-bias.
De studies uit de tweede systematische review van Price et al. (4) lieten de volgende resultaten zien:
Volume van handdesinfectiemiddel op alcoholbasis
Vijf van de zes studies die de invloed van het handgelvolume op het aantal bacteriën onderzochten, vonden een significante relatie tussen volume en vermindering van bacteriën, waarbij volumes gelijk aan of groter dan 3 ml in het voordeel waren. Er werd ook een consistente overeenstemming gevonden tussen handgelvolume en droogtijd, waarbij een toename in het volume leidt tot een toename in de droogtijd. Als laatste werd er ook door vijf studies een verband gevonden tussen handgelvolume en handoppervlakbedekking, waarbij een groter volume zorgt voor een hogere bedekkingsgraad. Eén studie liet ziet dat er tenminste 2,5 ml handgel nodig was om een bedekkingsgraad van 82-90% te bereiken.
Duur van aanbrengen handdesinfectiemiddel
Zes studies onderzochten de invloed van de duur van het aanbrengen van de handgel. Twee klinische studies vergeleken een duur van 15 met 30 seconden en vonden geen verschil in uitkomsten. Van de vier labstudies vonden bovendien drie studies geen verschil tussen 15 en 30 seconden. Enkele studies onderzochten ook een duur langer dan 30 seconden. Daarbij vond één labstudie dat de afname in bacteriën significant groter was na 60 seconden vergeleken met 15 of 30 seconden. Maar een andere studie vond juist een kleinere afname in bacteriën na 45 of 60 seconden vergeleken met 30 seconden.
Hoeveelheid wrijving
Slechts één studie onderzocht of de hoeveelheid wrijving van invloed was op het aantal bacteriën. Zij vonden dat het aanbrengen van handdesinfectiemiddel zonder wrijven (middels een spray) minder effectief was dan het gebruik van handdesinfectiemiddel met wrijven.
GRADE (Grading Recommendations Assessment, Development and Evaluation )-evidence-profiel
Vanwege substantiële heterogeniteit van de geïncludeerde studies in de systematische review Price et al. (3) is een GRADE-waardering niet mogelijk.
De bewijskracht uit de studie van Price et al. (4) begon als lage bewijskracht, aangezien het mede afkomstig is uit niet-gerandomiseerde studies. De bewijskracht is met een niveau verlaagd, aangezien de onderliggende studies enkele beperkingen hadden die duidelijk werden uit de beoordeling op risk-of-bias.
Zeer laag GRADE (Grading Recommendations Assessment, Development and Evaluation ) |
Het is onzeker of een andere methode van handhygiëne, zoals een drie-stappen-methode, effectiever is dan de zes-stappen-methode van de WHO. |
---|
Zeer laag GRADE |
Het is onzeker of volume van het handdesinfectiemiddel, duur van het aanbrengen van de handdesinfectiemiddel of de hoeveelheid wrijving van invloed is op de effectiviteit van handhygiëne. |
---|
- WHO guidelines on hand hygiene in health care. WHO Library Cataloguing-in-Publication Data (2009).
- Gould DJ et al. Interventions to improve hand hygiene compliance in patient care (Review). Cochrane, Cochrane Database of Systematic Reviews (2017).
- Price et al. Comparing the effectiveness of hand hygiene techniques in reducing the microbial load and covering hand surfaces in healthcare workers: Updated systematic review. Am J Infect Control (2022).
- Price et al. Systematic review on factors influencing the effectiveness of alcohol-based hand rubbing in healthcare (2022).
Ga naar de pagina Geïncludeerde studies module 1.2 voor de tabel.
Referentie |
Reden van exclusie |
---|---|
Voniatis et al. (2021). Randomized Controlled Trial; A large-scale investigation of alcohol-based handrub (ABHR) volume: hand coverage correlations utilizing an innovative quantitative evaluation system. Antimicrob Resist Infect Control 2021 Mar 7;10(1):49 |
Verkeerde uitkomstmaten |
Harnoss et al. (2020). Journal article: Hand antisepsis without decreasing efficacy by shortening the rub-in time of alcohol-based handrubs to 15 seconds. J Hosp Infect 2020 Apr;104(4):419-424 |
Verkeerd studie design |
Reilly et al. (2016). A Pragmatic Randomized Controlled Trial of 6-Step vs 3-Step Hand Hygiene Technique in Acute Hospital Care in the United Kingdom. Infection Control and Hospital Epidemiology 2016 37:6 (661-666) |
Is reeds opgenomen in de geïncludeerde systematic review van Price et al. (2022) |
Author, publication year: Price, 2022 [3]
Item |
Yes, partial yes or no |
Explanation |
---|---|---|
1. Did the research questions and inclusion criteria for the review include the components of PICO? |
Yes |
|
2. Did the report of the review contain an explicit statement that the review methods were established prior to the conduct of the review and did the report justify any significant deviations from the protocol? |
Yes |
|
3. Did the review authors explain their selection of the study designs for inclusion in the review? |
Yes |
|
4. Did the review authors use a comprehensive literature search strategy? |
Yes |
|
5. Did the review authors perform study selection in duplicate? |
Yes |
|
6. Did the review authors perform data extraction in duplicate? |
Yes |
|
7. Did the review authors provide a list of excluded studies and justify the exclusions? |
No |
|
8. Did the review authors describe the included studies in adequate detail? |
Yes |
|
9. Did the review authors use a satisfactory technique for assessing the risk of bias (RoB) in individual studies that were included in the review? |
Yes |
|
10. Did the review authors report on the sources of funding for the studies included in the review? |
No |
|
11. If meta-analysis was performed did the review authors use appropriate methods for statistical combination of results? |
n.a. |
|
12. If meta-analysis was performed, did the review authors assess the potential impact of RoB in individual studies on the results of the meta-analysis or other evidence synthesis? |
n.a. |
|
13. Did the review authors account for RoB in individual studies when interpreting/ discussing the results of the review? |
Yes |
|
14. Did the review authors provide a satisfactory explanation for, and discussion of, any heterogeneity observed in the results of the review? |
Yes |
|
15. If they performed quantitative synthesis did the review authors carry out an adequate investigation of publication bias (small study bias) and discuss its likely impact on the results of the review? |
n.a. |
|
16. Did the review authors report any potential sources of conflict of interest, including any funding they received for conducting the review? |
No |
Funded by the WHO |
Author, publication year: Price, 2022 [4]
Item |
Yes, partial yes or no |
Explanation |
---|---|---|
1. Did the research questions and inclusion criteria for the review include the components of PICO? |
Yes |
|
2. Did the report of the review contain an explicit statement that the review methods were established prior to the conduct of the review and did the report justify any significant deviations from the protocol? |
Yes |
|
3. Did the review authors explain their selection of the study designs for inclusion in the review? |
Yes |
|
4. Did the review authors use a comprehensive literature search strategy? |
Yes |
|
5. Did the review authors perform study selection in duplicate? |
Yes |
|
6. Did the review authors perform data extraction in duplicate? |
Yes |
|
7. Did the review authors provide a list of excluded studies and justify the exclusions? |
No |
|
8. Did the review authors describe the included studies in adequate detail? |
Yes |
|
9. Did the review authors use a satisfactory technique for assessing the risk of bias (RoB) in individual studies that were included in the review? |
Yes |
|
10. Did the review authors report on the sources of funding for the studies included in the review? |
No |
|
11. If meta-analysis was performed did the review authors use appropriate methods for statistical combination of results? |
n.a. |
|
12. If meta-analysis was performed, did the review authors assess the potential impact of RoB in individual studies on the results of the meta-analysis or other evidence synthesis? |
n.a. |
|
13. Did the review authors account for RoB in individual studies when interpreting/ discussing the results of the review? |
Yes |
|
14. Did the review authors provide a satisfactory explanation for, and discussion of, any heterogeneity observed in the results of the review? |
Yes |
|
15. If they performed quantitative synthesis did the review authors carry out an adequate investigation of publication bias (small study bias) and discuss its likely impact on the results of the review? |
n.a. |
|
16. Did the review authors report any potential sources of conflict of interest, including any funding they received for conducting the review? |
No |
Funded by the WHO |
Bijlagen
Dienstkleding of werkkleding |
Kleding die in de instelling wordt gedragen tijdens diensttijd. De kleding kan bestaan uit werkkleding gefaciliteerd door de werkgever (zoals hes/jas en/of broek, lange jas) of uit eigen kleding. |
Hand- en polssieraden en/ of hand- en polsaccessoires en/ of (medisch) hulpmiddelen voor handen, polsen/ onderarmen | Alle sieraden, accessoires en (medische) hulpmiddelen die worden gedragen aan de vingers, handen en/of pols en/ of onderarm. Voorbeelden hiervan zijn (gladde) ringen, armbanden, polshorloges, piercings, braces, spalken, kousen, gips, zilversplint, sjaal, heuptasjes, vest/jas/bodywarmer, sieraden, sjaal en tassen. |
Handdesinfectie | Het desinfecteren van de handen, polsen en/of onderarmen met een handdesinfectiemiddel. |
Handdesinfectiemiddel en handdesinfectiemiddelen |
Handdesinfectiemiddel is de verzamelnaam voor de preparaten die gebruikt worden voor het desinfecteren van de huid van de handen, polsen en onderarmen. Handdesinfectiemiddelen zijn er in diverse vormen en op basis van diverse werkzame stoffen, bijvoorbeeld op basis van ethanol, n-propanol of isopropanol. |
Handhygiëne |
Handhygiëne betreft het reinigen, of desinfecteren en het geregeld aanvullend verzorgen van de handen, polsen en onderarmen. |
Handreiniging |
Het reinigen van de handen, polsen en/of onderarmen met water en zeep gevolgd door het drogen. |
Hygiëne- en/ of Infectiepreventiebeleid |
Een beleid, vastgesteld door de werkgever, wat geldt in een zorginstelling of zorgorganisatie wat gaat over de maatregelen en afspraken op het gebied van infectiepreventie die door de zorgmedewerkers nageleefd dienen te worden. |
Infectie |
Interactie tussen het micro-organisme en de gastheer leidt tot schade of een veranderde fysiologie bij de gastheer. De schade of veranderde fysiologie kan resulteren in klinisch waarneembare symptomen en verschijnselen maar ook langdurig onopgemerkt blijven, c.q. subklinisch verlopen. |
Medewerker |
Medewerker en gastmedewerker die werkzaam is in een zorginstelling |
MRSA (meticilline-resistente Staphylococcus aureus ) |
Methicilline-resistente Staphylococcus aureus |
Patiënt |
Een persoon waaraan zorg verleend wordt. In deze richtlijn is gekozen voor het begrip patiënt. Dit is echter niet passend voor ieder zorgdomein. Daar waar patiënt staat kan ook cliënt, bewoner of zorgvrager gelezen worden. |
Persoonlijke hygiëne zorgmedewerker |
Persoonlijke hygiëne betreft maatregelen t.a.v. haar, handen, kleding, accessoires en sieraden. |
Zorgaanbieder |
Organisatie die je kunt inschakelen als je (thuis) verpleging of verzorging nodig hebt, of als je diagnostiek en behandeling nodig hebt. |
Zorginstelling |
Een instelling waar door een organisatie zorg verleend wordt aan personen, bijvoorbeeld een ziekenhuis, verpleeghuis, (kleinschalige) woonvoorziening of zorg aan huis. |
Zorgmedewerker |
Iedere medewerker die werkzaam is in een organisatie of instelling binnen de medische specialistische zorg, langdurige zorg en/of publieke gezondheidszorg in de directe patiëntenzorg of in een zorgondersteunende functie. |
Werkwijze
Deze richtlijn is opgesteld conform de eisen zoals vastgesteld in het SRI (Samenwerkingsverband Richtlijnen Infectiepreventie ) document ‘procedure SRI richtlijnontwikkeling’. Dit document beschrijft een stappenplan dat gebaseerd is op de kwaliteitscriteria uit de documenten: Richtlijn voor richtlijnen (2012), AQUA Leidraad voor Kwaliteitsstandaarden (2014), de HARING-tools (2013), AGREE-II (2010). Ook bevat het stappenplan verwijzingen voor methodieken van het rapport Medisch Specialistische Richtlijnen 2.0 van de adviescommissie Richtlijnen van de Raad Kwaliteit en het stappenplan ‘Ontwikkeling van Medisch Specialistische Richtlijnen van het Kennisinstituut van Medisch Specialisten’.
Knelpuntenanalyse
Tijdens de voorbereidende fase hebben de voorzitter van de werkgroep, de werkgroepleden en de procesbegeleiding de knelpunten geïnventariseerd. Een verslag is terug te vinden in de bijlage Rapportage knelpunteninventarisatie.
Uitkomstmaten
Op basis van de uitkomsten van de knelpuntenanalyse zijn door de werkgroep uitgangsvragen opgesteld. Vervolgens heeft de werkgroep per uitgangsvraag geïnventariseerd welke uitkomstmaten relevant zijn, waarbij zowel naar gewenste als ongewenste effecten werd gekeken.
Methode literatuur (samenvatting)
In 2009 heeft de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) een richtlijn Handhygiëne uitgebracht (10). Deze richtlijn wordt wereldwijd onderschreven, vanwege de brede wetenschappelijke onderbouwing. Sinds 2009 zijn er meerdere tussentijdse actualisaties van de WHO-richtlijn geweest. Daarnaast is er in 2017 een Cochrane review gepubliceerd over handhygiëne (11). Vanwege de goede kwaliteit van deze twee bronnen vormen deze de basis bij de beantwoording van de opgestelde uitgangsvragen in Module 1 en Module 2.
Aanvullend is er bij sommige uitgangsvragen aan de hand van specifieke zoektermen gezocht naar gepubliceerde wetenschappelijke studies in (verschillende) elektronische databases (vanaf het jaar 2002). De werkgroepleden selecteerden de via de zoekactie gevonden artikelen op basis van vooraf opgestelde selectiecriteria. De zoekacties zijn opvraagbaar bij het bureau van het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu ) en SKILZ (Stichting Kwaliteitsimpuls Langdurige Zorg ).
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de gebruikte methode per module.
Module |
Gebruikte methode |
---|---|
1.1 Momenten van handhygiëne |
WHO + Cochrane |
1.2 Techniek van handhygiëne |
WHO + Cochrane + aanvullende zoekopdracht |
1.3 Handhygiëne en huidverzorging |
Zoekopdracht |
1.4 Handhygiëne en huidbeschadigingen |
Zoekopdracht |
2.1 Randvoorwaarden handdesinfectiemiddelen |
WHO + Cochrane |
2.2 Randvoorwaarden handreinigingsmiddelen |
WHO + Cochrane + aanvullende zoekopdracht |
2.3 Kranen en dispensers |
WHO + Cochrane |
2.4 Droogsystemen |
WHO + aanvullende zoekopdracht |
2.5 Handschoenen |
WHO + aanvullende zoekopdracht |
2.6 Normen en wettelijke eisen handdesinfectiemiddelen |
N.v.t. |
3.1 Hand- en polssierraden en accessoires |
Zoekopdracht |
3.2 Vingernagels |
Zoekopdracht |
3.3 Onbedekte onderarmen |
Zoekopdracht |
4.1 Kleding |
Zoekopdracht |
4.2 Gezicht en haardracht |
Zoekopdracht |
5 Infectie(ziekte) bij de medewerker |
Consensus |
Kwaliteitsbeoordeling individuele studies
Individuele studies werden systematisch beoordeeld, op basis van op voorhand opgestelde methodologische kwaliteitscriteria, om zo het risico op vertekende studieresultaten (bias) te kunnen inschatten. Deze beoordelingen kunt u vinden in de risk-of-bias-tabellen.
Samenvatten van de literatuur
De relevante onderzoeksgegevens van alle geselecteerde artikelen zijn weergegeven in evidence-tabellen. De belangrijkste bevindingen uit de literatuur werden beschreven in de samenvatting van de literatuur.
Beoordelen van de kracht van het wetenschappelijke bewijs
De kwaliteit van bewijs (‘quality of evidence’) werd beoordeeld met behulp van GRADE (Grading Recommendations Assessment, Development and Evaluation ). GRADE staat voor ‘Grading Recommendations Assessment, Development and Evaluation’ (5). GRADE is een methode die per uitkomstmaat van een interventie, of voor een risico- of prognostische factor, een gradering aan de kwaliteit van bewijs toekent op basis van de mate van vertrouwen in de schatting van de effectgrootte.
Overwegingen (van bewijs naar aanbeveling)
Voor het formuleren van een aanbeveling zijn naast de kwaliteit van het wetenschappelijk bewijs over de gewenste en ongewenste effecten van een interventie of over de effectgrootte van een risico- of prognostische factor vaak ook nog andere factoren van belang (2).
Genoemd kunnen worden:
- kosten;
- waarden, voorkeuren en ervaringen van patiënten en zorgmedewerkers met betrekking tot interventies en uitkomsten van zorg;
- balans van gewenste en ongewenste effecten van interventies ten opzichte van geen of andere interventies;
- aanvaardbaarheid van interventies;
- haalbaarheid van een aanbeveling.
Deze aspecten worden per module besproken onder het kopje ‘Overwegingen’.
Formuleren van de aanbevelingen
De aanbevelingen geven een antwoord op de uitgangsvragen en zijn gebaseerd op het beste beschikbare wetenschappelijke bewijs en de belangrijkste overwegingen. De kracht van het wetenschappelijk bewijs en het gewicht dat door de werkgroep wordt toegekend aan de overwegingen bepalen samen de sterkte van de aanbeveling. Conform de GRADE-methodiek sluit een lage bewijskracht van conclusies in de systematische literatuuranalyse een sterke aanbeveling niet uit en zijn bij een hoge bewijskracht ook zwakke aanbevelingen mogelijk (1, 8). De sterkte van de aanbeveling wordt altijd bepaald door weging van alle relevante argumenten tezamen.
In de GRADE-methodiek wordt onderscheid gemaakt tussen sterke en zwakke (of conditionele) aanbevelingen. De sterkte van een aanbeveling verwijst naar de mate van zekerheid dat de voordelen van de interventie opwegen tegen de nadelen (of vice versa), gezien over het hele spectrum van patiënten waarvoor de aanbeveling is bedoeld. De sterkte van een aanbeveling heeft duidelijke implicaties voor patiënten, zorgmedewerkers en beleidsmakers (zie onderstaande tabel). Een aanbeveling is geen dictaat, zelfs een sterke aanbeveling gebaseerd op bewijs van hoge kwaliteit (GRADE gradering HOOG) zal niet altijd van toepassing zijn onder alle mogelijke omstandigheden en voor elke individuele patiënt.
|
Sterke aanbeveling |
Zwakke (conditionele) aanbeveling |
---|---|---|
Voor patiënten |
De meeste patiënten zouden de aanbevolen interventie of aanpak kiezen en slechts een klein aantal niet. |
Een aanzienlijk deel van de patiënten zouden de aanbevolen interventie of aanpak kiezen, maar veel patiënten ook niet. |
Voor zorgmedewerkers |
De meeste patiënten zouden de aanbevolen interventie of aanpak moeten ontvangen. |
Er zijn meerdere geschikte interventies of aanpakken. De patiënt moet worden ondersteund bij de keuze voor de interventie of aanpak die het beste aansluit bij zijn of haar waarden en voorkeuren. |
Voor beleidsmakers |
De aanbevolen interventie of aanpak kan worden gezien als standaardbeleid. |
Beleidsbepaling vereist uitvoerige discussie met betrokkenheid van veel stakeholders. Er is een grotere kans op lokale beleidsverschillen. |
Randvoorwaarden (organisatie van zorg)
In de knelpuntenanalyse en bij de ontwikkeling van de richtlijn is expliciet rekening gehouden met de organisatie van zorg: alle aspecten die randvoorwaardelijk zijn voor het verlenen van zorg (zoals coördinatie, communicatie, (financiële) middelen, menskracht en infrastructuur). Randvoorwaarden die relevant zijn voor het beantwoorden van een specifieke uitgangsvraag maken onderdeel uit van de overwegingen bij de bewuste uitgangsvraag.
Formuleren van kennislacunes
Tijdens de ontwikkeling van deze richtlijn is systematisch gezocht naar onderzoek waarvan de resultaten bijdragen aan een antwoord op de uitgangsvragen. Bij elke uitgangsvraag is door de werkgroep nagegaan of er (aanvullend) wetenschappelijk onderzoek gewenst is. Een overzicht van aanbevelingen voor nader onderzoek staat in het hoofdstuk Kennislacunes.
Commentaar- en autorisatiefase
De conceptrichtlijn is aan de betrokken (wetenschappelijke) verenigingen en andere relevante partijen voorgelegd voor commentaar. De commentaren werden verzameld en besproken met de werkgroep. Naar aanleiding van de commentaren werd de conceptrichtlijn aangepast en definitief vastgesteld door de werkgroep. De definitieve richtlijn is aan de betrokken (wetenschappelijke) verenigingen voorgelegd voor autorisatie en door hen geautoriseerd.
Inbreng patiëntenperspectief
De Patiëntenfederatie Nederland is betrokken geweest in de knelpuntenanalyse en heeft het raamwerk ontvangen voor commentaar in de voorfase. Zij hebben aangegeven geen zitting te willen nemen in de werkgroep of klankbordgroep. Tijdens de commentaarfase hebben zij meegelezen met de conceptteksten.
Wkkgz (Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg ) & Kwalitatieve raming van mogelijke substantiële financiële gevolgen
Bij de richtlijn is conform de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) een kwalitatieve raming uitgevoerd of de aanbevelingen mogelijk leiden tot substantiële financiële gevolgen. Bij het uitvoeren van deze beoordeling zijn richtlijnmodules op verschillende domeinen getoetst.
Uit de kwalitatieve raming blijkt dat er waarschijnlijk geen substantiële financiële gevolgen zijn; zie onderstaande tabel.
Module |
Uitkomst raming |
Toelichting |
---|---|---|
Module 1 Handhygiëne en methode |
Geen financiële gevolgen |
- |
Module 2 Handhygiëne en middelen |
Geen financiële gevolgen |
- |
Module 3 Persoonlijke hygiëne onderarmen en handen |
Geen financiële gevolgen |
- |
Module 4 Persoonlijke hygiëne kleding en gezicht |
Geen financiële gevolgen |
- |
Module 5 Infectie(ziekte) bij de medewerker |
Geen financiële gevolgen |
- |
Literatuur
- Agoritsas T, Merglen A, Heen AF, Kristiansen A, Neumann I, Brito JP, Brignardello-Petersen R, Alexander PE, Rind DM, Vandvik PO, Guyatt GH. UpToDate adherence to GRADE criteria for strong recommendations: an analytical survey. BMJ Open. 2017 Nov 16;7(11):e018593. doi: 10.1136/bmjopen-2017-018593. PubMed PMID: 29150475; PubMed Central PMCID: PMC5701989.
- Alonso-Coello P, Schünemann HJ, Moberg J, Brignardello-Petersen R, Akl EA, Davoli M, Treweek S, Mustafa RA, Rada G, Rosenbaum S, Morelli A, Guyatt GH, Oxman AD; GRADE Working Group. GRADE Evidence to Decision (EtD) frameworks: a systematic and transparent approach to making well informed healthcare choices. 1: Introduction. BMJ. 2016 Jun 28;353:i2016. doi: 10.1136/bmj.i2016. PubMed PMID: 27353417.
- Alonso-Coello P, Oxman AD, Moberg J, Brignardello-Petersen R, Akl EA, Davoli M, Treweek S, Mustafa RA, Vandvik PO, Meerpohl J, Guyatt GH, Schünemann HJ; GRADE Working Group. GRADE Evidence to Decision (EtD) frameworks: a systematic and transparent approach to making well informed healthcare choices. 2: Clinical practice guidelines. BMJ. 2016 Jun 30;353:i2089. doi: 10.1136/bmj.i2089. PubMed PMID: 27365494.
- Brouwers MC, Kho ME, Browman GP, Burgers JS, Cluzeau F, Feder G, Fervers B, Graham ID, Grimshaw J, Hanna SE, Littlejohns P, Makarski J, Zitzelsberger L; AGREE Next Steps Consortium. AGREE II: advancing guideline development, reporting and evaluation in health care. CMAJ. 2010 Dec 14;182(18):E839-42. doi: 10.1503/cmaj.090449. Epub 2010 Jul 5. Review. PubMed PMID: 20603348; PubMed Central PMCID: PMC3001530.
- GRADE. http://www.gradeworkinggroup.org/.
- Hultcrantz M, Rind D, Akl EA, Treweek S, Mustafa RA, Iorio A, Alper BS, Meerpohl JJ, Murad MH, Ansari MT, Katikireddi SV, Östlund P, Tranæus S, Christensen R, Gartlehner G, Brozek J, Izcovich A, Schünemann H, Guyatt G. The GRADE Working Group clarifies the construct of certainty of evidence. J Clin Epidemiol. 2017 Jul;87:4-13. doi: 10.1016/j.jclinepi.2017.05.006. Epub 2017 May 18. PubMed PMID: 28529184; PubMed Central PMCID: PMC6542664.
- Medisch Specialistische Richtlijnen 2.0 (2012). Adviescommissie Richtlijnen van de Raad Kwaliteit. http://richtlijnendatabase.nl/over_deze_site/over_richtlijnontwikkeling.html.
- Neumann I, Santesso N, Akl EA, Rind DM, Vandvik PO, Alonso-Coello P, Agoritsas T, Mustafa RA, Alexander PE, Schünemann H, Guyatt GH. A guide for health professionals to interpret and use recommendations in guidelines developed with the GRADE approach. J Clin Epidemiol. 2016 Apr;72:45-55. doi: 10.1016/j.jclinepi.2015.11.017. Epub 2016 Jan 6. Review. PubMed PMID: 26772609.
- Schünemann H, Brożek J, Guyatt G et al. GRADE handbook for grading quality of evidence and strength of recommendations. Updated October 2013. The GRADE Working Group, 2013. https://gdt.gradepro.org/app/handbook/handbook.html.
- WHO guidelines on hand hygiene in health care, WHO Library Cataloguing-in-Publication Data (2009).
- Gould DJ et al. Interventions to improve hand hygiene compliance in patient care (Review), Cochrane, Cochrane Database of Systematic Reviews (2017).
Dit implementatieplan is opgesteld ter bevordering van de richtlijn Handhygiëne & persoonlijke hygiëne medewerker. Voor het opstellen van het implementatieplan heeft de werkgroep een advies uitgebracht over het tijdspad voor implementatie en de partijen die hier verantwoordelijk voor zijn.
Werkwijze
De werkgroep heeft voor de hele richtlijn geïnventariseerd wanneer de aanbeveling(en) overal geïmplementeerd moet(en) zijn en wie de verantwoordelijke partij is voor de te ondernemen acties.
Implementatietermijnen
e aanbevelingen in deze richtlijn zijn niet strenger dan die in bestaande/voorgaande richtlijnen. Veel aanbevelingen zijn al onderdeel van de huidige praktijk en brengen daarom weinig of geen implementatieproblemen met zich mee.
Te ondernemen actie per partij
Hieronder wordt per partij toegelicht welke acties zij kunnen ondernemen om de implementatie van de richtlijn in het algemeen te bevorderen.
Zorginstellingen zijn verantwoordelijk voor:
- het faciliteren van de benodigde middelen en materialen voor naleving van de richtlijn;
- de vertaalslag van de richtlijn naar de eigen werkprocedures van de organisatie;
- het controleren van de toepassing en naleving van de werkprocedures middels audits;
- het opnemen van de werkprocedures in (digitale) werkomgeving en interne scholingsprogramma’s.
Alle direct betrokken wetenschappelijk verenigingen/beroepsorganisaties dragen zorg voor:
- het bekend maken van de richtlijn onder de leden/ achterban;
- het onder de aandacht brengen van de richtlijn door te publiceren in tijdschriften en te spreken op symposia en congressen;
- het controleren van de toepassing en naleving van de aanbevelingen in kwaliteitsvisitaties;
- het opnemen van de aanbevelingen in (digitale) scholingstools en auditstools.
Individuele zorgmedewerkers:
- nemen kennis van de aanbevelingen uit de richtlijn en volgen deze op tijdens werkzaamheden;
- bespreken de aanbevelingen in de eigen zorgorganisatie/instelling en/of tijdens teamoverleggen;
- maken afspraken met andere betrokken disciplines om de toepassing van de aanbevelingen in de praktijk te borgen.
De initiërende organisaties zorgen ervoor dat:
- de richtlijn wordt gepubliceerd op de site www.sri-richtlijnen.nl en wordt toegevoegd aan de richtlijnendatabase (FMS (Federatie Medisch Specialisten )) en het platform Richtlijnen Langdurige Zorg (SKILZ (Stichting Kwaliteitsimpuls Langdurige Zorg ));
- de kennislacunes worden opgenomen in de bijlagen;
- ze gezamenlijk afspraken maken over het opstarten van continu modulair onderhoud van de richtlijn.
Advies over opvolgingstermijn van de aanbevelingen per module
Module |
Aanbeveling |
Verantwoordelijke |
Termijn |
Toelichting |
---|---|---|---|---|
1 |
Handhygiëne en methode |
Zorginstelling |
<1 jaar |
- |
2 |
Handhygiëne en middelen |
Zorginstelling |
<1 jaar |
- |
3 |
Persoonlijke hygiëne onderarmen en handen |
Zorginstelling |
<1 jaar |
- |
4 |
Persoonlijke hygiëne kleding en gezicht |
Zorginstelling |
<1 jaar |
- |
5 |
Infectieziekte medewerker |
Zorginstelling |
<1 jaar |
- |
Tijdens de ontwikkeling van de richtlijn Handhygiëne & persoonlijke hygiëne medewerker is systematisch gezocht naar onderzoeksbevindingen die waardevol konden zijn voor het beantwoorden van de uitgangsvragen. Een deel (of een onderdeel) van de hiervoor opgestelde zoekvragen is met het resultaat van deze zoekacties te beantwoorden, echter ook een groot deel niet. Door gebruik te maken van de evidence-based methodiek (EBRO (Evidence Based Richtlijn Ontwikkeling )) is duidelijk geworden dat er nog kennislacunes bestaan. De werkgroep is van mening dat (vervolg)onderzoek wenselijk is om in de toekomst een duidelijker antwoord te kunnen geven op vragen uit de praktijk. Om deze reden heeft de werkgroep per module aangegeven waar wetenschappelijke kennis beperkt is en dus op welke vlakken nader onderzoek gewenst is.
Module 1 Handhygiëne methode
Er is geen wetenschappelijk bewijs voor een aanbevolen methode voor het verzorgen en beschermen van de huid van zorgmedewerkers.
Module 2 Handhygiëne middelen
Er is onvoldoende wetenschappelijk bewijs over het effect van handdesinfectiemiddelen bij hoog frequent en/of langdurig gebruik en het effect op de gezondheid en de risico’s op bepaalde vormen van kanker.
Module 3 Persoonlijke hygiëne onderarmen en handen
Er is onvoldoende wetenschappelijk bewijs over het effect van (lange) kunstnagels bij de uitvoering van handhygiëne en het effect daarvan op het eindresultaat.
Module 4 Persoonlijke hygiëne kleding en gezicht
Er is onvoldoende wetenschappelijk bewijs over het effect van de kledingvoorschriften het effect van verschillende kledingmaatregelen of wasvoorschriften op het ontstaan van zorggerelateerde infecties en/ of de overdracht van (pathogene) micro-organismen in zorginstellingen.
Module 5 Infectie(ziekte) bij de medewerker
Geen systematische search uitgevoerd.
Resultaten enquête richtlijn Handhygiëne & persoonlijke hygiëne
Aantal reacties: 95
Periode: 18 oktober t/m 3 november 2021
1. Voor of in welke sector van de zorg werkt u?
Bij overig werd aangegeven: publieke gezondheidszorg (11x), arbodienst (3x), ambulancezorg (2x), leverancier (2x), NAH/LG, privékliniek, verloskundige zorg en penitentiaire inrichting.
2. Wat is uw functie?
Bij andere functies werden de functies arbeidshygiënist (9x), wijkverpleegkundige, verloskundige, hoger veiligheidskundige, plastisch chirurg en deskundige infectiepreventie i.o. genoemd.
3. De onderdelen van de richtlijnen Handhygiëne zijn hieronder opgesomd. Ervaart u knelpunten bij onderstaande onderdelen uit de huidige richtlijn?
De volgende toelichtingen werden gegeven:
- (22x) Meer informatie tussen de verschillende middelen (alcohol, gel, handzeep): welke middelen voldoen, wat is de werkzaamheid ervan en wanneer wat te gebruiken? Niet alleen reguliere momenten maar ook duidelijkheid over toepassing handhygiëne tijdens uitbraken (clostridium, norovirus) werd aangegeven (5x).
- (18x) Onduidelijkheid over waar de handalcohol aan moet voldoen en wat de gebruiksvoorschriften zijn. Ook de schadelijkheid van ethanol wordt hierbij meerdere keren benoemd (8x).
- (11x) Haalbaarheid en toepasbaarheid van handhygiëne. Ook bij niet-medisch geschoolde medewerkers vraagt dit meer uitleg.
- (8x) Wat te doen als de juiste faciliteiten voor een goede handhygiëne niet aanwezig zijn, zoals bijvoorbeeld in de thuiszorg en op evenementen? Wat is het niveau dat moet worden nagestreefd per type instelling (van ziekenhuis tot medisch kinderdagverblijf)? Wat is de doelgroep van de richtlijn?
- (5x) Bij wondjes worden handschoenen gedragen (zonder pleister) omdat handen wassen/desinfecteren dan niet prettig is. Informatie mist over hoe hier mee om te gaan (incl. eczeem). Ook zijn medewerkers zich niet altijd bewust van wondjes.
- (1x) Polsen worden bij bijna alle handenwasinstructies vergeten.
4. De onderdelen van de richtlijnen Persoonlijke hygiëne zijn hieronder opgesomd. Ervaart u knelpunten bij onderstaande onderdelen uit de huidige richtlijn?
De volgende toelichtingen werden gegeven:
- (11x) Toepassen van hygiënemaatregelen bij gebruik mobiele middelen (mobiel, laptop, tablet), toelichting op reiniging/desinfectie van materialen als het toepassen van handhygiëne. Niet gebruiken tijdens patiëntgebonden werkzaamheden is niet meer mogelijk in deze tijd.
- (7x) Regels voor schoeisel zijn niet altijd duidelijk (open schoenen, slofjes, veiligheidsschoenen).
- (6x) Toelichting op het dragen van sieraden, met name oorbellen (5x).
- (3x) Meer aandacht voor het dragen van eigen kleiding (incl. lange mouwen) en wasvoorschriften.
- (3x) Toelichting omgang met vinger-, hand- en/of polsbrace.
- (3x) Regels voor het dragen van het haar. In een lange staart alsnog risico op contact met lichaam van cliënt; beter is opbinden in knot o.i.d.
- (2x) Regels voor hoe om te gaan met hoofddoek ontbreken.
5. Zijn er onderwerpen die niet of niet voldoende worden benoemd in de huidige richtlijn Handhygiëne en/of Persoonlijke hygiëne?
De volgende toelichtingen werden gegeven ten aanzien van onderwerpen die ontbreken in de huidige richtlijnen:
- (3x) Balans tussen hygiëne en huiselijkheid. Hoe om te gaan met zorg in een woonsetting?
- (3x) Arbeidshygiëne/medewerkersveiligheid (o.a. ten aanzien van ethanol).
- (3x) Het dragen van een brace, steunmouwen.
- Huidverzorging; door goede huidverzorging kunnen huidklachten worden voorkomen.
- Werkwijze over het gebruik van zakflacons (o.a. wijkzorg).
- Duurzaamheid.
- Gebruik van handschoenen. Men denkt vaak dat het gebruik van handschoenen een alternatief is voor handhygiëne; vandaar dat ik hier ook iets over wil lezen in de richtlijn Handhygiëne en niet alleen in richtlijn over PBM (persoonlijke beschermingsmiddelen ).
Vragen over uitvoering van de richtlijnen
6. Ervaart u knelpunten in uw organisatie of werkveld op het gebied van handhygiëne en/of persoonlijke hygiëne? Bijvoorbeeld op het gebied van:
De volgende toelichtingen werden gegeven:
- (13x) Het dragen van een brace. Vanuit arbeidsomstandigheden toegestaan, maar vanuit infectiepreventie (reiniging) lastig in verband met hygiënisch werken. Veel discussie en behoefte aan duidelijkheid en handvatten. Verschil maken tussen bijv. stoffen/klittenband brace en zilversplints.
- (7x) Allergische reactie en/of huidklachten door gebruik handalcohol. Zijn er alternatieven? Hoe kan betreffende medewerker toch goed gefaciliteerd worden om handhygiëne toe te passen?
- (7x) Medewerkers zijn op de hoogte, maar houden zich niet aan de regels. Ook vaak discussie over gemaakte afspraken. Soms onvoldoende kennis de oorzaak.
- (6x) Verplichte kledingvoorschriften. Het dragen van de eigen kleding (ook met lange mouwen) en het thuis wassen van de (werk)kleding zijn knelpunten. Niet iedere dienst wordt schone kleding gedragen i.v.m. het zelf moeten wassen van de (werk)kleding.
- (6x) Beschikbaarheid van middelen voor toepassen handhygiëne. Enerzijds door ontbreken (niet aanwezig, leeg, verstopt), anderzijds niet beschikbaar vanwege setting (thuiszorg, ambulance (geen water) en psychiatrie (risico doelgroep).
7. Zijn er onduidelijkheden in de huidige richtlijnen?
De volgende toelichtingen werden gegeven:
- (3x) Richtlijn is niet eenduidig en niet altijd duidelijk. Taalgebruik soms ingewikkeld. Als het een generieke richtlijn wordt, moet er duidelijk beschreven worden voor welke sectoren dit allemaal geldt en op welke wijze het uitgevoerd moet worden als dit niet hetzelfde is.
- (2x) Wet- en regelgeving rondom handalcohol.
- (1x) Huidverzorging: wanneer en waarmee?
- (1x) De vijf momenten van handen wassen van de WHO en WIP verschillen
8. Vindt u de huidige richtlijnen praktisch uitvoerbaar?
De volgende toelichtingen werden gegeven:
- (9x) Niet in alle sectoren is de richtlijn praktisch uitvoerbaar. In de thuiszorg (5x), de ambulancezorg (2x) of woonvoorziening voor dementie of VGZ (2x) kan de setting anders zijn, waardoor de richtlijnen niet op alle onderdelen uitvoerbaar zijn.
- (8x) Door tijdsgebrek niet altijd haalbaar en uitvoerbaar. Dit betreft met name het toepassen van de handhygiëne (momenten en aantal seconden handen wassen).
9. Wijkt u tijdens het werk wel eens af van de richtlijn?
De volgende toelichtingen werden gegeven:
- (13x) Ja, maar altijd gemotiveerd en in overleg met deskundige infectiepreventie. Maatwerksituatie. Ook het feit dat de richtlijnen soms verouderd zijn, is reden om af te wijken.
- (6x) Frequentie en momenten van handhygiëne. Redenen: tijdgebrek en niet altijd mogelijk i.v.m. ontbreken middelen (zeep, handalcohol, water).
- (4x) Bij het dragen van een brace wordt afgeweken.
- (3x) Gebruik van handschoenen en/of het toepassen van handhygiëne daarna.
10. Op welke onderdelen wijkt u af van de richtlijn en waarom?
- (3x) Bij spoed en/of acute hulp wordt soms gehandeld zonder eerst handhygiëne toe te passen.
- (8x) Handhygiëne na verlenen van zorg/patiëntcontact.
- (5x) Het dragen van een brace. Ook het dragen van een horloge wordt één keer benoemd.
Implementatie van de richtlijn
11. Richtlijnen worden vaak uitgewerkt in werkinstructies, posters, factsheets en andere producten (implementatietools). Deze helpen om de richtlijn tijdens het werk te kunnen uitvoeren. Kent u dit soort producten voor deze twee richtlijnen?
Voorbeelden van producten die werden genoemd:
- posters over toepassen van handhygiëne (10x) en over persoonlijke hygiëne (9x);
- (4x) instrumenten vanuit Zorg voor Beter;
- (2x) factsheets RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu ) en WHO;
- toolkist handhygiëne RIVM;
- isolatiekaarten bij isolatie op verpleegkamers;
- wasinstructies op OK.
12. Door wie zijn deze producten gemaakt? [meerdere antwoorden mogelijk]
Andere organisaties die genoemd werden:
- (3x) zorginstelling;
- (2x) RIVM/WHO;
- leverancier;
- Regionale Zorgnetwerken Antibioticaresistentie;
- Zorg voor Beter.
13. Heeft u behoefte aan meer of andere implementatietools?
De volgende toelichtingen werden gegeven:
- (9x) Meer training tools voor de medewerkers en manieren om handhygiëne onder de aandacht te houden. Filmpjes, e-learning en interactief materiaal, evt. in spelvorm o.i.d. (bijv. een zeepteller de hoeveelheid jij bent die zeep tapt of een smiley apparaatje). Wellicht een app met alle informatie en tools. Of workshops waarin medewerkers kunnen oefenen en getraind worden om het op de juiste manier te doen.
- (4x) Posters/instructies met plaatjes t.b.v. taalbarrières en laaggeletterdheid. Taalniveau aanpassen aan doelgroep. Simpele en overzichtelijke posters en factsheets zijn m.i. een meerwaarde in het consequent implementeren/herinneren van de richtlijnen.
- (2x) Meer behoefte aan een overzicht van wat er is. Er is ontzettend veel; behoefte aan eenduidige implementatietool. Het zou mooi zijn als er vanuit SRI (Samenwerkingsverband Richtlijnen Infectiepreventie ) deze tools worden ontwikkeld in plaats van allerlei andere instellingen, zodat eenduidige informatie aanwezig is.
- Ik vind de implementatiegids (onderdeel toolkit SNIV) van het RIVM voor handhygiëne in de verpleeghuiszorg een mooi voorbeeld van een goed instrument. Zie link(PDF).
- Factsheet preventieprogramma handeczeem:
- voorlichting over slimme keuze handzeep, handschoenen, huidcrème;
- tips als met droge handen handschoenen aantrekken, voorkomen occlusie;
- stimuleren huidzorg van personeel bij hoge huidbelasting.
14. Gebruikt u naast of in plaats van de WIP-richtlijnen Handhygiëne en Persoonlijke hygiëne andere protocollen of richtlijnen? Bijvoorbeeld van Vilans, LCHV, ZIPnet, LCI (Landelijke Coördinatie Infectieziektebestrijding (onderdeel RIVM)) etc.
De volgende protocollen/richtlijnen werden genoemd:
- (20x) LCHV;
- (18x) LCI;
- (17x) Vilans;
- (10x) ZIPnet;
- (2x) CDC (Centers for Disease Control and Prevention);
- Arbocatalogus, gevaarlijke stoffenregelingen (ECHA (Europees Agentschap voor chemische stoffen ));
- NVAB (Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde ) richtlijnen;
- Richtlijnen inspectie SZW (Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid);
- Handreiking praktijkhygiëne van de KNOV;
- Good Practice Guidelines.
15. Ervaart u tegenstrijdigheden met andere richtlijnen en/of wetgeving die tot een conflict leiden op het gebied van handhygiëne en/of persoonlijke hygiëne?
De volgende tegenstrijdigheden/conflicten met andere richtlijnen en/of wetgeving werden genoemd:
- (6x) Arbo-richtlijnen die bijvoorbeeld aangeven dat teveel handalcohol niet goed is. De wet zegt dat je geen carcinogene stoffen mag gebruiken en de WIP-richtlijn pleit voor het gebruik van ethanol. Dat is tegenstrijdig aangezien ethanol carcinogeen is. Ethanol is maar in een paar situaties echt nodig. In de meeste situaties volstaat een alternatief, zoals isopropanol alcohol dat in de meeste UMC (Universitair Medisch Centrum)'s wordt gebruikt.
- In de CDC staat dat het dragen van ringen is toegestaan.
- De LCR richtlijnen voor vaccinatie zijn minder strikt.
- Wasvoorschriften soms tegenstrijdig: soms 60 graden Celsius, dan weer 40 graden Celsius met volledig wasprogramma.
16. Heeft u verder nog suggesties voor de ontwikkeling van de richtlijn?
De volgende suggesties werden gegeven:
- (7x) Duidelijk kort en bondig omschrijven. Meer visuele ondersteuning, niet alleen tekst. Maak korte samenvattingen, neem ook beslisbomen op. Voorbeeld: model NHG (Nederlands huisartsengenootschap) standaard met een samenvatting die leesbaar is met noten voor verdieping verhoogt de leesbaarheid.
- (2x) Aandacht voor duurzaamheid mag niet meer ontbreken in dit soort richtlijnen. Graag de NVZ - Schoon | Hygiënisch | Duurzaam betrekken hierbij. Anders blijven er onnodige discussies ontstaan bij de implementatie van hygiënerichtlijnen.
- (2x) Schadelijkheid producten meenemen.
- Duidelijke richtlijnen voor welke producten gebruikt kunnen worden (schuim of gel) en daarnaast het belang van gesloten systemen en dispensers. Tevens het gebruik van crèmes voor en na het werk om de huid te laten herstellen.
- In de werkgroep SRI een evenwichtige bijdrage van zowel deskundigen infectieziekten als arbeidshygiënisten, bedrijfsartsen, dermatologen en milieudeskundigen.
- Zoveel mogelijk de verschillende richtlijnen aan elkaar gelijk stellen als het gaat om de basishygiëne en handhygiëne.
- Laat de 5 momenten los als gouden regel. Vaak handdesinfectie toepassen zou al heel goed zijn.
Betrokken verenigingen en partijen
Bovenstaande reacties zijn via een enquête aangedragen door vertegenwoordigers van:
- Publieke gezondheidszorg stakeholder
- LCHV
- LCI/LOI/LOVI
- adviesgroep SRI
- Publieke gezondheidszorg veldpartijen/directe gebruikers
- DI werkzaam bij GGD (Gemeentelijke/gewestelijke gezondheidsdienst)
- Eerste lijn stakeholders
- NHG/LHV
- KNOV
- ZorgthuisNL
- KIMO/KNMT
- BO geboortezorg
- PPN paramedici
- Tweede lijn stakeholders
- Nederlandse Vereniging voor Allergologie en Klinische Immunologie (NVvAKI)
- Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie (NVA (Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologen ))
- Nederlandse Vereniging voor Cardiologie (NVVC)
- Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie (NVDV (Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie ))
- Nederlandse Vereniging voor Heelkunde (NVvH (Nederlandse Vereniging voor Heelkunde ))
- Nederlandse Internisten Vereniging (NIV)
- Nederlandse Vereniging voor Intensive Care (NVIC)
- Nederlandse Vereniging van Keel-Neus-Oorheelkunde van het Hoofd-Halsgebied (KNO (Keel-, neus- en oorheelkunde))
- Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde (NVK)
- Nederlandse Vereniging voor Klinische Chemie en Laboratoriumgeneeskunde (NVKC)
- Nederlandse Vereniging voor Klinische Fysica (NVKF (Nederlandse Vereniging voor Klinische Fysica ))
- Nederlandse Vereniging voor Klinische Geriatrie (NVKG)
- Vereniging Klinische Genetica Nederland (VKGN)
- Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose (NVALT (Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose ))
- Nederlandse Vereniging van Maag, Darm-Leverartsen (NVMDL)
- Nederlandse Vereniging voor Medische Microbiologie (NVMM (Nederlandse Vereniging voor Medische Microbiologie ))
- Nederlandse Vereniging voor Neurochirurgie (NVvN)
- Nederlandse Vereniging voor Neurologie (NVN)
- Nederlandse Vereniging voor Nucleaire Geneeskunde (NVNG)
- Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG (Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie ))
- Nederlandse Vereniging voor Oogheelkunde (NOG (Nederlands Oogheelkundig Gezelschap ))
- Nederlandse Vereniging voor Orthopedie (NOV (Nederlandse Orthopaedische Vereniging ))
- Nederlandse Vereniging voor Pathologie (NVVP)
- Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie (NVPC)
- Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP)
- Nederlandse Vereniging voor Radiologie (NVvR (Nederlandse Vereniging voor Radiologie ))
- Nederlandse Vereniging voor Radiotherapie en Oncologie (NVRO)
- Nederlandse Vereniging voor Reumatologie (NVR)
- Nederlandse Vereniging van Revalidatieartsen (VRA (Nederlandse Vereniging van Revalidatieartsen ))
- Vereniging voor Sportgeneeskunde (VSG)
- Nederlandse Vereniging voor Thoraxchirurgie (NVTNET)
- Nederlandse Vereniging voor Urologie (NVU)
- Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisapothekers (NVZA (Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisapothekers ))
- Vereniging van Specialisten Ouderengeneeskunde (Verenso (Vereniging van specialisten ouderengeneeskunde ))
- Nederlandse Vereniging voor Artsen Verstandelijke Gehandicapten (NVAVG (Nederlandse Vereniging Artsen Verstandelijk Gehandicapten ))
- Verpleegkundigen & Verzorgende Nederland (V&VN (Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland ))
- Geestelijke Gezondheidszorg Nederland (GGZ (geestelijke gezondheidszorg ) Nederland)
- Nederlandse Associatie Physician Assistants (NAPA (Nederlandse Associatie Physician Assistants ))
- Nederlandse vereniging voor Arbeids- en bedrijfsgeneeskunde (NVAB)
- Landelijke vereniging voor operatieassistenten (LVO)
- Nederlandse vereniging voor Anesthesie assistenten (NVAM)
- Tweede lijnveldpartijen/directe gebruikers
- VUMC
- UMC Utrecht
- UMCG (Universitair Medisch Centrum Groningen)
- Antonius Ziekenhuis
- Dijklander Ziekenhuis
- Ziekenhuis Rijnstaete
- Flevoziekenhuis
- Vivium Zorggroep
- Aafje
- Woonzorg Flevoland
- Noorderbreedte
- Cordaan
- BrabantZorg
- Amerpoort
- Middin
- Ons Tweede Thuis
- Zorgondersteunend en toezicht
- VHIG (Vereniging voor Hygiëne en Infectiepreventie in de Gezondheidszorg )
- NCvB (Beroepsziekten)
- VDSMH (Vereniging Deskundigen Steriele Medische Hulpmiddelen )
- Sterilisatie vereniging Nederland (SVN)
- IGJ (Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd)
- Nederlandse Vereniging voor Arbeidshygiëne (NVvA (Nederlandse Vereniging voor Arbeidshygiëne ))
- Platform biologische veiligheidsfunctionarissen (BVF Platform)
- NVML (Nederlandse Vereniging Medische Laboratoriummedewerkers)
- NVZ - Schoon Hygiënisch Duurzaam
- Koepels en branche
- NFU (Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra)
- NVZ (Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen)
- Patiëntenfederatie Nederland
- STZ (Samenwerkende Topklinische opleidingsZiekenhuizen)
- NAPA (Nederlandse Associatie Physician Assistants)
- ZiNL (Zorginstituut Nederland)
- ZN (Zorgverzekeraars Nederland)
Bekijk de factsheet met de belangrijkste aanbevelingen uit de richtlijn: