Module 4.1 Kleding

Uitgangsvraag

Wat zijn de voorschriften voor de kleding die zorgmedewerkers dragen?

Aanbevelingen

  • Draag kleding(accessoires) die voldoet aan onderstaande eisen:
    • Dagelijks schoon gewassen.
    • Onbedekte onderarmen.
    • Gladde stof.
    • Kan machinaal worden gewassen op:
      • een temperatuur van minimaal 60°C;
      • een temperatuur van 40°C tot 60°C én gestreken en/of machinaal kan worden gedroogd.
  • Draag de kleding gesloten.
  • Verschoon kleding direct bij zichtbare verontreiniging.
  • Draag gesloten en schoon schoeisel van goed te reinigen materiaal.
  • Reinig schoeisel direct bij zichtbare verontreiniging.
  • Het dragen van een sjaal, hoofddoek, capuchon en overige hoofddeksels is toegestaan mits deze:
    • tijdens de uitvoering van de werkzaamheden niet in contact kan komen met (de directe omgeving van) de patiënt of met patiëntmateriaal;
    • wordt verschoond bij het begin van elke dienst en direct bij zichtbare verontreiniging.
  • Warmtejasjes mogen over de werkkleding gedragen worden. Hierbij geldt dat deze niet gedragen mogen worden bij contact met de patiënt of zijn omgeving of lichaamsvloeistoffen.

Overwegingen

Voor- en nadelen van de interventie en kwaliteit van bewijs

In het onderzoek van Murguia Pérez et al. (1) is onderzocht of de kleding die door zorgmedewerkers wordt gedragen van invloed is op het voorkomen van gezondheidszorg geassocieerde infecties. In de studies die werden gevonden werd geen verschil aangetoond tussen de gedragen kledingstukken (o.a. stropdas versus vlinderdas, en lange mouwen versus korte mouwen). De kwaliteit van het bewijs was zeer laag (GRADE Grading Recommendations Assessment, Development and Evaluation (Grading Recommendations Assessment, Development and Evaluation )).

In het onderzoek van Heudorf et al. (2) testten verpleeghuismedewerkers zowel de schone (vers gewassen) als gedragen kleding op bacteriën. Zij vonden geen verschil in besmetting met bacteriën tussen de kleding die extern in een professionele wasserij was gewassen en de kleding die in het verpleeghuis was gewassen. Kleding gewassen door de medewerkers zelf, bij hen thuis, had een hogere besmettingsgraad (p<0,01). De kwaliteit van het bewijs was zeer laag (GRADE).

Op basis van deze resultaten stelt de werkgroep dat het wassen van de kleding op locatie of in een wasserij de voorkeur heeft boven het wassen van de werkkleding thuis.

Infectiepreventiemaatregelen

Kleding kan gecontamineerd raken met micro-organismen tijdens de uitvoering van de werkzaamheden. Via deze weg kunnen ook pathogene micro-organismen (ziekteverwekkers) of multiresistente micro-organismen worden overdragen.

In verband met de preventie van accidenteel bloed-, spat-, prik-, snij- en bijtaccidenten is het van belang dat het schoeisel dat wordt gedragen gesloten is en tevens van stevig materiaal. Mocht er scherpe voorwerpen zoals naalden op het schoeisel komen, dan kunnen deze bij gesloten schoeisel en van stevig materiaal niet in contact komen met de huid.

Lange mouwen kunnen makkelijk gecontamineerd raken of nat worden door contact met (de omgeving van) de patiënt. Ditzelfde geldt voor kleding die los hangt tijdens werkzaamheden waarbij contact is met de patiënt of met materialen (in de omgeving) van de patiënt. De werkgroep vindt dat er om die reden korte mouwen moeten worden gedragen op het moment dat er bij de patiënt handelingen worden verricht waarbij een besmettingsrisico aanwezig is.

Schoeisel komt niet direct in contact met de patiënt, maar kan via de omgeving of door bevuilen met lichaamsvloeistoffen wel voor transmissie zorgen. Schoeisel moet om die reden schoon zijn en eenvoudig te reinigen te zijn.

Wassen en materiaal van de kleding

Het materiaal van de kleding is bepalend voor een goede reiniging. Gladde kleding houdt in: niet pluizend en goed machinaal te reinigen. Daarnaast moet de kleding, indien er reële kans bestaat op bevuiling, bij voorkeur op 60ºC kunnen worden gewassen of op 40ºC en daarna gestreken of machinaal gedroogd worden. Bij deze wasvoorschriften en de hittebehandeling bij drogen in de droger en/of strijken worden namelijk voldoende micro-organismen gedood.

In het ziekenhuis is het beleid om geen werkkleding mee naar huis te nemen. Werkkleding van medewerkers in het ziekenhuis wordt in een wasserij professioneel gewassen. De kleding wordt ook altijd op de locatie aangetrokken. In de langdurige zorg en publieke gezondheidszorg is dit vaak anders. Het kan zijn dat de instelling kleding verstrekt aan de medewerker en deze ook op locatie wast of in een wasserij laat wassen. Als de werkkleding tevens de privékleding is, dan wordt deze door de medewerker thuis gewassen. Een deel van de kleding die wordt gedragen is niet altijd op de gewenste methode te wassen en/of te strijken. Zoals uit het onderzoek van Heudorf et al. (2) blijkt, is er hierbij wel een verhoogd risico dat er nog micro-organismen achterblijven. Het professioneel wassen van de kleding heeft dan ook de voorkeur boven thuis machinaal wassen.

Waarden en voorkeuren van patiënten en/of zorgmedewerkers

Voor patiënten en zorgmedewerkers is het van belang dat het risico op transmissie van pathogene micro-organismen en het ontstaan van zorggerelateerde infecties zo laag mogelijk is. Een goede persoonlijke hygiëne door zorgmedewerkers draagt hieraan bij en beschermt zowel de zorgmedewerker als de patiënt tegen pathogene micro-organismen.

Uit een recent onderzoek in de ouderenzorg bleek dat de voorkeur van patiënten uitgaat naar een professionele witte jas als uniform dat voldoet aan de vereisten ten aanzien van infectiepreventie (3).

Zorgmedewerkers kunnen de behoefte hebben om de onderarmen te bedekken tijdens de patiëntenzorg, bijvoorbeeld vanwege een geloofsovertuiging, vanwege de noodzaak voor het dragen van een (medisch) hulpmiddelen of accessoire of vanwege een koude werkomgeving. De werkgroep vindt dat het belang van infectiepreventie groter is dan deze behoeften. Zie Module 3 voor verdere toelichting en aanbeveling.

Kosten

De aanbeveling om dagelijks schoon gewassen kleding te dragen vraagt zowel kosten op het gebied van aanschaf en vervanging van werkkleding, mits deze door de instelling worden verstrekt, als de kosten voor het wassen van de kleding. Indien de werkkleding tevens de privékleding (en eigendom) van de medewerker is, dan kan een onkostenvergoeding door de instelling worden verstrekt voor de aanschaf en het wassen van de kleding.

Aanvaardbaarheid, haalbaarheid en implementatie

Het naleven van de aanbevelingen op het gebied van (werk)kleding wordt bevorderd als er duidelijke afspraken zijn over de verstrekking van werkkleding en het wassen hiervan. Indien de werkkleding tevens de privékleding is, zoals in de langdurige zorg en de publieke gezondheidszorg het geval kan zijn, kan een onkostenvergoeding voor de kleding dan wel het wassen van de kleding bijdragen aan het dragen van schone kleding.

Duurzaamheid en hergebruik

Het meerdere werkdagen of diensten dragen van kleding en het wassen op een lage temperatuur zou kunnen bijdragen tot verduurzamen van de zorgsector. Echter, geeft dit een risico op contaminatie van kleding of het onvoldoende doden van pathogene micro-organismen. Het dragen van schone kleding, als essentieel onderdeel van de basisinfectiepreventiemaatregelen, komt hiermee in het geding. Om die reden is het meerdere dagen dragen van werkkleding niet opgenomen als aanbeveling.


Onderbouwing

Autorisatiedatum: 19 september 2023

Eerstvolgende beoordeling actualiteit: 2027

Initiatief:

  • RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu ) en SKILZ Stichting Kwaliteitsimpuls Langdurige Zorg (Stichting Kwaliteitsimpuls Langdurige Zorg )

Geautoriseerd door:

  • Nederlandse Vereniging voor Medische Microbiologie (NVMM Nederlandse Vereniging voor Medische Microbiologie (Nederlandse Vereniging voor Medische Microbiologie ))
  • Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie (NVDV Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie&nbsp; (Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie&nbsp; ))
  • Nederlandse Vereniging voor Thoraxchirurgie (NVT)
  • Nederlandse Vereniging voor Oogheelkunde (NOG Nederlands Oogheelkundig Gezelschap (Nederlands Oogheelkundig Gezelschap ))
  • Nederlandse Vereniging Artsen Verstandelijk Gehandicapten (NVAVG Nederlandse Vereniging Artsen Verstandelijk Gehandicapten (Nederlandse Vereniging Artsen Verstandelijk Gehandicapten ))
  • Vereniging van specialisten ouderengeneeskunde (Verenso Vereniging van specialisten ouderengeneeskunde (Vereniging van specialisten ouderengeneeskunde ))
  • Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V&VN Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland (Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland ))
  • Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)
  • Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde (NVAB Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde (Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde ))
  • Nederlandse Vereniging voor Arbeidshygiëne (NVvA Nederlandse Vereniging voor Arbeidshygiëne (Nederlandse Vereniging voor Arbeidshygiëne ))
  • Vereniging voor Hygiëne & Infectiepreventie in de Gezondheidszorg (VHIG Vereniging voor Hygiëne en Infectiepreventie in de Gezondheidszorg (Vereniging voor Hygiëne en Infectiepreventie in de Gezondheidszorg ))
  • Nederlandse Vereniging voor Intensive Care (NVIC)
  • Vereniging Klinische Genetica Nederland (VKGN)
  • Nederlandse Vereniging voor Pathologie (NVVP)
  • Vereniging voor Sportgeneeskunde (VSG)
  • Nederlandse Vereniging van Revalidatieartsen (VRA Nederlandse Vereniging van Revalidatieartsen (Nederlandse Vereniging van Revalidatieartsen ))
  • Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose (NVALT Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose (Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose ))
  • Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie (NVPC)
  • Nederlandse Vereniging voor Orthopedie (NOV Nederlandse Orthopaedische Vereniging (Nederlandse Orthopaedische Vereniging ))
  • Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisapothekers (NVZA Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisapothekers (Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisapothekers ))
  • Nederlandse Vereniging voor Klinische Geriatrie (NVKG)
  • Nederlandse Vereniging voor Reumatologie (NVR)
  • Nederlandse Vereniging van Maag, Darm-Leverartsen (NVMDL)
  • Nederlandse Internisten Vereniging (NIV)

Regiehouder:

  • Samenwerkingsverband Richtlijnen Infectiepreventie (SRI Samenwerkingsverband Richtlijnen Infectiepreventie (Samenwerkingsverband Richtlijnen Infectiepreventie ))

De richtlijn is gefinancierd door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport)). De financier heeft geen invloed gehad op de inhoud van de richtlijn.

Tot enkele jaren geleden was het de norm in de zorg om kleding te dragen die door de werkgever verstrekt werd. In de medisch specialistische zorg dragen de meeste zorgmedewerkers een (wit) uniform. Door de behoefte aan het creëren van een huiselijk sfeer in de langdurige zorg en publieke gezondheidszorg wordt in steeds meer zorginstellingen de eigen (privé)kleding gedragen door zorgmedewerkers. Deze module beschrijft de randvoorwaarden en voorschriften die gesteld worden aan kleding voor zorgmedewerkers.

Om de uitgangsvraag te kunnen beantwoorden is er een systematisch literatuuronderzoek verricht. De onderzoeksvragen die hiervoor zijn onderzocht, zijn PICO-gestructureerd en luiden:

Wat zijn de optimale voorschriften voor kleding (inclusief schoeisel) die zorgmedewerkers dragen?

P:   Medewerkers met patiëntgebonden werkzaamheden of werkzaamheden (aan materialen) in de omgeving van de patiënt
I:   Medische uniformen (jas/shirt korte mouw, broek, schoeisel) of soortgelijke kleding
C:   Jas/shirt lange mouw, korte broek, schoeisel
O:   Verminderde overdracht en infecties, microbiële belasting op kleding

Gaat het thuis wassen van de werkkleding gepaard met een verhoogd infectierisico ten opzichte van wassen in een professionele wasserij?

P:   Medewerkers met patiëntgebonden werkzaamheden of werkzaamheden (aan materialen) in de omgeving van de patiënt
I:   Het wassen van de werkkleding is een professionele wasserij
C:   Thuis wassen van de werkkleding
O:   Verminderde overdracht en infecties, microbiële belasting op kleding

In de databases Pubmed en Embase is op 26 februari 2022 met relevante zoektermen gezocht naar studies over kleding van zorgmedewerkers.

Studies werden geselecteerd op grond van de volgende selectiecriteria:

  • Het gaat om een systematische review of vergelijkend onderzoek zoals een (gerandomiseerd) gecontroleerd onderzoek of observationele studie.
  • De participanten bestaan uit mensen die werken in de gezondheidszorg.
  • De interventie bestaat uit het dragen van medische uniformen of soortgelijke kleding.
  • De controle-interventie bestaat uit andere kleding.
  • Uitkomsten richten zich op verminderde overdracht en infecties, en op microbiële belasting op kleding.
  • De selectiecriteria zijn toegepast op de referenties verkregen uit de zoekactie. In eerste instantie zijn de titel en abstract van de referenties beoordeeld door twee onderzoekers.

Hiervan werden acht referenties geïncludeerd voor de beoordeling op basis van het volledige artikel. Na de beoordeling van de volledige teksten zijn twee artikelen definitief geïncludeerd voor de literatuuranalyse.

Er zijn twee onderzoeken meegenomen in de literatuuranalyse. De belangrijkste studiekarakteristieken en resultaten zijn opgenomen in de evidence-tabellen. De beoordeling van de individuele studieopzet (risk-of-bias) is opgenomen in de risk-of-bias-tabellen.

Beschrijving van de studies

Murguia Pérez et al. (1) onderzochten in hun systematische review of de kleding die door zorgmedewerkers wordt gedragen van invloed is op het voorkomen van gezondheidszorg geassocieerde infecties. Hiervoor zochten zij naar gecontroleerde klinische studies onder gezondheidsmedewerkers met direct patiëntencontact. Onderzoeken onder intensivecaremedewerkers en chirurgiemedewerkers werden niet meegenomen in hun review. De primaire uitkomstmaat was een directe relatie tussen kleding en infecties. De secundaire uitkomstmaat was de aanwezigheid van bacteriën op verschillende plekken van de kleding. De onderzoekers vonden twee studies met in totaal 112 deelnemers die voldeden aan de criteria.

Heudorf et al. (2) voerden een cross-sectionele studie uit onder verpleeghuismedewerkers. Zij voerden microbiologisch onderzoek uit op de dienstkleding van verpleegkundigen die ofwel door de medewerkers zelf werden gewassen ofwel door een professionele partij. Er deden 44 verpleeghuizen aan de studie mee en het microbiologisch onderzoek werd uitgevoerd in twaalf verpleeghuizen. Hierbij werden per verpleeghuis van vijf medewerkers de outfit getest, zowel na het wassen als na het dragen.

Risk-of-bias

De studies zijn onderzocht op het risk-of-bias. Hieronder zijn bondig de resultaten beschreven. De volledige beoordeling is beschreven in de risk-of-bias-tabel.

De systematische review van Murguia Pérez et al. (1) is van redelijke kwaliteit. Er is sprake van een duidelijke onderzoeksvraag, de selectie van studies en data extractie is door twee onafhankelijke onderzoekers gedaan, het risk-of-bias van de geïncludeerde studies is aangegeven en de studies zijn in voldoende detail gerapporteerd. De zoekstrategie is alleen wat minimaal beschreven en de datum waarop is gezocht is niet gerapporteerd.

Observationele studies zoals die van Heudorf et al. (2) hebben een hogere risk-of-bias. De kwaliteit van deze studie is dan ook laag. De kleding van verschillende verpleeghuizen zijn met elkaar vergeleken, maar de onderzoekers vermelden geen enkel detail over deze verpleeghuizen. Het is daarom niet mogelijk om vast te stellen of de verpleeghuizen in de basis met elkaar vergelijkbaar zijn.

Resultaten studies

De systematische review van Murguia Pérez et al. (1) vond twee gerandomiseerde studies waarbij twee kledingstukken met elkaar werden vergeleken op de aanwezigheid van bacteriën. Een van de studies liet tien artsen uit een academisch ziekenhuis eerst drie dagen een stropdas dragen en vervolgens drie dagen een vlinderdas. Aan het eind van de eerste en derde dag werd de aanwezigheid van bacteriën gemeten. Aan het eind van de eerste dag was de vlinderdas significant minder besmet met bacteriën dan de stropdas, maar dit verschil was op dag 3 verdwenen. De andere geïncludeerde studie vergeleek de aanwezigheid van bacteriën op een witte jas met lange mouwen met een ziekenhuisuniform met korte mouwen. Na 8 uur dragen bleek er geen verschil te zijn in besmetting met bacteriën of MRSA meticilline-resistente Staphylococcus aureus (meticilline-resistente Staphylococcus aureus ) tussen de twee.

Heudorf et al. (2) testten in totaal van 58 verpleeghuismedewerkers zowel de schone (vers gewassen) als gedragen outfit op bacteriën. Zij vonden geen verschil in besmetting met bacteriën tussen de kleding die extern in een professionele wasserij was gewassen en de kleding die in het verpleeghuis was gewassen. Kleding gewassen door de medewerkers zelf, bij hen thuis, had een hogere besmettingsgraad (p<0,01).

GRADE Grading Recommendations Assessment, Development and Evaluation (Grading Recommendations Assessment, Development and Evaluation )-evidence-profiel

De zekerheid van het bewijs is zeer laag. Alhoewel er sprake was van een systematische review, bevatte deze review slechts twee gerandomiseerde studies die beiden andere kledingvormen onderzochten. De sample size van deze studies was zeer beperkt en ze hadden een hoge risk-of-bias. De cross-sectionele studie was van lage kwaliteit en heeft tevens een beperkte steekproefgrootte en levert daarmee geen betrouwbare gegevens op. Bovendien zijn de gerapporteerde uitkomstmaten indirect bewijs voor de vraagstelling.

Zeer laag

GRADE Grading Recommendations Assessment, Development and Evaluation (Grading Recommendations Assessment, Development and Evaluation )

We zijn onzeker over het effect van verschillende kledingmaatregelen of wasvoorschriften op de overdracht en infecties in zorginstellingen.

  1. Murguía PJG, Pérez GG, Pérez PVM et al. Health personnel clothing and their relationship with infections associated with health care. Systematic review. Enf Infec Microbiol. 2020; 40 (1): 16-21.
  2. Heudorf U, Gasteyer S, Müller M, Serra N, Westphal T, Reinheimer C et al. Handling of laundry in nursing homes in Frankfurt am Main, Germany, 2016 – laundry and professional clothing as potential pathways of bacterial transfer. GMS Hygiene and Infection Control 2017; 12: Doc20. https://doi.org/10.3205/DGKH000305.
  3. Eikelenboom-Boskamp A, Huis A, Saris K et al. Preferences for healthcare worker attire among nursing home residents and residents’ preferences as perceived by workers: A cross-sectional study. Int J Nurs Stud 2022 Nov, 100112.

Ga naar de pagina Geïncludeerde studies module 4.1 voor de tabellen.

Studie

Reden voor exclusie

Kumar, A., Keri, V. C., Khan, M. A., Ranjan, P., Rastogi, N., Sahu, M., & Wig, N. (2021). Assessment of healthcare worker's hand hygiene and infection prevention practices of their personal belongings in a healthcare setting: a survey in pre COVID-19 era and literature review on standard disinfection practices. Journal of preventive medicine and hygiene, 62(1), E104–E109. https://doi.org/10.15167/2421-4248/jpmh2021.62.1.1742

Verkeerde uitkomstmaat

Owen, L., & Laird, K. (2020). The role of textiles as fomites in the healthcare environment: a review of the infection control risk. PeerJ, 8, e9790. https://doi.org/10.7717/peerj.9790

Verkeerd studiedesign

Vera CM, Umadhay T, Fisher M. Laundering Methods for Reusable Surgical Scrubs: A Literature Review. AANA J. 2016 Aug;84(4):246-52. PMID: 30501150.

Verkeerd studiedesign

Lena P, Ishak A, Karageorgos SA, Tsioutis C. Presence of Methicillin-Resistant Staphylococcus aureus (MRSA meticilline-resistente Staphylococcus aureus (meticilline-resistente Staphylococcus aureus )) on Healthcare Workers' Attire: A Systematic Review. Trop Med Infect Dis. 2021 Mar 31;6(2):42. doi: 10.3390/tropicalmed6020042. PMID: 33807299; PMCID: PMC8103237.

Verkeerde uitkomstmaat

Martín-Vaquero Y, González-Sanz A, Muñoz-Martín B. Manejo seguro de la ropa e higiene de la piel en pacientes y profesionales sanitarios frente a la COVID-19: scoping review [Safe handling of clothing and hygiene of patients and health professionals: Scoping review]. Enferm Clin. 2021 Feb;31:S89-S93. Spanish. doi: 10.1016/j.enfcli.2020.05.014. Epub 2020 May 21. PMID: 34629856; PMCID: PMC7241314.

Verkeerd studiedesign

Goyal S, Khot SC, Ramachandran V, Shah KP, Musher DM. Bacterial contamination of medical providers' white coats and surgical scrubs: A systematic review. Am J Infect Control. 2019 Aug;47(8):994-1001. doi: 10.1016/j.ajic.2019.01.012. Epub 2019 Mar 6. PMID: 30850250.

Verkeerde studie design

Author, publication year: Murguia Pérez, 2020

Item

Yes, partial yes or no

Explanation

1. Did the research questions and inclusion criteria for the review include the components of PICO?

Yes

 

2. Did the report of the review contain an explicit statement that the review methods were established prior to the conduct of the review and did the report justify any significant deviations from the protocol?

No

 

3. Did the review authors explain their selection of the study designs for inclusion in the review?

No

 

4. Did the review authors use a comprehensive literature search strategy?

Partial

Multiple databases searched and reference lists. Search strategy is limited and date of search is not mentioned.

5. Did the review authors perform study selection in duplicate?

Yes

 

6. Did the review authors perform data extraction in duplicate?

Yes

 

7. Did the review authors provide a list of excluded studies and justify the exclusions?

No

 

8. Did the review authors describe the included studies in adequate detail?

Yes

 

9. Did the review authors use a satisfactory technique for assessing the risk of bias (RoB) in individual studies that were included in the review?

Yes

 

10. Did the review authors report on the sources of funding for the studies included in the review?

Yes

 

11. If meta-analysis was performed did the review authors use appropriate methods for statistical combination of results?

N.A.

 

12. If meta-analysis was performed, did the review authors assess the potential impact of RoB in individual studies on the results of the meta-analysis or other evidence synthesis?

N.A.

 

13. Did the review authors account for RoB in individual studies when interpreting/ discussing the results of the review?

Yes

 

14. Did the review authors provide a satisfactory explanation for, and discussion of, any heterogeneity observed in the results of the review?

No

 

15. If they performed quantitative synthesis did the review authors carry out an adequate investigation of publication bias (small study bias) and discuss its likely impact on the results of the review?

N.A.

 

16. Did the review authors report any potential sources of conflict of interest, including any funding they received for conducting the review?

Yes

 


Bijlagen

Dienstkleding of werkkleding

Kleding die in de instelling wordt gedragen tijdens diensttijd. De kleding kan bestaan uit werkkleding gefaciliteerd door de werkgever (zoals hes/jas en/of broek, lange jas) of uit eigen kleding.

Hand- en polssieraden en/ of hand- en polsaccessoires en/ of (medisch) hulpmiddelen voor handen, polsen/ onderarmen Alle sieraden, accessoires en (medische) hulpmiddelen die worden gedragen aan de vingers, handen en/of pols en/ of onderarm. Voorbeelden hiervan zijn (gladde) ringen, armbanden, polshorloges, piercings, braces, spalken, kousen, gips, zilversplint, sjaal, heuptasjes, vest/jas/bodywarmer, sieraden, sjaal en tassen.
Handdesinfectie Het desinfecteren van de handen, polsen en/of onderarmen met een handdesinfectiemiddel.

Handdesinfectiemiddel en handdesinfectiemiddelen

Handdesinfectiemiddel is de verzamelnaam voor de preparaten die gebruikt worden voor het desinfecteren van de huid van de handen, polsen en onderarmen. Handdesinfectiemiddelen zijn er in diverse vormen en op basis van diverse werkzame stoffen, bijvoorbeeld op basis van ethanol, n-propanol of isopropanol.

Handhygiëne

Handhygiëne betreft het reinigen, of desinfecteren en het geregeld aanvullend verzorgen van de handen, polsen en onderarmen.

Handreiniging

Het reinigen van de handen, polsen ern/of onderarmen met water en zeep gevolgd door het drogen.

Hygiëne- en/ of Infectiepreventiebeleid

Een beleid, vastgesteld door de werkgever, wat geldt in een zorginstelling of zorgorganisatie wat gaat over de maatregelen en afspraken op het gebied van infectiepreventie die door de zorgmedewerkers nageleefd dienen te worden.

Infectie

Interactie tussen het micro-organisme en de gastheer leidt tot schade of een veranderde fysiologie bij de gastheer. De schade of veranderde fysiologie kan resulteren in klinisch waarneembare symptomen en verschijnselen maar ook langdurig onopgemerkt blijven, c.q. subklinisch verlopen.

Medewerker

Medewerker en gastmedewerker die werkzaam is in een zorginstelling

MRSA meticilline-resistente Staphylococcus aureus (meticilline-resistente Staphylococcus aureus )

Methicilline-resistente Staphylococcus aureus

Patiënt

Een persoon waaraan zorg verleend wordt. In deze richtlijn is gekozen voor het begrip patiënt. Dit is echter niet passend voor ieder zorgdomein. Daar waar patiënt staat kan ook cliënt, bewoner of zorgvrager gelezen worden.

Persoonlijke hygiëne zorgmedewerker

Persoonlijke hygiëne betreft maatregelen t.a.v. haar, handen, kleding, accessoires en sieraden.

Zorgaanbieder

Organisatie die je kunt inschakelen als je (thuis) verpleging of verzorging nodig hebt, of als je diagnostiek en behandeling nodig hebt.

Zorginstelling

Een instelling waar door een organisatie zorg verleend wordt aan personen, bijvoorbeeld een ziekenhuis, verpleeghuis, (kleinschalige) woonvoorziening of zorg aan huis.

Zorgmedewerker

Iedere medewerker die werkzaam is in een organisatie of instelling binnen de medische specialistische zorg, langdurige zorg en/of publieke gezondheidszorg in de directe patiëntenzorg of in een zorgondersteunende functie.

Werkwijze

Deze richtlijn is opgesteld conform de eisen zoals vastgesteld in het SRI Samenwerkingsverband Richtlijnen Infectiepreventie (Samenwerkingsverband Richtlijnen Infectiepreventie ) document ‘procedure SRI richtlijnontwikkeling’. Dit document beschrijft een stappenplan dat gebaseerd is op de kwaliteitscriteria uit de documenten: Richtlijn voor richtlijnen (2012), AQUA Leidraad voor Kwaliteitsstandaarden (2014), de HARING-tools (2013), AGREE-II (2010). Ook bevat het stappenplan verwijzingen voor methodieken van het rapport Medisch Specialistische Richtlijnen 2.0 van de adviescommissie Richtlijnen van de Raad Kwaliteit en het stappenplan ‘Ontwikkeling van Medisch Specialistische Richtlijnen van het Kennisinstituut van Medisch Specialisten’.

Knelpuntenanalyse

Tijdens de voorbereidende fase hebben de voorzitter van de werkgroep, de werkgroepleden en de procesbegeleiding de knelpunten geïnventariseerd. Een verslag is terug te vinden in de bijlage Rapportage knelpunteninventarisatie.

Uitkomstmaten

Op basis van de uitkomsten van de knelpuntenanalyse zijn door de werkgroep uitgangsvragen opgesteld. Vervolgens heeft de werkgroep per uitgangsvraag geïnventariseerd welke uitkomstmaten relevant zijn, waarbij zowel naar gewenste als ongewenste effecten werd gekeken.

Methode literatuur (samenvatting)

In 2009 heeft de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) een richtlijn Handhygiëne uitgebracht (10). Deze richtlijn wordt wereldwijd onderschreven, vanwege de brede wetenschappelijke onderbouwing. Sinds 2009 zijn er meerdere tussentijdse actualisaties van de WHO-richtlijn geweest. Daarnaast is er in 2017 een Cochrane review gepubliceerd over handhygiëne (11). Vanwege de goede kwaliteit van deze twee bronnen vormen deze de basis bij de beantwoording van de opgestelde uitgangsvragen in Module 1 en Module 2.

Aanvullend is er bij sommige uitgangsvragen aan de hand van specifieke zoektermen gezocht naar gepubliceerde wetenschappelijke studies in (verschillende) elektronische databases (vanaf het jaar 2002). De werkgroepleden selecteerden de via de zoekactie gevonden artikelen op basis van vooraf opgestelde selectiecriteria. De zoekacties zijn opvraagbaar bij het bureau van het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu ) en SKILZ Stichting Kwaliteitsimpuls Langdurige Zorg (Stichting Kwaliteitsimpuls Langdurige Zorg ).

Onderstaande tabel geeft een overzicht van de gebruikte methode per module.

Overzicht van gebruikte methode voor wetenschappelijke onderbouwing voor beantwoording van de uitgangsvragen per submodule.

Module

Gebruikte methode

1.1 Momenten van handhygiëne

WHO + Cochrane

1.2 Techniek van handhygiëne

WHO + Cochrane + aanvullende zoekopdracht

1.3 Handhygiëne en huidverzorging

Zoekopdracht

1.4 Handhygiëne en huidbeschadigingen

Zoekopdracht

2.1 Randvoorwaarden handdesinfectiemiddelen

WHO + Cochrane

2.2 Randvoorwaarden handreinigingsmiddelen

WHO + Cochrane + aanvullende zoekopdracht

2.3 Kranen en dispensers

WHO + Cochrane

2.4 Droogsystemen

WHO + aanvullende zoekopdracht

2.5 Handschoenen

WHO + aanvullende zoekopdracht

2.6 Normen en wettelijke eisen handdesinfectiemiddelen

N.v.t.

3.1 Hand- en polssierraden en accessoires

Zoekopdracht

3.2 Vingernagels

Zoekopdracht

3.3 Onbedekte onderarmen

Zoekopdracht

4.1 Kleding

Zoekopdracht

4.2 Gezicht en haardracht

Zoekopdracht

5 Infectie(ziekte) bij de medewerker

Consensus

Kwaliteitsbeoordeling individuele studies

Individuele studies werden systematisch beoordeeld, op basis van op voorhand opgestelde methodologische kwaliteitscriteria, om zo het risico op vertekende studieresultaten (bias) te kunnen inschatten. Deze beoordelingen kunt u vinden in de risk-of-bias-tabellen.

Samenvatten van de literatuur

De relevante onderzoeksgegevens van alle geselecteerde artikelen zijn weergegeven in evidence-tabellen. De belangrijkste bevindingen uit de literatuur werden beschreven in de samenvatting van de literatuur.

Beoordelen van de kracht van het wetenschappelijke bewijs

De kwaliteit van bewijs (‘quality of evidence’) werd beoordeeld met behulp van GRADE Grading Recommendations Assessment, Development and Evaluation (Grading Recommendations Assessment, Development and Evaluation ). GRADE staat voor ‘Grading Recommendations Assessment, Development and Evaluation’ (5). GRADE is een methode die per uitkomstmaat van een interventie, of voor een risico- of prognostische factor, een gradering aan de kwaliteit van bewijs toekent op basis van de mate van vertrouwen in de schatting van de effectgrootte.

Overwegingen (van bewijs naar aanbeveling)

Voor het formuleren van een aanbeveling zijn naast de kwaliteit van het wetenschappelijk bewijs over de gewenste en ongewenste effecten van een interventie of over de effectgrootte van een risico- of prognostische factor vaak ook nog andere factoren van belang (2).

Genoemd kunnen worden:

  • kosten;
  • waarden, voorkeuren en ervaringen van patiënten en zorgmedewerkers met betrekking tot interventies en uitkomsten van zorg;
  • balans van gewenste en ongewenste effecten van interventies ten opzichte van geen of andere interventies;
  • aanvaardbaarheid van interventies;
  • haalbaarheid van een aanbeveling.

Deze aspecten worden per module besproken onder het kopje ‘Overwegingen’.

Formuleren van de aanbevelingen

De aanbevelingen geven een antwoord op de uitgangsvragen en zijn gebaseerd op het beste beschikbare wetenschappelijke bewijs en de belangrijkste overwegingen. De kracht van het wetenschappelijk bewijs en het gewicht dat door de werkgroep wordt toegekend aan de overwegingen bepalen samen de sterkte van de aanbeveling. Conform de GRADE-methodiek sluit een lage bewijskracht van conclusies in de systematische literatuuranalyse een sterke aanbeveling niet uit en zijn bij een hoge bewijskracht ook zwakke aanbevelingen mogelijk (1, 8). De sterkte van de aanbeveling wordt altijd bepaald door weging van alle relevante argumenten tezamen.

In de GRADE-methodiek wordt onderscheid gemaakt tussen sterke en zwakke (of conditionele) aanbevelingen. De sterkte van een aanbeveling verwijst naar de mate van zekerheid dat de voordelen van de interventie opwegen tegen de nadelen (of vice versa), gezien over het hele spectrum van patiënten waarvoor de aanbeveling is bedoeld. De sterkte van een aanbeveling heeft duidelijke implicaties voor patiënten, zorgmedewerkers en beleidsmakers (zie onderstaande tabel). Een aanbeveling is geen dictaat, zelfs een sterke aanbeveling gebaseerd op bewijs van hoge kwaliteit (GRADE gradering HOOG) zal niet altijd van toepassing zijn onder alle mogelijke omstandigheden en voor elke individuele patiënt.

Implicaties van sterke en zwakke aanbevelingen voor verschillende richtlijngebruikers.

 

Sterke aanbeveling

Zwakke (conditionele) aanbeveling

Voor patiënten

De meeste patiënten zouden de aanbevolen interventie of aanpak kiezen en slechts een klein aantal niet.

Een aanzienlijk deel van de patiënten zouden de aanbevolen interventie of aanpak kiezen, maar veel patiënten ook niet.

Voor zorgmedewerkers

De meeste patiënten zouden de aanbevolen interventie of aanpak moeten ontvangen.

Er zijn meerdere geschikte interventies of aanpakken. De patiënt moet worden ondersteund bij de keuze voor de interventie of aanpak die het beste aansluit bij zijn of haar waarden en voorkeuren.

Voor beleidsmakers

De aanbevolen interventie of aanpak kan worden gezien als standaardbeleid.

Beleidsbepaling vereist uitvoerige discussie met betrokkenheid van veel stakeholders. Er is een grotere kans op lokale beleidsverschillen.

Randvoorwaarden (organisatie van zorg)

In de knelpuntenanalyse en bij de ontwikkeling van de richtlijn is expliciet rekening gehouden met de organisatie van zorg: alle aspecten die randvoorwaardelijk zijn voor het verlenen van zorg (zoals coördinatie, communicatie, (financiële) middelen, menskracht en infrastructuur). Randvoorwaarden die relevant zijn voor het beantwoorden van een specifieke uitgangsvraag maken onderdeel uit van de overwegingen bij de bewuste uitgangsvraag.

Formuleren van kennislacunes

Tijdens de ontwikkeling van deze richtlijn is systematisch gezocht naar onderzoek waarvan de resultaten bijdragen aan een antwoord op de uitgangsvragen. Bij elke uitgangsvraag is door de werkgroep nagegaan of er (aanvullend) wetenschappelijk onderzoek gewenst is. Een overzicht van aanbevelingen voor nader onderzoek staat in het hoofdstuk Kennislacunes.

Commentaar- en autorisatiefase

De conceptrichtlijn is aan de betrokken (wetenschappelijke) verenigingen en andere relevante partijen voorgelegd voor commentaar. De commentaren werden verzameld en besproken met de werkgroep. Naar aanleiding van de commentaren werd de conceptrichtlijn aangepast en definitief vastgesteld door de werkgroep. De definitieve richtlijn is aan de betrokken (wetenschappelijke) verenigingen voorgelegd voor autorisatie en door hen geautoriseerd.

Inbreng patiëntenperspectief

De Patiëntenfederatie Nederland is betrokken geweest in de knelpuntenanalyse en heeft het raamwerk ontvangen voor commentaar in de voorfase. Zij hebben aangegeven geen zitting te willen nemen in de werkgroep of klankbordgroep. Tijdens de commentaarfase hebben zij meegelezen met de conceptteksten.

Wkkgz Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg ) & Kwalitatieve raming van mogelijke substantiële financiële gevolgen

Bij de richtlijn is conform de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) een kwalitatieve raming uitgevoerd of de aanbevelingen mogelijk leiden tot substantiële financiële gevolgen. Bij het uitvoeren van deze beoordeling zijn richtlijnmodules op verschillende domeinen getoetst.

Uit de kwalitatieve raming blijkt dat er waarschijnlijk geen substantiële financiële gevolgen zijn; zie onderstaande tabel.

Module

Uitkomst raming

Toelichting

Module 1 Handhygiëne en methode

Geen financiële gevolgen

-

Module 2 Handhygiëne en middelen

Geen financiële gevolgen

-

Module 3 Persoonlijke hygiëne onderarmen en handen

Geen financiële gevolgen

-

Module 4 Persoonlijke hygiëne kleding en gezicht

Geen financiële gevolgen

-

Module 5 Infectie(ziekte) bij de medewerker

Geen financiële gevolgen

-

Literatuur

  1. Agoritsas T, Merglen A, Heen AF, Kristiansen A, Neumann I, Brito JP, Brignardello-Petersen R, Alexander PE, Rind DM, Vandvik PO, Guyatt GH. UpToDate adherence to GRADE criteria for strong recommendations: an analytical survey. BMJ Open. 2017 Nov 16;7(11):e018593. doi: 10.1136/bmjopen-2017-018593. PubMed PMID: 29150475; PubMed Central PMCID: PMC5701989.
  2. Alonso-Coello P, Schünemann HJ, Moberg J, Brignardello-Petersen R, Akl EA, Davoli M, Treweek S, Mustafa RA, Rada G, Rosenbaum S, Morelli A, Guyatt GH, Oxman AD; GRADE Working Group. GRADE Evidence to Decision (EtD) frameworks: a systematic and transparent approach to making well informed healthcare choices. 1: Introduction. BMJ. 2016 Jun 28;353:i2016. doi: 10.1136/bmj.i2016. PubMed PMID: 27353417.
  3. Alonso-Coello P, Oxman AD, Moberg J, Brignardello-Petersen R, Akl EA, Davoli M, Treweek S, Mustafa RA, Vandvik PO, Meerpohl J, Guyatt GH, Schünemann HJ; GRADE Working Group. GRADE Evidence to Decision (EtD) frameworks: a systematic and transparent approach to making well informed healthcare choices. 2: Clinical practice guidelines. BMJ. 2016 Jun 30;353:i2089. doi: 10.1136/bmj.i2089. PubMed PMID: 27365494.
  4. Brouwers MC, Kho ME, Browman GP, Burgers JS, Cluzeau F, Feder G, Fervers B, Graham ID, Grimshaw J, Hanna SE, Littlejohns P, Makarski J, Zitzelsberger L; AGREE Next Steps Consortium. AGREE II: advancing guideline development, reporting and evaluation in health care. CMAJ. 2010 Dec 14;182(18):E839-42. doi: 10.1503/cmaj.090449. Epub 2010 Jul 5. Review. PubMed PMID: 20603348; PubMed Central PMCID: PMC3001530.
  5. GRADE. http://www.gradeworkinggroup.org/.
  6. Hultcrantz M, Rind D, Akl EA, Treweek S, Mustafa RA, Iorio A, Alper BS, Meerpohl JJ, Murad MH, Ansari MT, Katikireddi SV, Östlund P, Tranæus S, Christensen R, Gartlehner G, Brozek J, Izcovich A, Schünemann H, Guyatt G. The GRADE Working Group clarifies the construct of certainty of evidence. J Clin Epidemiol. 2017 Jul;87:4-13. doi: 10.1016/j.jclinepi.2017.05.006. Epub 2017 May 18. PubMed PMID: 28529184; PubMed Central PMCID: PMC6542664.
  7. Medisch Specialistische Richtlijnen 2.0 (2012). Adviescommissie Richtlijnen van de Raad Kwaliteit. http://richtlijnendatabase.nl/over_deze_site/over_richtlijnontwikkeling.html.
  8. Neumann I, Santesso N, Akl EA, Rind DM, Vandvik PO, Alonso-Coello P, Agoritsas T, Mustafa RA, Alexander PE, Schünemann H, Guyatt GH. A guide for health professionals to interpret and use recommendations in guidelines developed with the GRADE approach. J Clin Epidemiol. 2016 Apr;72:45-55. doi: 10.1016/j.jclinepi.2015.11.017. Epub 2016 Jan 6. Review. PubMed PMID: 26772609.
  9. Schünemann H, Brożek J, Guyatt G et al. GRADE handbook for grading quality of evidence and strength of recommendations. Updated October 2013. The GRADE Working Group, 2013. https://gdt.gradepro.org/app/handbook/handbook.html.
  10. WHO guidelines on hand hygiene in health care, WHO Library Cataloguing-in-Publication Data (2009).
  11. Gould DJ et al. Interventions to improve hand hygiene compliance in patient care (Review), Cochrane, Cochrane Database of Systematic Reviews (2017).

Dit implementatieplan is opgesteld ter bevordering van de richtlijn Handhygiëne & persoonlijke hygiëne medewerker. Voor het opstellen van het implementatieplan heeft de werkgroep een advies uitgebracht over het tijdspad voor implementatie en de partijen die hier verantwoordelijk voor zijn.

Werkwijze

De werkgroep heeft voor de hele richtlijn geïnventariseerd wanneer de aanbeveling(en) overal geïmplementeerd moet(en) zijn en wie de verantwoordelijke partij is voor de te ondernemen acties.

Implementatietermijnen

e aanbevelingen in deze richtlijn zijn niet strenger dan die in bestaande/voorgaande richtlijnen. Veel aanbevelingen zijn al onderdeel van de huidige praktijk en brengen daarom weinig of geen implementatieproblemen met zich mee.

Te ondernemen actie per partij

Hieronder wordt per partij toegelicht welke acties zij kunnen ondernemen om de implementatie van de richtlijn in het algemeen te bevorderen.

Zorginstellingen zijn verantwoordelijk voor:

  • het faciliteren van de benodigde middelen en materialen voor naleving van de richtlijn;
  • de vertaalslag van de richtlijn naar de eigen werkprocedures van de organisatie;
  • het controleren van de toepassing en naleving van de werkprocedures middels audits;
  • het opnemen van de werkprocedures in (digitale) werkomgeving en interne scholingsprogramma’s.

Alle direct betrokken wetenschappelijk verenigingen/beroepsorganisaties dragen zorg voor:

  • het bekend maken van de richtlijn onder de leden/ achterban;
  • het onder de aandacht brengen van de richtlijn door te publiceren in tijdschriften en te spreken op symposia en congressen;
  • het controleren van de toepassing en naleving van de aanbevelingen in kwaliteitsvisitaties;
  • het opnemen van de aanbevelingen in (digitale) scholingstools en auditstools.

Individuele zorgmedewerkers:

  • nemen kennis van de aanbevelingen uit de richtlijn en volgen deze op tijdens werkzaamheden;
  • bespreken de aanbevelingen in de eigen zorgorganisatie/instelling en/of tijdens teamoverleggen;
  • maken afspraken met andere betrokken disciplines om de toepassing van de aanbevelingen in de praktijk te borgen.

De initiërende organisaties zorgen ervoor dat:

  • de richtlijn wordt gepubliceerd op de site www.sri-richtlijnen.nl en wordt toegevoegd aan de richtlijnendatabase (FMS Federatie Medisch Specialisten (Federatie Medisch Specialisten )) en het platform Richtlijnen Langdurige Zorg (SKILZ Stichting Kwaliteitsimpuls Langdurige Zorg (Stichting Kwaliteitsimpuls Langdurige Zorg ));
  • de kennislacunes worden opgenomen in de bijlagen;
  • ze gezamenlijk afspraken maken over het opstarten van continu modulair onderhoud van de richtlijn.

Advies over opvolgingstermijn van de aanbevelingen per module

Module

Aanbeveling

Verantwoordelijke

Termijn

Toelichting

1

Handhygiëne en methode

Zorginstelling

<1 jaar

-

2

Handhygiëne en middelen

Zorginstelling

<1 jaar

-

3

Persoonlijke hygiëne onderarmen en handen

Zorginstelling

<1 jaar

-

4

Persoonlijke hygiëne kleding en gezicht

Zorginstelling

<1 jaar

-

5

Infectieziekte medewerker

Zorginstelling

<1 jaar

-

Tijdens de ontwikkeling van de richtlijn Handhygiëne & persoonlijke hygiëne medewerker is systematisch gezocht naar onderzoeksbevindingen die waardevol konden zijn voor het beantwoorden van de uitgangsvragen. Een deel (of een onderdeel) van de hiervoor opgestelde zoekvragen is met het resultaat van deze zoekacties te beantwoorden, echter ook een groot deel niet. Door gebruik te maken van de evidence-based methodiek (EBRO Evidence Based Richtlijn Ontwikkeling (Evidence Based Richtlijn Ontwikkeling )) is duidelijk geworden dat er nog kennislacunes bestaan. De werkgroep is van mening dat (vervolg)onderzoek wenselijk is om in de toekomst een duidelijker antwoord te kunnen geven op vragen uit de praktijk. Om deze reden heeft de werkgroep per module aangegeven waar wetenschappelijke kennis beperkt is en dus op welke vlakken nader onderzoek gewenst is.

Module 1 Handhygiëne methode

Er is geen wetenschappelijk bewijs voor een aanbevolen methode voor het verzorgen en beschermen van de huid van zorgmedewerkers.

Module 2 Handhygiëne middelen

Er is onvoldoende wetenschappelijk bewijs over het effect van handdesinfectiemiddelen bij hoog frequent en/of langdurig gebruik en het effect op de gezondheid en de risico’s op bepaalde vormen van kanker.

Module 3 Persoonlijke hygiëne onderarmen en handen

Er is onvoldoende wetenschappelijk bewijs over het effect van (lange) kunstnagels bij de uitvoering van handhygiëne en het effect daarvan op het eindresultaat.

Module 4 Persoonlijke hygiëne kleding en gezicht

Er is onvoldoende wetenschappelijk bewijs over het effect van de kledingvoorschriften het effect van verschillende kledingmaatregelen of wasvoorschriften op het ontstaan van zorggerelateerde infecties en/ of de overdracht van (pathogene) micro-organismen in zorginstellingen.

Module 5 Infectie(ziekte) bij de medewerker

Geen systematische search uitgevoerd.

Resultaten enquête richtlijn Handhygiëne & persoonlijke hygiëne

Aantal reacties: 95

Periode: 18 oktober t/m 3 november 2021

1. Voor of in welke sector van de zorg werkt u?

Bij overig werd aangegeven: publieke gezondheidszorg (11x), arbodienst (3x), ambulancezorg (2x), leverancier (2x), NAH/LG, privékliniek, verloskundige zorg en penitentiaire inrichting.

2. Wat is uw functie?

Bij andere functies werden de functies arbeidshygiënist (9x), wijkverpleegkundige, verloskundige, hoger veiligheidskundige, plastisch chirurg en deskundige infectiepreventie i.o. genoemd.

3. De onderdelen van de richtlijnen Handhygiëne zijn hieronder opgesomd. Ervaart u knelpunten bij onderstaande onderdelen uit de huidige richtlijn?

De volgende toelichtingen werden gegeven:

  • (22x) Meer informatie tussen de verschillende middelen (alcohol, gel, handzeep): welke middelen voldoen, wat is de werkzaamheid ervan en wanneer wat te gebruiken? Niet alleen reguliere momenten maar ook duidelijkheid over toepassing handhygiëne tijdens uitbraken (clostridium, norovirus) werd aangegeven (5x).
  • (18x) Onduidelijkheid over waar de handalcohol aan moet voldoen en wat de gebruiksvoorschriften zijn. Ook de schadelijkheid van ethanol wordt hierbij meerdere keren benoemd (8x).
  • (11x) Haalbaarheid en toepasbaarheid van handhygiëne. Ook bij niet-medisch geschoolde medewerkers vraagt dit meer uitleg.
  • (8x) Wat te doen als de juiste faciliteiten voor een goede handhygiëne niet aanwezig zijn, zoals bijvoorbeeld in de thuiszorg en op evenementen? Wat is het niveau dat moet worden nagestreefd per type instelling (van ziekenhuis tot medisch kinderdagverblijf)? Wat is de doelgroep van de richtlijn?
  • (5x) Bij wondjes worden handschoenen gedragen (zonder pleister) omdat handen wassen/desinfecteren dan niet prettig is. Informatie mist over hoe hier mee om te gaan (incl. eczeem). Ook zijn medewerkers zich niet altijd bewust van wondjes.
  • (1x) Polsen worden bij bijna alle handenwasinstructies vergeten.

4. De onderdelen van de richtlijnen Persoonlijke hygiëne zijn hieronder opgesomd. Ervaart u knelpunten bij onderstaande onderdelen uit de huidige richtlijn?

De volgende toelichtingen werden gegeven:

  • (11x) Toepassen van hygiënemaatregelen bij gebruik mobiele middelen (mobiel, laptop, tablet), toelichting op reiniging/desinfectie van materialen als het toepassen van handhygiëne. Niet gebruiken tijdens patiëntgebonden werkzaamheden is niet meer mogelijk in deze tijd.
  • (7x) Regels voor schoeisel zijn niet altijd duidelijk (open schoenen, slofjes, veiligheidsschoenen).
  • (6x) Toelichting op het dragen van sieraden, met name oorbellen (5x).
  • (3x) Meer aandacht voor het dragen van eigen kleiding (incl. lange mouwen) en wasvoorschriften.
  • (3x) Toelichting omgang met vinger-, hand- en/of polsbrace.
  • (3x) Regels voor het dragen van het haar. In een lange staart alsnog risico op contact met lichaam van cliënt; beter is opbinden in knot o.i.d.
  • (2x) Regels voor hoe om te gaan met hoofddoek ontbreken.

5. Zijn er onderwerpen die niet of niet voldoende worden benoemd in de huidige richtlijn Handhygiëne en/of Persoonlijke hygiëne?

De volgende toelichtingen werden gegeven ten aanzien van onderwerpen die ontbreken in de huidige richtlijnen:

  • (3x) Balans tussen hygiëne en huiselijkheid. Hoe om te gaan met zorg in een woonsetting?
  • (3x) Arbeidshygiëne/medewerkersveiligheid (o.a. ten aanzien van ethanol).
  • (3x) Het dragen van een brace, steunmouwen.
  • Huidverzorging; door goede huidverzorging kunnen huidklachten worden voorkomen.
  • Werkwijze over het gebruik van zakflacons (o.a. wijkzorg).
  • Duurzaamheid.
  • Gebruik van handschoenen. Men denkt vaak dat het gebruik van handschoenen een alternatief is voor handhygiëne; vandaar dat ik hier ook iets over wil lezen in de richtlijn Handhygiëne en niet alleen in richtlijn over PBM persoonlijke beschermingsmiddelen (persoonlijke beschermingsmiddelen ).

Vragen over uitvoering van de richtlijnen

6. Ervaart u knelpunten in uw organisatie of werkveld op het gebied van handhygiëne en/of persoonlijke hygiëne? Bijvoorbeeld op het gebied van:

De volgende toelichtingen werden gegeven:

  • (13x) Het dragen van een brace. Vanuit arbeidsomstandigheden toegestaan, maar vanuit infectiepreventie (reiniging) lastig in verband met hygiënisch werken. Veel discussie en behoefte aan duidelijkheid en handvatten. Verschil maken tussen bijv. stoffen/klittenband brace en zilversplints.
  • (7x) Allergische reactie en/of huidklachten door gebruik handalcohol. Zijn er alternatieven? Hoe kan betreffende medewerker toch goed gefaciliteerd worden om handhygiëne toe te passen?
  • (7x) Medewerkers zijn op de hoogte, maar houden zich niet aan de regels. Ook vaak discussie over gemaakte afspraken. Soms onvoldoende kennis de oorzaak.
  • (6x) Verplichte kledingvoorschriften. Het dragen van de eigen kleding (ook met lange mouwen) en het thuis wassen van de (werk)kleding zijn knelpunten. Niet iedere dienst wordt schone kleding gedragen i.v.m. het zelf moeten wassen van de (werk)kleding.
  • (6x) Beschikbaarheid van middelen voor toepassen handhygiëne. Enerzijds door ontbreken (niet aanwezig, leeg, verstopt), anderzijds niet beschikbaar vanwege setting (thuiszorg, ambulance (geen water) en psychiatrie (risico doelgroep).

7. Zijn er onduidelijkheden in de huidige richtlijnen?

De volgende toelichtingen werden gegeven:

  • (3x) Richtlijn is niet eenduidig en niet altijd duidelijk. Taalgebruik soms ingewikkeld. Als het een generieke richtlijn wordt, moet er duidelijk beschreven worden voor welke sectoren dit allemaal geldt en op welke wijze het uitgevoerd moet worden als dit niet hetzelfde is.
  • (2x) Wet- en regelgeving rondom handalcohol.
  • (1x) Huidverzorging: wanneer en waarmee?
  • (1x) De vijf momenten van handen wassen van de WHO en WIP verschillen

8. Vindt u de huidige richtlijnen praktisch uitvoerbaar?

De volgende toelichtingen werden gegeven:

  • (9x) Niet in alle sectoren is de richtlijn praktisch uitvoerbaar. In de thuiszorg (5x), de ambulancezorg (2x) of woonvoorziening voor dementie of VGZ (2x) kan de setting anders zijn, waardoor de richtlijnen niet op alle onderdelen uitvoerbaar zijn.
  • (8x) Door tijdsgebrek niet altijd haalbaar en uitvoerbaar. Dit betreft met name het toepassen van de handhygiëne (momenten en aantal seconden handen wassen).

9. Wijkt u tijdens het werk wel eens af van de richtlijn?

De volgende toelichtingen werden gegeven:

  • (13x) Ja, maar altijd gemotiveerd en in overleg met deskundige infectiepreventie. Maatwerksituatie. Ook het feit dat de richtlijnen soms verouderd zijn, is reden om af te wijken.
  • (6x) Frequentie en momenten van handhygiëne. Redenen: tijdgebrek en niet altijd mogelijk i.v.m. ontbreken middelen (zeep, handalcohol, water).
  • (4x) Bij het dragen van een brace wordt afgeweken.
  • (3x) Gebruik van handschoenen en/of het toepassen van handhygiëne daarna.

10. Op welke onderdelen wijkt u af van de richtlijn en waarom?

  • (3x) Bij spoed en/of acute hulp wordt soms gehandeld zonder eerst handhygiëne toe te passen.
  • (8x) Handhygiëne na verlenen van zorg/patiëntcontact.
  • (5x) Het dragen van een brace. Ook het dragen van een horloge wordt één keer benoemd.

Implementatie van de richtlijn

11. Richtlijnen worden vaak uitgewerkt in werkinstructies, posters, factsheets en andere producten (implementatietools). Deze helpen om de richtlijn tijdens het werk te kunnen uitvoeren. Kent u dit soort producten voor deze twee richtlijnen?

Voorbeelden van producten die werden genoemd:

  • posters over toepassen van handhygiëne (10x) en over persoonlijke hygiëne (9x);
  • (4x) instrumenten vanuit Zorg voor Beter;
  • (2x) factsheets RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu ) en WHO;
  • toolkist handhygiëne RIVM;
  • isolatiekaarten bij isolatie op verpleegkamers;
  • wasinstructies op OK.

12. Door wie zijn deze producten gemaakt? [meerdere antwoorden mogelijk]

Andere organisaties die genoemd werden:

  • (3x) zorginstelling;
  • (2x) RIVM/WHO;
  • leverancier;
  • Regionale Zorgnetwerken Antibioticaresistentie;
  • Zorg voor Beter.

13. Heeft u behoefte aan meer of andere implementatietools?

De volgende toelichtingen werden gegeven:

  • (9x) Meer training tools voor de medewerkers en manieren om handhygiëne onder de aandacht te houden. Filmpjes, e-learning en interactief materiaal, evt. in spelvorm o.i.d. (bijv. een zeepteller de hoeveelheid jij bent die zeep tapt of een smiley apparaatje). Wellicht een app met alle informatie en tools. Of workshops waarin medewerkers kunnen oefenen en getraind worden om het op de juiste manier te doen.
  • (4x) Posters/instructies met plaatjes t.b.v. taalbarrières en laaggeletterdheid. Taalniveau aanpassen aan doelgroep. Simpele en overzichtelijke posters en factsheets zijn m.i. een meerwaarde in het consequent implementeren/herinneren van de richtlijnen.
  • (2x) Meer behoefte aan een overzicht van wat er is. Er is ontzettend veel; behoefte aan eenduidige implementatietool. Het zou mooi zijn als er vanuit SRI Samenwerkingsverband Richtlijnen Infectiepreventie (Samenwerkingsverband Richtlijnen Infectiepreventie ) deze tools worden ontwikkeld in plaats van allerlei andere instellingen, zodat eenduidige informatie aanwezig is.
  • Ik vind de implementatiegids (onderdeel toolkit SNIV) van het RIVM voor handhygiëne in de verpleeghuiszorg een mooi voorbeeld van een goed instrument. Zie link(PDF).
  • Factsheet preventieprogramma handeczeem:
    • voorlichting over slimme keuze handzeep, handschoenen, huidcrème;
    • tips als met droge handen handschoenen aantrekken, voorkomen occlusie;
    • stimuleren huidzorg van personeel bij hoge huidbelasting.

14. Gebruikt u naast of in plaats van de WIP-richtlijnen Handhygiëne en Persoonlijke hygiëne andere protocollen of richtlijnen? Bijvoorbeeld van Vilans, LCHV, ZIPnet, LCI Landelijke Coördinatie Infectieziektebestrijding (onderdeel RIVM) (Landelijke Coördinatie Infectieziektebestrijding (onderdeel RIVM)) etc.

De volgende protocollen/richtlijnen werden genoemd:

  • (20x) LCHV;
  • (18x) LCI;
  • (17x) Vilans;
  • (10x) ZIPnet;
  • (2x) CDC Centers for Disease Control and Prevention (Centers for Disease Control and Prevention);
  • Arbocatalogus, gevaarlijke stoffenregelingen (ECHA Europees Agentschap voor chemische stoffen (Europees Agentschap voor chemische stoffen ));
  • NVAB Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde (Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde ) richtlijnen;
  • Richtlijnen inspectie SZW Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid);
  • Handreiking praktijkhygiëne van de KNOV;
  • Good Practice Guidelines.

15. Ervaart u tegenstrijdigheden met andere richtlijnen en/of wetgeving die tot een conflict leiden op het gebied van handhygiëne en/of persoonlijke hygiëne?

De volgende tegenstrijdigheden/conflicten met andere richtlijnen en/of wetgeving werden genoemd:

  • (6x) Arbo-richtlijnen die bijvoorbeeld aangeven dat teveel handalcohol niet goed is. De wet zegt dat je geen carcinogene stoffen mag gebruiken en de WIP-richtlijn pleit voor het gebruik van ethanol. Dat is tegenstrijdig aangezien ethanol carcinogeen is. Ethanol is maar in een paar situaties echt nodig. In de meeste situaties volstaat een alternatief, zoals isopropanol alcohol dat in de meeste UMC Universitair Medisch Centrum (Universitair Medisch Centrum)'s wordt gebruikt.
  • In de CDC staat dat het dragen van ringen is toegestaan.
  • De LCR richtlijnen voor vaccinatie zijn minder strikt.
  • Wasvoorschriften soms tegenstrijdig: soms 60 graden Celsius, dan weer 40 graden Celsius met volledig wasprogramma.

16. Heeft u verder nog suggesties voor de ontwikkeling van de richtlijn?

De volgende suggesties werden gegeven:

  • (7x) Duidelijk kort en bondig omschrijven. Meer visuele ondersteuning, niet alleen tekst. Maak korte samenvattingen, neem ook beslisbomen op. Voorbeeld: model NHG Nederlands huisartsengenootschap (Nederlands huisartsengenootschap) standaard met een samenvatting die leesbaar is met noten voor verdieping verhoogt de leesbaarheid.
  • (2x) Aandacht voor duurzaamheid mag niet meer ontbreken in dit soort richtlijnen. Graag de NVZ - Schoon | Hygiënisch | Duurzaam betrekken hierbij. Anders blijven er onnodige discussies ontstaan bij de implementatie van hygiënerichtlijnen.
  • (2x) Schadelijkheid producten meenemen.
  • Duidelijke richtlijnen voor welke producten gebruikt kunnen worden (schuim of gel) en daarnaast het belang van gesloten systemen en dispensers. Tevens het gebruik van crèmes voor en na het werk om de huid te laten herstellen.
  • In de werkgroep SRI een evenwichtige bijdrage van zowel deskundigen infectieziekten als arbeidshygiënisten, bedrijfsartsen, dermatologen en milieudeskundigen.
  • Zoveel mogelijk de verschillende richtlijnen aan elkaar gelijk stellen als het gaat om de basishygiëne en handhygiëne.
  • Laat de 5 momenten los als gouden regel. Vaak handdesinfectie toepassen zou al heel goed zijn.

Betrokken verenigingen en partijen

Bovenstaande reacties zijn via een enquête aangedragen door vertegenwoordigers van:

  • Publieke gezondheidszorg stakeholder
    • LCHV
    • LCI/LOI/LOVI
    • adviesgroep SRI
  • Publieke gezondheidszorg veldpartijen/directe gebruikers
    • DI werkzaam bij GGD Gemeentelijke/gewestelijke gezondheidsdienst (Gemeentelijke/gewestelijke gezondheidsdienst)
  • Eerste lijn stakeholders
    • NHG/LHV
    • KNOV
    • ZorgthuisNL
    • KIMO/KNMT
    • BO geboortezorg
    • PPN paramedici
  • Tweede lijn stakeholders
    • Nederlandse Vereniging voor Allergologie en Klinische Immunologie (NVvAKI)
    • Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie (NVA Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologen (Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologen ))
    • Nederlandse Vereniging voor Cardiologie (NVVC)
    • Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie (NVDV Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie&nbsp; (Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie&nbsp; ))
    • Nederlandse Vereniging voor Heelkunde (NVvH Nederlandse Vereniging voor Heelkunde (Nederlandse Vereniging voor Heelkunde ))
    • Nederlandse Internisten Vereniging (NIV)
    • Nederlandse Vereniging voor Intensive Care (NVIC)
    • Nederlandse Vereniging van Keel-Neus-Oorheelkunde van het Hoofd-Halsgebied (KNO Keel-, neus- en oorheelkunde (Keel-, neus- en oorheelkunde))
    • Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde (NVK)
    • Nederlandse Vereniging voor Klinische Chemie en Laboratoriumgeneeskunde (NVKC)
    • Nederlandse Vereniging voor Klinische Fysica (NVKF Nederlandse Vereniging voor Klinische Fysica (Nederlandse Vereniging voor Klinische Fysica ))
    • Nederlandse Vereniging voor Klinische Geriatrie (NVKG)
    • Vereniging Klinische Genetica Nederland (VKGN)
    • Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose (NVALT Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose (Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose ))
    • Nederlandse Vereniging van Maag, Darm-Leverartsen (NVMDL)
    • Nederlandse Vereniging voor Medische Microbiologie (NVMM Nederlandse Vereniging voor Medische Microbiologie (Nederlandse Vereniging voor Medische Microbiologie ))
    • Nederlandse Vereniging voor Neurochirurgie (NVvN)
    • Nederlandse Vereniging voor Neurologie (NVN)
    • Nederlandse Vereniging voor Nucleaire Geneeskunde (NVNG)
    • Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie ))
    • Nederlandse Vereniging voor Oogheelkunde (NOG Nederlands Oogheelkundig Gezelschap (Nederlands Oogheelkundig Gezelschap ))
    • Nederlandse Vereniging voor Orthopedie (NOV Nederlandse Orthopaedische Vereniging (Nederlandse Orthopaedische Vereniging ))
    • Nederlandse Vereniging voor Pathologie (NVVP)
    • Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie (NVPC)
    • Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP)
    • Nederlandse Vereniging voor Radiologie (NVvR Nederlandse Vereniging voor Radiologie (Nederlandse Vereniging voor Radiologie ))
    • Nederlandse Vereniging voor Radiotherapie en Oncologie (NVRO)
    • Nederlandse Vereniging voor Reumatologie (NVR)
    • Nederlandse Vereniging van Revalidatieartsen (VRA Nederlandse Vereniging van Revalidatieartsen (Nederlandse Vereniging van Revalidatieartsen ))
    • Vereniging voor Sportgeneeskunde (VSG)
    • Nederlandse Vereniging voor Thoraxchirurgie (NVTNET)
    • Nederlandse Vereniging voor Urologie (NVU)
    • Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisapothekers (NVZA Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisapothekers (Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisapothekers ))
    • Vereniging van Specialisten Ouderengeneeskunde (Verenso Vereniging van specialisten ouderengeneeskunde (Vereniging van specialisten ouderengeneeskunde ))
    • Nederlandse Vereniging voor Artsen Verstandelijke Gehandicapten (NVAVG Nederlandse Vereniging Artsen Verstandelijk Gehandicapten (Nederlandse Vereniging Artsen Verstandelijk Gehandicapten ))
    • Verpleegkundigen & Verzorgende Nederland (V&VN Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland (Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland ))
    • Geestelijke Gezondheidszorg Nederland (GGZ geestelijke gezondheidszorg (geestelijke gezondheidszorg ) Nederland)
    • Nederlandse Associatie Physician Assistants (NAPA Nederlandse Associatie Physician Assistants (Nederlandse Associatie Physician Assistants ))
    • Nederlandse vereniging voor Arbeids- en bedrijfsgeneeskunde (NVAB)
    • Landelijke vereniging voor operatieassistenten (LVO)
    • Nederlandse vereniging voor Anesthesie assistenten (NVAM)
  • Tweede lijnveldpartijen/directe gebruikers
    • VUMC
    • UMC Utrecht
    • UMCG Universitair Medisch Centrum Groningen (Universitair Medisch Centrum Groningen)
    • Antonius Ziekenhuis
    • Dijklander Ziekenhuis
    • Ziekenhuis Rijnstaete
    • Flevoziekenhuis
    • Vivium Zorggroep
    • Aafje
    • Woonzorg Flevoland
    • Noorderbreedte
    • Cordaan
    • BrabantZorg
    • Amerpoort
    • Middin
    • Ons Tweede Thuis
  • Zorgondersteunend en toezicht
    • VHIG Vereniging voor Hygiëne en Infectiepreventie in de Gezondheidszorg (Vereniging voor Hygiëne en Infectiepreventie in de Gezondheidszorg )
    • NCvB (Beroepsziekten)
    • VDSMH Vereniging Deskundigen Steriele Medische Hulpmiddelen (Vereniging Deskundigen Steriele Medische Hulpmiddelen )
    • Sterilisatie vereniging Nederland (SVN)
    • IGJ (Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd)
    • Nederlandse Vereniging voor Arbeidshygiëne (NVvA Nederlandse Vereniging voor Arbeidshygiëne (Nederlandse Vereniging voor Arbeidshygiëne ))
    • Platform biologische veiligheidsfunctionarissen (BVF Platform)
    • NVML (Nederlandse Vereniging Medische Laboratoriummedewerkers)
    • NVZ - Schoon Hygiënisch Duurzaam
  • Koepels en branche
    • NFU (Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra)
    • NVZ (Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen)
    • Patiëntenfederatie Nederland
    • STZ (Samenwerkende Topklinische opleidingsZiekenhuizen)
    • NAPA (Nederlandse Associatie Physician Assistants)
    • ZiNL (Zorginstituut Nederland)
    • ZN (Zorgverzekeraars Nederland)

Bekijk de factsheet met de belangrijkste aanbevelingen uit de richtlijn:

Factsheet Handhygiëne en persoonlijke hygiëne medewerker